Pappardelle met een roomsausje, bloemkool en amandelen: een gemakkelijk en snel recept waarmee je zeker succes oogst.
Voor 4 personen
200 g bloemkoolroosjes
30 g gedopte amandelen
2 takjes salie
2 tenen knoflook
olijfolie
20 cl zure room
400 g pappardelle
ricotta
verse kruiden
Bereiding
Snijd de bloemkoolroosjes in dunne plakjes met een mandoline. Blancheer 3 minuten in kokend gezouten water, giet af en houd opzij.
Hak de amandelen grof en rooster goudbruin in een droge pan. Houd opzij in een kommetje. Pluk de salie.
Pel de knoflook en snijd in dunne plakjes. Verhit 1 eetlepel olijfolie in een klein pannetje en bak de knoflook goudbruin. Voeg de zure room toe, kruid met peper en zout en zet het vuur lager. Breng aan de kook en haal de pan van het vuur zodra de room kookt. Houd opzij.
Breng een grote pan met gezouten water aan de kook. Kook de pappardelle beetgaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Houd een flinke pollepel kookwater opzij in een kommetje. Giet de pappardelle af.
Doe de pappardelle weer in de pan en bevochtig met het kookwater. Voeg de bloemkool en de salie toe, lepel er de roomsaus en de geroosterde amandelen over. Verdeel de pappardelle over borden en serveer meteen met ricotta gearomatiseerd met olijfolie en verse kruiden.
