Wrijf de bouten in met peper en zout, bak ze rondom bruin in de hete olie en gaar ze na in de oven bij een temperatuur van 180°C, gedurende 25 minuten. Voeg er de gesnipperde sjalot, 1 takje tijm en 1 laurierblad bij.
Schil de aardappelen en de wortelen, snijd ze in blokjes. Snijd het spek in blokjes. Fruit het aan in olijfolie, bevochtig met water, voeg er tijm, laurier en suiker bij en kook de groenten gaar in plusminus tien minuten.
Neem de bouten uit de oven. Giet het overtollig vet weg, verwijder laurier en tijm en deglaceer de braadslee met de fond. Zeef de saus en klop de saus op met een paar klontjes boter.
Pureer het aardappel-wortelmengsel (wel even tijm en laurier verwijderen), klop er het eitje door en breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat. Eventueel smeuïger maken met een klontje boter.
Schep op elk bord wat wortelstamppot in het midden, schik er de bouten op en schep de saus rondom.
