De opkomst van craft beer: moet België vrezen voor zijn status als bierland?

Kerel, een herboren streekbier dat zich liet inspireren door de craft beer beweging. © Kerel
Eva Kestemont
Eva Kestemont Journalist Weekend.be

Gehoord op de persvoorstelling van een nieuw bier: ‘België vernieuwt niet meer. Voor we het weten, zijn we als bierland voorbijgestreefd.’ Schuilt er waarheid in die uitspraak? We vroegen het aan Krishan Maudgal, bierexpert en zaakvoerder bij Maudgal Int. en BeerAgency.

Onder de Tielroodse kerktoren herleefde onlangs het streekbier Kerel. In de oude VBDCK brouwerij brouwt de familie De Cock nu verschillende bieren volgens Amerikaanse stijl. Behalve de frisse smaken en de erg mooi gerenoveerde brouwerij, is er nog iets opmerkelijk aan die lancering: de hevigheid waarmee het merk zich afzet van het typisch Belgische bier.

De familie analyseerde wel de gist uit een achtergebleven flesje uit de oude brouwerij en gebruikt nu gist met datzelfde DNA, dat is meteen een van de weinige linken met traditie die in Kerel behouden blijven. De stijl van brouwen is helemaal anders, net als de snelheid waarmee er nieuwe soorten bieren gelanceerd zullen worden. Daarbij prijkt er op elk flesje – van de Stout tot de Grapefruit IPA – de slogan ‘Untouched by Monks’.

Dat is op zijn minst opvallend te noemen in een bierland dat erg leunt op haar traditie, al houdt het wel steek als je het binnen een breder internationaal kader bekijkt. In verschillende Amerikaanse steden, maar ook op plaatsen als Berlijn en Londen, schieten de microbrouwerijen waarop de filosofie en werkwijze van Kerel is gebaseerd als paddenstoelen uit de grond.

Brouwers keuren hun ingrediënten
Brouwers keuren hun ingrediënten© Getty Images/iStockphoto

Zal een dergelijke vooruitstrevende biercultuur haar weg vinden in het door traditie doorspekte België? Zouden de hippe microbrouwers inderdaad de Belgische biercultuur irrelevant kunnen maken, zoals de familie De Cock vreest? Wij vroegen het aan Krishan Maudgal, die als expert in onze biercultuur nog meeschreef aan het Unesco-erkenningsdossier. Een tipje van de sluier: ‘Beweren dat de ene biercultuur oubollig is en de andere innoverend, is niet fair.’

Belgisch bier oubollig?

‘Ik vind niet dat onze biercultuur achterhaald wordt omdat er een andere cultuur ontstaat,’ steekt Maudgal van wal. ‘Wij zijn inderdaad een traditioneel bierland. Met het woord traditioneel bedoel ik dat er een zekere standvastigheid uitgaat van de sector: de overgrote meerderheid van onze brouwerijen zijn een aantal generaties actief. Doorheen die geschiedenis zijn er biersoorten gekomen en gegaan en zijn stijlen veranderd. Zuurbieren vandaag bijvoorbeeld hebben niet veel meer te maken met de oude geuze van vroeger, hout wordt heel anders gebruikt als manier om smaak toe te voegen, de speciale bieren van nu zijn niet meer de speciale bieren van vijftien jaar geleden. Onze brouwers brouwen met respect voor de traditie, maar dat wil niet zeggen dat de sector stoffig is. De definitie van bier is immers niet universeel maar wordt bepaald door de cultuur van waaruit het ontstaat.’

‘Wat meer fierheid op wat we hebben, is zeker niet misplaatst’

‘Iedereen spreekt vandaag over de boom van de craft scene en over hoeveel brouwerijen er elk jaar bijkomen, maar niemand kijkt naar hoeveel er elk jaar verdwijnen! Dergelijke brouwerijen houden vaak een generatie vol, soms twee, maar langer dan twintig jaar is er op dit moment nog niemand aan de slag. Vaak ontstaat hun activiteit door een uit de hand gelopen hobby, maar loopt men vaak vrij snel aan tegen de limieten van dit model waarin de brouwer centraal staat en niet zijn consument.’

