Voor 4 personen:
20 g gedroogde porcini
75 g quinoa
4 el olijfolie
250 g boschampignons
1 sjalot
1 teen knoflook
125 g vacuüm verpakte kastanjes
1/2 tl verkruimelde rode peper
1 tl tijm
1 flespompoen van 3/4 à 1 kg
50 g reblochonkaas
Voor de saus:
2 sjalotten
1 takje tijm
1,5 dl madera
2 dl weekvocht van porcini (eekhoorntjesbrood)
1 el Luikse siroop met pruimen
100 g boter
zout en zwarte peper
Doe de porcini in een kom met een halve liter heet water en laat 30 minuten weken. Giet 2 dl gezouten water over de quinoa en laat 20 minuten staan.
Halveer de champignons, snipper de sjalot en knoflook, en snij de kastanjes in stukjes. Verhit twee eetlepels olijfolie in een pan en bak de paddestoelen. Bewaar voor later. Verhit de rest van de olie en fruit de sjalot, knoflook, kastanjes en kruiden. Laat de porcini uitlekken en bewaar het weekvocht. Snij de porcini fijn en voeg ze toe aan de pan. Laat nog enkele minuten fruiten. Meng de inhoud van de pan met de verse champignons en quinoa. Kruid met zout en laat even afkoelen.
Halveer de pompen en verwijder de zaadjes en vezels. Snij voldoende vruchtvlees weg opdat er een rand van 1 cm overblijft. (Bewaar het vruchtvlees voor een ander recept.) Vul de pompoenhelften en leg ze in een ingevette ovenschaal. Dek de schaal af met aluminiumfolie en zet 1 uur in een voorverwarmde oven op 220°C. Maak de saus door de sjalotten te snipperen en in een pannetje te doen met de tijm, madera en het porcinivocht. Laat tot een derde inkoken. Voeg de siroop toe en roer er beetje bij beetje de boter door tot een glanzende, gebonden saus ontstaat. Kruid naar smaak. Verwijder de folie 5 minuten voor het einde en verdeel de kaas over de pompoen. Haal de schotel uit de oven als de kaas gesmolten is. Dien de pompoen op met de saus en een groene salade.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier