Ingrediënten – voor 4:
Ingrediënten – voor 4:
600 g vastkokende aardappelen
een klontje zachte boter voor de ramequins
1 teen knoflook
2 dl room
een snuifje nootmuskaat
80 g geraspte kaas
2 aubergines
6 à 7 el olijfolie
4 kabeljauwfilets met vel
1 el bloem
4 kreeftenscharen
gekookt en gepeld
2 el boter
een handvol jonge spinazieblaadjes
Bereidingswijze:
Verwarm een heteluchtoven voor op 180°C.
Schil de aardappelen en snij in dunne plakjes. Schik in waaiervorm in vier beboterde ramequins. Pel de knoflook en pers in de room. Kruid met nootmuskaat, peper en zout. Giet over de aardappelen tot deze helemaal bedekt zijn. Strooi er de geraspte kaas over en bak in 25 minuten goudbruin in de oven.
Was de aubergines en snij in plakjes van 1 cm dik. Leg op een ingevette bakplaat, besprenkel met 2 of 3 eetlepels olijfolie, kruid met peper en zout. Bak 20 minuten in de oven.
Spoel de kabeljauw, dep droog en kruid met peper en zout. Bestuif het vel met de bloem. Verhit 2 eetlepels olijfolie in een braadpan. Bak de kabeljauw eerst op het vel en draai dan om; reken 3 à 4 minuten per kant.
Snij het kreeftenvlees in blokjes en bak 1 à 2 minuten in de hete boter. Kruid met peper en zout. Was de spinazie, zwier droog en meng met de kreeft.
Verdeel de kreeft en de spinazie over de borden, ontvorm er de aardappelgratins naast en schik er de geroosterde aubergines en de gebakken kabeljauw bij.