‘Onze brouwers zijn meer passanten in de geschiedenis. Vraag een Belg op straat om tien bieren op te noemen en hij kan dat zonder probleem. Vraag hem om evenveel brouwers op te noemen en je krijgt een heel ander verhaal. Dat is in de craft scene helemaal anders. Daar zit je met excentrieke individuen, eigenlijk een beetje rocksterren, die veel aandacht naar zich toe trekken en een cultus doen ontstaan rond hun bieren en brouwerij, maar minder aandacht hebben voor het bier zelf. Let op, de brouwer als persoonlijkheid en goed bier zouden perfect samen kunnen. Er zijn bijvoorbeeld een aantal brouwers in ons land die zich laten inspireren door die hippe cultus. Beide omgevingen kunnen en moeten zich laten inspireren door elkaar. Beweren dat de ene biercultuur dus oubollig is en de andere innoverend, is in die context niet fair.’

Staat de ene manier van brouwen lijnrecht tegenover de andere?

MAUDGAL: ‘De wereldwijde craft scene kan een grote groep bierdrinkers bekoren. Maar de Belgian Style is daar altijd de inspiratiebron voor geweest. Afhankelijk van de cultuur waarin je terechtkomt, zie je dat daar andere nuances aan gegeven worden, maar de fundamenten van die locale craft beers liggen vaak in het Belgisch bier.’

Toch niet qua receptuur dan? De Amerikaanse stijl bijvoorbeeld is toch iets helemaal anders dan de Belgische?

MAUDGAL: ‘De dag van vandaag is die inderdaad helemaal anders. Maar als we een jaar of twintig teruggaan in de tijd, zie je dat de Amerikaanse microbrouwers van toen het Belgisch bier als icoon zagen. Na de drooglegging daar werd er wel weer bier geproduceerd, maar dat diende eerder als dorstlesser dan als smaakvolle drank. Later is er dan een craft scene ontstaan en zijn er brouwerijen opgericht, vaak door Belgen of in samenwerking met een Belg die dan het vak aanleerde aan de lokale brouwer. Wat er toen werd gebrouwen, was Belgian style bier.’

Een thuisbrouwer
Een thuisbrouwer© Getty Images/iStockphoto

‘Doorheen de jaren heeft er natuurlijk een evolutie plaatsgevonden en is de Amerikaanse craft sector een eigen weg ingeslagen. Die gaat nu niet enkel nog over Belgian style. Ons bier laat zich namelijk kenmerken door de goede balansen en evenwichtige smaken, maar in craft beers wordt er veel experimenteler te werk gegaan. Dat kan voor een bepaalde periode wel interessant zijn, maar de levensduur van die bieren is zeer kort. Da zie je ook in de Verenigde Staten: de innovatiedrang daar is enorm groot. Een brouwer daar brouwt maximaal drie tot zes maanden hetzelfde bier, daarna moet hij alweer met iets anders op de proppen komen om relevant te kunnen blijven. Daar zijn wij in België fundamenteel anders in.’

Is de gemiddelde Belg fier op ons bier, zoals de slogan gaat?

MAUDGAL: ‘Dat is wat dubbel. Langs de ene kant zit bier in het DNA van alle Belgen. Het is ook zo ongeveer het enige product dat ons allemaal verbindt: er bestaat geen Waals, Vlaams en Brussels bier, maar het Belgisch bier is echt een sterk merk. Toch zijn we niet altijd even chauvinistisch. Wat meer fierheid op wat we hebben, is zeker niet misplaatst.’

Om even terug te komen op Kerel: het is lekker fris, het is hip en het is een product van bij ons. Maar beweren dat deze stijl bieren de enige zullen zijn die we over enkele jaren zullen drinken, is voor Maudgal dan weer net een brug te ver.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content