Ingrediënten – voor 4:
Ingrediënten – voor 4:
Voor de soesjes :
75 g boter
150 g bloem
3 eieren
Voor de vulling :
1/2 knolselderie
1 kippenbouillonblokje
2 el zure room
50 g lompviseitjes (of kaviaar)
Bereidingswijze:
Maak eerst de soesjes. Doe 2,5 dl water met een snuifje zout in een pan. Voeg de boter in blokjes toe en breng aan de kook. Haal de pan van het vuur, voeg de bloem in één keer toe en meng grondig met een spatel.
Zet de pan weer op het vuur en laat het soezendeeg uitdrogen tot het loskomt van de pan. Meng er dan een voor een de eieren door.
Verwarm de oven voor op 210°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Schep het soezendeeg in een spuitzak met gladde spuitmond. Spuit hoopjes deeg op voldoende ruimte van elkaar op de bakplaat.
Schuif in de oven en bak de soesjes 15 minuten tot ze licht goudbruin zijn.
Zet de ovendeur op een kier en laat de soesjes nog 5 minuten bakken tot ze mooi gerezen en goudbruin zijn.
Bereid de vulling. Schil de knolselderie, snij er twee mooie plakken van en snij in staafjes. Hak de rest van de knolselderie in grote blokjes.
Verwarm een ruime hoeveelheid water met het kippenbouillonblokje.
Blancheer er de staafjes knolselderie 2 minuten in, schep uit de pan met een schuimspaan en laat uitlekken. Voeg de blokjes knolselderie toe aan de kokende bouillon en laat 15 minuten koken.
Giet af en mix glad met de zure room. Kruid met peper en zout, laat afkoelen.
Snij vlak voor het serveren hoedjes van de soesjes en vul ze op met de knolselderiepuree.
Werk af met de staafjes knolselderie en de lompviseitjes.
Serveer de gevulde soesjes als aperitiefhapje.
