Het konfijten van de citroen voor deze citroentaart neemt ruim een week in beslag.
Voor 1 taart (of 4 kleine)
boter
bloem
1 portie kant-en-klaar kruimeldeeg
3 eieren
150 g suiker
het sap van 2 grote citroenen
de geraspte schil van 1 citroen
1/2 dl room
Gekonfijte citroen
2 grote citroenen
100 g suiker
Bereiding
Maak ruim van tevoren de gekonfijte citroen: snijd de citroen in plakken. Los de suiker op in 5 dl warm water, laat 2 min. koken. Voeg de citroen toe, haal van het vuur en laat afkoelen in de suikersiroop. Laat ten minste 1 week rusten.
Bekleed een met boter en bloem ingestreken ronde springvorm met het kruimeldeeg. Leg een rond vel bakpapier op de taartbodem en vul op met gedroogde bonen, spliterwten, linzen e.d. Bak de taartbodem 20 min. in een oven van 180 °C. Haal er de bonen en het bakpapier af en bak nog 15 min.
Klop de eieren los met de suiker, het citroensap, de citroenschil en de room. Leg het mengsel op de taartbodem en bak 25 min. op 180 °C. Laat de citroentaart afkoelen en serveer met versneden gekonfijte citroen en eventueel opgeklopte room met suiker.
Tip: voor vier kleine taartjes verdeel je het kruimeldeeg in vier gelijke cirkels van 12 tot 15 cm diameter. Voor de rest is de werkwijze dezelfde als voor de grote citroentaart.
