Snijd mooie uienringen van ongeveer een halve cm dikte en laat deze gedurende 2 uur marineren in een kommetje bier (optioneel).
Vijzel alle harde gehaktkruiden fijn en voeg ze samen met het broodkruim, het ei, de fijngehakte oregano, de fijngesnipperde sjalot en het gehakt. Kneed alles goed door elkaar.
Neem 1 eetlepel gehakt en rol in je handpalmen een hamburger. Als je hamburgers zijn gerold, zet ze in de koelkast.
Voor je tomatensaus snijd je de ui in blokjes en kneus twee tenen look. Bak de ui, de look, de gehakte tijmblaadjes samen met het laurierblad gedurende één minuut op een hoog vuur in de olijfolie. Bak vervolgens de tomatenpuree even mee. Blus dit met de madeira. Los het bouillonblokje op in 10 cl warm water en voeg toe aan de saus. Voeg de grof gehakte tomaten (ontpit en ontveld) toe en kruid af met cayennepeper, basilicum en de peterselie. Dek met een deksel half af en draai je vuur laag.
Na 20 minuten haal je de pan van het vuur en duw je de saus door een puntzeef. Laat de saus dan nog even doorkoken tot ze de gewenste dikte heeft. Kruid eventueel af met peper en zout.
Verhit een pan met olijfolie en bak de hamburgertjes 2 à 3 minuten aan elke kant op een matig tot hoog vuur.
In een andere pan verhit je op hoog vuur de arachideolie. Haal de uienringen uit het bier, laat ze uitlekken. Doe de bloem in een plastiek zak en haal de uienringen erdoor. Bak ze in de arachideolie goudgeel krokant en laat ze daarna nog even uitlekken op keukenpapier.
Schep op een bordje een lepel tomatensaus en leg er een hamburgertje middenin. Werk de hamburgertjes af met de uiringen en vers basilicum.
