De Belgische formule: cosmetica met lokale ingrediënten beleeft een boom
Cosmetica uit ons land, gemaakt op basis van natuurlijke ingrediënten, beleven een ware boom, en ook lokaal geproduceerde grondstoffen zijn aan een opmars bezig. De kringloopgedachte speelt in alle etappes van de productie en leidt zelfs tot upcycling.
Aan de basis van het project dat Anne-Sophie Charle een kleine twee jaar geleden lanceerde, ligt de wijngaard van het familiedomein Chant d’Éole, een Waals succesverhaal. De delicate mousserende wijnen hoeven niet onder te doen voor grand cru’s van uitzonderlijke kwaliteit. “Van de residu’s van de wijnproductie wilde ik een gamma van natuurlijke cosmetica, 100 procent made in Belgium, ontwikkelen”, legt ze uit. “Ik wilde dat het hele proces van onderzoek en fabricatie, tot de verpakking toe, op Belgische bodem zou gebeuren, en dat een maximum aan ingrediënten afkomstig zou zijn van bij ons.” Dat druiven interessante actieve elementen bevatten was al langer bekend; ze vormen de rode draad in de verzorgingsproducten van het Franse merk Caudalie. Maar de Belgische onderneemster wilde nieuwe dingen ontdekken. De onderzoekers die ze op haar wijngaard uitnodigde, hebben zich verdiept in de pitten en snoeisels van ranken, waaruit de hoofd- component van een doucheolie is vervaardigd – ondertussen een bestseller. Ze bestudeerden ook de wijnmoer, die niet alleen gisten en suikers bevat, maar ook wijnsteenzout, dat blijft kleven aan de wanden van de vaten. Dat wordt gedroogd en geplet en is het steringrediënt geworden van een lichaamsscrub.
Zoals Maison Éole komen in België elk jaar nieuwe merken op de markt die uitpakken met natuurlijke en vegan cosmetica, maar zeldzaam zijn de labels die er een erezaak van maken om zich zo veel mogelijk lokaal te bevoorraden. Een pionier in de sector, RainPharma, gebruikt in de samenstelling van zijn Balming Face Polish suiker uit Tienen, gemaakt van in België geteelde suikerbieten. “Als het enigszins kan, kies ik voor producten die dichtbij geproduceerd worden”, bevestigt Dominique Bastin, oprichter van het Leuvense merk. “Op voorwaarde dat de grondstoffen van even goede kwaliteit zijn als die uit verder gelegen bronnen. In België zijn de keuzemogelijkheden voor kwaliteitsingrediënten jammer genoeg beperkt. Maar alles wat de merknaam RainPharma draagt, is in ons land gefabriceerd en van hieruit verdeeld. Zo proberen we de keten zo kort mogelijk te houden.”
Douchegel met trappist
In Brecht besloten de nonnen van de abdij Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth om zich bij hun buren, de trappisten van Westmalle, te bevoorraden toen zij in 2019 een gamma lichaamsverzorgingsproducten ontwikkelden. Het Brusselse Institut Meurice bestudeerde de weldaden van bier, dat goed blijkt te zijn voor huid en haar dankzij de aanwezigheid van polyfenolen, oligo-elementen, vitaminen en mineralen. Geen sprake dus van lavendel of exotische aloë vera, het is de Dubbel van Westmalle die gebruikt wordt in de samenstelling van de shampoos, douchegels en hydraterende melk van Trapp.
Voor Sophie Trenteseaux, die een kleine tien jaar geleden haar merk MakeSenz lanceerde, was het dichtbij vinden van actieve componenten aanvankelijk geen prioriteit. “Het aanbod was niet zo ontwikkeld als nu. Maar vandaag denk ik bij elke formule of herformulering na over de oorsprong van mijn ingrediënten. Zo heb ik de eigenschappen ontdekt van hennep die biologisch wordt geteeld in Haspengouw en die een uitstekende vervanger is van exotische oliën. Daardoor heb ik bijvoorbeeld het gebruik van avocado in een van mijn voedende crèmes kunnen elimineren. Het is immers bekend hoe ecologisch desastreus de productie daarvan is. Lokale bevoorrading is niet alleen gunstig voor het milieu. Ik ben er ook van overtuigd dat de variëteiten die hier worden gekweekt beter aangepast zijn aan de huidbehoeften van de mensen die in de omgeving wonen.” De jonge onderneemster is ook geïnteresseerd in zonnebloemolie om maceraten van goudsbloem en kamille te maken. “Maar het is niet realistisch te denken dat je in België alle nodige ingrediënten kunt vinden, tenzij je je houdt aan vrij simpele formules”, nuanceert Sophie. Toch slaagt ze erin in haar producten 5 à 10 procent lokale grondstoffen te gebruiken.
Belgische bijenwas
In het hart van de Ardennen besliste Charlotte Renard bij de oprichting van haar merk Bobone, zo’n vijf jaar geleden, om zich in de omgeving te bevoorraden. Alles begon met Jack, de scrub die ze maakte voor de klanten van haar instituut. Het gamma telt momenteel een dertigtal items. “Ik besteed veel aandacht aan de manier waarop de ingrediënten worden gefabriceerd. Ik sta erop te werken met producenten die onze waarden delen.” De bijenwas wordt geleverd door vier bijenkwekers uit de omgeving. Ook de hennep is van Belgische teelt. De suiker komt, evenals een aantal vegetale oliën en kruiden, uit Noord-Frankrijk, de grens ligt immers vlakbij. “Al van bij de start werken we met dezelfde leveranciers”, zegt Charlotte opgetogen. “En alle producten worden nog in ons atelier gemaakt. Ook dat is korte keten. Het gebruik van karitéboter of kokosolie sluit ik niet uit. Maar de recepten zijn van mij, ik werk ze uit met een lokaal laboratorium dat mij helpt bij het uitdokteren van de formules en dat de testen uitvoert.”
Dat al deze argumenten aanslaan, bewijst de toenemende vraag naar ingrediënten van lokale oorsprong. Bij de grote cosmeticagroepen die uitpakken met natuurlijke formules zijn er nu al heel wat die kiezen voor grondstoffen die zo veel mogelijk in Europa geteeld zijn. Ongetwijfeld speelt storytelling daarin mee, maar ook de noodzaak om – gezien de herhaaldelijke crisissen – zo autonoom mogelijk te worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier