Zeef de bloem in een kom en snij de boter in stukjes. Wrijf de boter door de bloem tot het mengsel op broodkruim lijkt. Roer de suiker en eieren door de bloem. Voeg beetje bij beetje het water toe tot het deeg een bal vormt. Kneed even en wikkel het deeg in plasticfolie. Laat minstens 1 uur rusten in de koelkast.
Maak intussen de vulling: snij de pompoen in stukken en stoom deze gaar. Pureer de pompoen met het sap van de clementine en de citroen. Voeg de suiker, eieren en eierdooier toe. Schraap de zaadjes uit het vanillestokje en voeg deze toe aan het mengsel, samen met de gember en de room.
Rol het deeg uit en bekleed er een taartvorm van 24 cm mee. Prik gaatjes in het deeg met een vork en zet de vorm weer in de koelkast terwijl u de oven laat voorverwarmen op 180°C. Leg bakpapier in de vorm en doe er bakbonen of gedroogde bonen in.
Zet de taartvorm 15 minuten in de oven. Verwijder het bakpapier en de bonen en bak nog 5 à 10 minuten. Giet de vulling in de vorm en zet de taart 25 minuten in de oven.
Haal de taart uit de oven (de vulling zal verder opstijven tijdens het afkoelen). Snij de taart in porties en dien op met een lepel (ongezoete) mascarpone.
