Eva Kestemont

Een pleidooi om volstrekt neutraal te zijn over hoe je eruitziet

Eva Kestemont Journalist Weekend.be

Jezelf mooi (of lelijk) vinden en daardoor blij (of verdrietig) zijn met hoe je eruitziet is vooral verspilde energie volgens Knack Weekend-redactrice Eva Kestemont, zelfs al is het oordeel positief. Vergeet body positivity, enter body neutrality.

“Bekijk jezelf elke dag in de spiegel en zeg tegen jezelf dat je mooi bent”, “Feel pretty and be pretty “, “Maak een lijstje van dingen die je mooi vindt aan jezelf”, “I am beautiful no matter what they say”, maar ook “Je hebt het recht om je af en toe een dag lelijk te voelen!”: de motivational quotes en raadgevingen over body positivity zijn wijdverspreid op Het Internet. Ze tonen perfect aan waar ik al een tijdje mee zit: het gaat de verkeerde kant op met het hele body positivity-debat.

Want hoe je het nu ook verkoopt, dankzij dergelijke – goedbedoelde – raadgevingen denken heel wat mensen nog steeds dat je pas kan blij zijn met je lichaam als je het zelf mooi vindt. Dat een mooi lichaam de deuren opent tot tevreden kunnen zijn met wie je bent.

Je hebt je lichaam om er je leven mee te leven, niet om er jezelf mee te definiëren

En dat is in mijn ogen zonde. Blij zijn met je lichaam heeft weinig te maken met een mooi lichaam hebben, hoe je dat concept ook invult. Want wat betekent schoonheid eerst en vooral? Wat als mooi en wat als lelijk gepercipieerd wordt, verandert per cultuur en per tijdsgeest. Het idee van schoonheid is zo vergankelijk dat het jammer is er je zelfbeeld rond op te bouwen. Een ‘mooi’ achterwerk is voor de ene een strak afgetrainde poep die rechtstreeks van op een hometrainer lijkt te komen, voor Rubens betekende dat ideaal billen als zachte wolken met stevig wat pak aan.

Als je elke dag in de spiegel tegen jezelf zegt dat je mooi bent totdat je het zelf gaat geloven, blijf je jezelf spiegelen aan een bepaald – overigens quasi onhaalbaar – ideaal van wat die schoonheid juist inhoudt. De insteek zou niet moeten zijn ‘ik ben mooi’, wel ‘ik ben wat ik ben en dat is oké’. Je hebt je lichaam om er je leven mee te leven, niet om er jezelf mee te definiëren.

Een pleidooi om volstrekt neutraal te zijn over hoe je eruitziet
© Getty Images/iStockphoto

Acceptatie is het sleutelwoord. Je hebt wat je hebt, of dat nu een meer dan gemiddeld ontwikkeld reukorgaan, kromme tenen of zelfs verlamde benen zijn. Aan sommige dingen kan je nu eenmaal niets veranderen. Aan andere dingen natuurlijk wel. Maar áls je al beslist om te diëten of die hangende oogleden te laten corrigeren, doe je dat misschien wel liever omwille van andere redenen dan ‘mooier worden’.

Niets blijft zoals het is en al zeker een mensenlijf niet. Wat doe je met die wetenschap als je, geïnspireerd door keurig gekalligrafeerde quotes op Instagram, bent gaan geloven dat je een mooi lichaam hebt? Wat als er dan eens iets gebeurt (stel je voor dat je ouder wordt!) waardoor je niet meer in datzelfde schoonheidsplaatje thuishoort? Wat ben je dan nog wel? Begin je dan weer helemaal opnieuw met je body acceptance discours? Herdefinieer je je idee van schoonheid om er toch maar in te passen of doe je toch een poging om je lichaam zo aan te passen dat je jezelf opnieuw in dat kader kan wringen?

Ik heb een beter idee. Laten we gewoon een lijf een lijf noemen. Laten we geen ideaalbeelden vereren en laten we niet opkijken naar elk fotomodel dat niet in dat ideaalbeeld past maar dat lichaam toch dúrft te tonen, zo moedig. Het is een lichaam dat au fond op dezelfde manier functioneert als dat van jou. Dun is dun, dik is dik, blond is blond en een donkere huidskleur is een donkere huidskleur. Schoonheid daarentegen is slechts een oordeel. En of dat oordeel nu komt van buitenaf of van jezelf: daar wil je niet je hele zelfbeeld aan vast hangen, toch?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content