Angèle is het nieuwe gezicht van Chanel: ‘Ik heb vandaag nog gehuild van blijdschap’

Chanel lanceert een nieuw parfum, en daar hoort een nieuw gezicht bij. Chance Eau Splendide is Angèle op het lijf geschreven. En omdat de Belgische zangeres nooit half werk levert, schreef ze meteen ook de tekst en de muziek voor de reclamespot. ‘Deze ervaring staat mooi op mijn cv.’
Dit verhaal leest als een spionageroman. In de aanloop naar dit interview werd ons gevraagd om een codenaam te gebruiken: ‘Lucky A’. We konden er alleen in vage termen over communiceren, en het enige dat we mochten prijsgeven was dat Chanel een nieuw parfum ging lanceren en dat een wereldster er het gezicht van zou worden. Voor de rest moesten we zwijgen.
Vervolgens kregen we groen licht voor een ontmoeting in Parijs. Druppelsgewijs kregen we informatie, als een raadsel dat we moesten oplossen. De speurtocht begon in Brussel en leidde ons naar de place Vendôme in Parijs, naar het Ritz, suite 230. Op een dag wachten we daar geduldig in de lobby, waar mademoiselle Chanel zelf in de vorige eeuw geregeld haar opwachting maakte – het hotel ligt vlak bij de ateliers aan de rue Cambon. We stellen ons voor hoe ze daar nerveus rondbeende in haar zwarte jurkje, met haar grote hoed en een halssnoer van tikkende parels.
Meisje wordt wereldster
En dan worden we plots meegenomen naar de tweede verdieping, waar ‘de beroemdheid’ – het gezicht van het parfum – ons opwacht. De deur gaat open en voor ons staat een glimlachende Angèle, zongebruind in jeans en wit topje, met een blaffende Pepete – haar hondje – aan haar zijde. Op de tafel een grote chocoladetaart, op de schoorsteenmantel flacons van het parfum Chance Eau Splendide. Door de ramen waaien de klanken van het Parijse leven en de fashion week naar binnen.
We denken terug aan een interview dat we eerder met de zangeres hadden, met bijbehorende fotoshoot, voor Knack Weekend, in juni 2018. ‘Dat lijkt zo lang geleden’, glimlacht Angèle. ‘Het was toen allemaal nog maar net begonnen.’ Tweeëntwintig was ze toen, maar al niet meer het meisje dat zonder grote ambities haar muziek en teksten op Instagram deelde, zingend en pianospelend op haar kamer. Het was nog wel voor de release van haar album Brol en de opvolger daarvan, Nonante-Cinq. Ze was kortom nog niet de wereldster die we vandaag kennen – de zangeres die de slotceremonie van de Olympische Spelen in vuur en vlam zette, die optrad over de hele wereld en samenwerkte met artiesten als Dua Lipa – maar de kiemen waren onmiskenbaar aanwezig.
In suite 230 doet ze haar verhaal. Ze vertelt over het ontstaan van A Little More, het lied dat ze schreef voor de promofilm van Chance Eau Splendide, over de draaidagen met regisseur Jean-Pierre Jeunet (bekend van films als Delicatessen en Alien, maar vooral van Le fabuleux destin d’Amélie Poulain), en over het derde album waar ze aan werkt. Terwijl ze praat, ligt Pepete rustig te snurken op de sofa.
Duizelt het je soms nog wanneer je aan je succes denkt?
‘Tegenwoordig minder. Ik sta nu sterker in mijn schoenen dan vroeger. Maar het is me zeker overkomen, vooral in het begin van mijn carrière. Dat was een vreemde periode. Als je midden in dat succes zit, kun je er nooit even afstand van nemen. Daar had ik soms moeite mee. Ik was klaar om op een podium te staan en muziek te maken. Maar om beroemd te zijn? Om de hele tijd geclaimd te worden door allerlei mensen? Nee. Ondertussen is het anders. Ik ken de regels van het spel nu. Moeilijk is het niet, je went op den duur aan roem en alles wat erbij komt kijken.’
Weet je nog hoe het voelde om die eerste kleine concertjes te geven, in Jette of in de Archiduc in de Dansaertstraat?
‘Niet echt. Ik herinner me de emoties uit de periode dat mijn eerste single uitkwam nog wel, maar wat daarvoor komt is ondertussen wazig. Het is al zo lang geleden. Ik besefte toen nog niet ten volle dat ik zangeres wilde worden. Ik zat vol vragen. Tegelijk wou ik er echt voor gaan. Maar het vuur is pas echt in mij beginnen te branden toen ik het voorprogramma van Damso mocht doen. Toen heb ik me gerealiseerd dat ik van uitdagingen hou. Het was niet gemakkelijk. De reacties van het publiek waren niet zoals ik gehoopt had. Ik herinner me hoe kwetsbaar ik me voelde, maar tegelijk dacht ik: ha, ze hebben geen interesse in mij, wacht maar! Eigenlijk is dat een spelletje met het publiek: in het begin roepen ze boe, na enkele minuten beginnen ze te luisteren, en op het einde applaudisseren ze.’
