Gebraden haantje met gedroogd fruit

4284549

Voor 4:

Voor 4:

100 g gedroogde abrikozen

100 g gedroogde pruimen

50 g krenten

1,5 dl cognac (of armagnac)

2 sjalotten

100 g kippenlevers

100 g gerookt buikspek

1 bosje bladpeterselie

2 takjes tijm,

5 el olie

50 g witte amandelen

1 haantje van 2 kg

50 g boter

Bereidingswijze:

Laat de gedroogde abrikozen, pruimen en krenten 1 uur marineren in de cognac en 1,5 dl warm water.

Pel de sjalotten en snipper fijn. Hak de kippenlevers fijn en snij het buikspek in dunne reepjes. Was de peterselie, zwier droog en hak de blaadjes grof; bewaar enkele blaadjes voor de afwerking. Was de tijm, zwier droog en haal de blaadjes van de takjes.

Verhit 3 eetlepels olie in een braadpan. Bak de kippenlevers en de spekreepjes 3 minuten op hoog vuur. Voeg de gesnipperde sjalotten en de gehakte bladpeterselie toe. Kruid met peper en zout. Laat nog 10 minuten zacht stoven; roer af en toe om.

Hak de witte amandelen grof.

Verwarm de oven voor op 210°C.

Schep het mengsel uit de braadpan in een kom en voeg het uitgelekte fruit toe, samen met de gehakte amandelen. Schep goed door elkaar.

Vul het haantje met dit mengsel en naai de opening dicht met keukengaren. Leg het haantje in een braadslee, besprenkel met de rest van de olie en verdeel er de boter in blokjes over. Kruid met peper en zout en bestrooi met de tijm. Schuif in de oven en bak 1 uur. Verlaag de oventemperatuur tot 180°C en bak het haantje nog 1 uur.

Haal het gebraden haantje uit de oven, versnij in porties en verwijder de vulling. Schik alles op een serveerschotel en werk af met de peterselieblaadjes. Serveer meteen.

Tip : bestel het haantje bij uw poelier.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content