Vis op de plank: zo maak je een lauwe salade van aardappelen met warmgerookte makreel en mierikswortelsaus

Haast en spoed zijn zelden goed. Gelukkig is er in het weekend extra veel tijd om nieuwe recepten uit te proberen. Deze week steken we de barbecue aan.

Een cederhouten rookplankje vind je in veel tuincentra. Je weekt het op voorhand minstens 2 uur in koud water. Het plankje geeft een subtiele rook­smaak aan de vis. Leg het nooit rechtstreeks in de kolen maar steeds op een rooster.

1. Laat een cederplankje 2 uur weken in water. Laat daarna goed uitlekken. Steek de barbecue aan.

2. Meng in een kom de appel­ciderazijn, suiker en zout. Pel en snijd de rode ui in ringen. Voeg de uiringen toe aan de kom en laat ze minstens 20 minuten marineren.

3. Verwarm de oven voor op 200°C. Kook de krieltjes beetgaar in gezouten water. Giet af en schik ze naast elkaar op een bakplaat met bakpapier. Plet de aardappelen met de onderkant van een glas tot ze een beetje barsten. Besprenkel ze met de olijfolie en kruid met peper en zout. Bak de aardappelen gedurende 30 minuten krokant in de oven.

4. Meng de Griekse yoghurt, mierikswortelpasta, het citroensap, zout en peper in een kom tot een dressing en zet opzij.

5. Leg de makreelfilets met het vel naar beneden op het cederplankje en kruid met chilivlokken, peper en zout en rasp er de limoen over. Druppel er een klein beetje olijfolie over. Strooi een handvol rooksnippers in de barbecue en leg het plankje met makreelfilets op een rooster in de barbecue. Laat de vis 15 minuten roken onder deksel. Haal de vis uit de barbecue en pers er het sap van de limoen over uit.

6. Haal de aardappelen uit de oven en laat ze iets afkoelen. Snijd de selder fijn en houd enkele bladeren aan de kant. Doe de mierikswortelsaus op een schaal en schik er de aardappelen over. Verdeel de stukken warmgerookte makreel, voeg gesneden selder en gepekelde rode ui toe. Bestrooi met dragon en serveer.