Risotto met schorseneren
Dit gerecht heb je snel gemaakt met weinig ingrediënten. De smaak is echter onovertroffen. Een aanrader.
Dit gerecht heb je snel gemaakt met weinig ingrediënten. De smaak is echter onovertroffen. Een aanrader.
Voor 4 personen
400 g schoongemaakte schorseneren
1/2 citroen
1 el bloem
1 fijngesnipperd sjalotje (50 g)
2 el extra vierge olijfolie
1 dl droge witte wijn
300 g arborio- of carnarolirijst
1 l groentebouillon
50 g geraspte grana padano
50 g gezouten boter
zout en gemalen zwarte peper
Bereiding
1. Snijd de schorseneren in stukjes van 3 à 4 cm. Kook naargelang van de grootte 12 tot 14 min. in water met een snuifje zout, citroensap en bloem. Laat uitlekken.
2. Maak intussen de risotto. Fruit de sjalotjes in olie tot ze glazig zijn (niet kleuren), voeg dan witte wijn toe en laat inkoken. Voeg de rijst toe en laat al roerend lichtjes aanbakken. Overgiet geleidelijk met de hete bouillon en blijf roeren. De risotto is na zo’n 18 min. klaar en blijft nog voldoende vochtig. Haal van het vuur en voeg er de kaas aan toe.
3. Laat wat boter smelten in een pannetje en kleur daarin de schorseneren lichtjes (4 tot 5 min.). Schik de risotto op een bord en voeg er de schorseneren aan toe.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier