Lipocurettage en minilift: esthetische geneeskunde waar geen mes aan te pas komt

Plastisch chirurg Dr. Coenen zit 30 jaar in het vak en verdeelt zijn tijd tussen plastische en reconstructieve chirurgie (hersteloperaties na brandwonden en kanker) en esthetische ingrepen. Ook hij merkt dat patiënten eerder vragen naar verjongingstechnieken waarbij niet gesneden hoeft te worden. De dagelijkse praktijk van liposucties en facelifts bracht hem bij een techniek die weinig bekend is en waarbij je gezicht en hals gelift worden zonder dat er een mes aan te pas komt: de lipocurettage.

Lipocurettage, wat houdt dit in?

Dr. Coenen: ‘Er worden drie kleine prikjes gegeven: één bij je kin en één onder elke oorlel. Dan volgt er een techniek die je kunt vergelijken met een liposuctie, maar dan zonder dat er zoveel vet wordt weggezogen. Je zorgt hiermee voor een natuurlijke huidreparatie: de huid spant zich vanzelf op en dat zorgt voor een liftend effect van de zone rond de mond en kaak- en halslijn. De behandeling gebeurt zonder narcose en duurt maar een uur. Nadien wordt je gezicht ingetapet voor achtenveertig uur. Het is pijnloos omdat je geen zenuwen raakt en het veroorzaakt geen littekens omdat de huid alleen onderhuids gekwetst is. Ik voer deze ingreep erg vaak uit.’

Waarom is deze techniek niet bekender?

Coenen: ‘Omdat het niet voor iedereen geschikt is. Bij vrouwen die postmenopauzaal zijn, is het resultaat soms minder goed, omdat hun huid niet voldoende aanspant achteraf. Als ik vermoed dat het resultaat niet bevredigend zal zijn, stel ik een minilift voor. Mensen zijn vaak onterecht te bang voor het mes, terwijl de algemene trend in de plastische chirurgie nu soft surgery is. In de jaren 80 moest je voor een facelift nog een paar dagen naar het ziekenhuis. Nu gebeurt dat gewoon ambulant. Een minifacelift duur twee uur, onder plaatselijke verdoving, en daarna mag je naar huis. Ook een ooglidcorrectie en een halslift gebeuren ambulant, op één à twee uur.’

Heb je altijd een beter resultaat als je wél snijdt dan als je niet laat snijden?

Coenen: ‘Ik zeg altijd: Botox en fillers doe je om er goed uit te zien, een operatie doe je om er jonger uit te zien.’ (glimlacht)

Vaak zijn het niet alleen rimpels, maar andere, subtiele details die een gezicht ouder doen lijken. Klopt dat?

Coenen: ‘Ja. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat we met de jaren allemaal een langere bovenlip krijgen. Die bovenlip gaat vaak ook een beetje hangen. In plaats van lippen dikker te maken door ze met een filler in te spuiten, doe ik vaker een ‘vlinderlift’. Ik maak een insnede onder de neus en trek de lip een beetje op. Het resultaat oogt veel natuurlijker dan wanneer je de lip alleen maar gaat opspuiten met een kunstmatige filler.

Nog zoiets: met de jaren wordt je schedel ook meer zichtbaar en krijg je holtes boven je wenkbrauwen, de zogenaamd temporale holtes. Door die een beetje op te vullen, zie je er jonger uit, maar niemand zal merken hoe dat eigenlijk komt.

Een goede chirurg kijkt naar je gezicht met het oog van een beeldhouwer. Het besef dat volumeverlies essentieel is, heeft ertoe geleid dat men is gaan nadenken over manieren om dat verlies aan te vullen, want het is veel frisser en jonger om volume en zachte contouren te hebben. Je vult bijvoorbeeld de traangoot een beetje op, dat is de plek onder de ogen waar mensen vaak donkere kringen hebben. Maar ook in de zone daarrond, bij de jukbeenderen, kun je voor wat meer volume zorgen, met synthetische fillers of met eigen vet. Al deze fillers zijn niet definitief, je moet ze wel herhalen.’

Kan een filler gevaarlijk zijn?

Coenen: ‘Ja. Als je pech hebt en je spuit een filler op de verkeerde plek, waardoor je de bloedtoevoer verhindert. Stel dat dat dicht bij het oog gebeurt, dan kan dat blindheid veroorzaken. Het is me nog nooit overkomen, gelukkig.’

Merkt u dat het taboe rond plastische chirurgie verdwijnt?

Coenen: ‘Absoluut. Vroeger kwamen mensen soms naar hier van de andere kant van het land opdat ze maar geen bekenden zouden tegenkomen. Nu niet meer.’

Is het weleens moeilijk om mee te gaan in de bezorgdheid van een patiënte om een paar rimpeltjes, als u die dag ook de pijn en ellende van een brandwondenpatiënt heeft gezien?

Coenen: ‘Ik heb de afwisseling nodig. Een paar dagen geleden opereerde ik een oude vrouw die tumoren had in haar gezicht. Haar ingreep was levensnoodzakelijk. Nadien was ze zo opgelucht en blij, dat vind ik hartverwarmend. Maar als ik een uur later iemands gezicht een beetje frisser kan maken met een filler, word ik daar even enthousiast van.’

Heeft u zelf al iets laten doen?

Coenen: ‘Ik heb een beetje Botox in mijn mondhoek, omdat ik anders een trieste mondhoek heb. Onlangs was ik op een congres en stelde een collega-chirurg voor om mijn wallen met Plexr (zie dr. De Merlier, red.), te behandelen. Daar ben ik op ingegaan, omdat ik de ingreep ook zelf uitvoer. Ik was tevreden met het resultaat, maar ik merk wel dat het niet even definitief is als na een klassieke ooglidcorrectie, waarbij gesneden wordt.’