Snij de paprika’s in vieren, leg ze op een bakplaat en rooster ze onder een hete grill. Leg de paprika’s nadien in een kom, dek af met plasticfolie en laat 15 min. afkoelen. Verwijder nadien het vel en snij het vruchtvlees fijn.
Voeg toe aan de passata en breng aan de kook, samen met eenderde van de knoflook, basilicum en een scheut olijfolie. Laat inkoken tot de helft, duw door een zeef en kruid met peper en zout. Werk eventueel op met olijfolie.
Snij de aubergines in de lengte in tweeën, besprenkel met olijfolie en bak in de oven op 200°C. Laat in ongeveer 30 min. gaar worden; het vruchtvlees zal donkerbruin kleuren en de schil zal verschrompelen. Lepel het vruchtvlees van de aubergine uit de schil en doe in een pan, samen met de rest van de knoflook en een scheut olijfolie. Breng aan de kook en mix fijn. Kruid met peper en zout.
Leg de zeebaarsfilets met het vel naar boven in een met olijfolie ingesmeerde schotel en bak 4 min. in de oven op 180°C. Kruid met peper en zout. Verdeel de auberginekaviaar over 4 borden, schik er de zeebaars op en lepel er de paprikasaus rond. Werk af met waterkers.