Voor de promofilm van Chance Eau Splendide werkte je samen met scenarist en regisseur Jean-Pierre Jeunet, met als decor een kermis. Hoe kijk je daarop terug?
‘Het was tof om Jean-Pierre Jeunet aan het werk te zien. Hij werkt al jaren met dezelfde ploeg en dat spreekt mij aan. Hij kan heel direct en best hard zijn, maar tegelijkertijd heeft hij iets kinderlijks over zich. Voor hij begint te draaien bouwt hij maquettes, hij zet daar poppetjes in en filmt alles. Dat is zijn voorbereiding. Op de set zegt hij precies waar je moet staan, wat je moet doen en hoe je moet kijken. Ik hoefde me alleen maar te amuseren. Het is een geweldige kans om samen te werken met zo’n professional, met iemand die precies weet wat hij wil. Het lijkt misschien of die manier van werken je inperkt, maar het geeft je net veel vrijheid.’
Je bent niet alleen het gezicht van het parfum, je componeerde ook A Little More, het lied bij het promofilmpje. Hoe is dat gebeurd?
‘Ik heb gewoon gevraagd of ik het mocht doen. Ik vind ook dat het klopt. Ik kon het onderwerp van de film – kansen en hoe je ze moet grijpen – niet belichamen zonder zelf op deze kans te springen en de muziek te componeren. Jean-Pierre vond het meteen een geweldig idee. Ik heb het helemaal alleen gedaan, de muziek, de tekst, de productie. Maar op een bepaald moment zei Jean-Pierre heel vriendelijk: “Nu moeten we het even technisch bekijken. Voel je niet aangevallen als ik je vraag om hier of daar een paar seconden te knippen of het tempo aan te passen. Ik ga met jou praten zoals ik doe met de muzikanten die de soundtrack bij mijn films schrijven. Vind je dat oké?” Natuurlijk vond ik dat oké. Dit was een bijzondere ervaring voor mij, die ook mooi staat op mijn cv.’
‘Achteraf besef ik dat het best stoer van me was om Chanel te vragen of ik het campagnelied mocht componeren. Toen op de set mijn demo speelde, dacht ik: dat is ballen hebben’
Is er veel verschil tussen een nummer schrijven voor een album en een song van dertig seconden voor een reclamespot?
‘Dat is dag en nacht verschil. Als ik aan mijn songs werk, is er geen kader. Ik schrijf niet om een album samen te stellen, maar om muziek te maken – dat album komt nadien wel. Maar bij een reclamespot is er om te beginnen een bepaalde lengte. Bovendien moest het vrolijk klinken – de songs van ABBA, specifiek Take A Chance On Me, dienden als referentie. Dat was nieuw voor mij, maar het was heel opwindend om te doen. Ik heb een paar zinnen opgeschreven en daar dan mijn ding mee gedaan. Het enige dat ik in het Frans zeg, is “J’y crois encore”, omdat ik dat heel mooi vond om mee te openen. De rest zing ik in het Engels. Het nummer gaat over mij, over het volgen van je dromen.’
J’y crois encore, vanwaar de nuance van er ‘nog’ in te geloven?
‘Als je iets probeert, lukt het niet altijd meteen. Soms heb je meerdere pogingen nodig. Dat is het idee: blijven proberen, tot je slaagt. En ik geloof er nog altijd in, want als het me gisteren niet gelukt is, dan zal het morgen misschien lukken.’
Denk je dat de song een bron van inspiratie voor anderen kan worden?
‘Ik geloof sterk in rolmodellen, ik heb er zelf ook gehad. Sommige artiesten zijn zo inspirerend dat je ze wilt volgen en nadoen.’
In 2018 sprak je ook over je rolmodellen. Beyoncé was toen je nummer één. Is je smaak ondertussen geëvolueerd?
‘Uiteraard, al blijft Beyoncé een voorbeeld. Ik luisterde toen ook veel naar Christine and the Queens. Ondertussen zijn er rolmodellen bij gekomen. Vaak zijn het leeftijdsgenoten, wat eigenlijk wel grappig is. Rosalía en Charli XCX laten zien dat je buiten de lijntjes kunt kleuren en zelf baas bent over wat je doet. Net als zij wil ik ook de nodige vrijheid hebben. Ik heb beslissingen genomen die riskant waren, ik heb heel zorgvuldig elk van mijn medewerkers uitgezocht. Dat waren niet altijd eenvoudige keuzes, maar die mensen hebben ervoor gezorgd dat ik sta waar ik vandaag sta. Ik heb mijn kansen gegrepen.’
Je weet heel goed waar je naartoe wilt. Is dat puur intuïtie?
‘Ja, zoiets. Ik weet het diep vanbinnen. Als ik er te veel over nadenk, loop ik het risico mezelf te verliezen.’
Hoe componeer jij je nummers? Ga je gewoon aan de piano zitten, of schrijf je op voorhand, bijvoorbeeld samen met je producer Tristan Salvati?
‘Ik begin er helemaal alleen aan, trek me daar zelfs graag voor terug. Voor dit nummer ben ik bijvoorbeeld naar New York gegaan. Enfin, het was ook voor andere dingen dan om te schrijven.’
Je zei dat je wat rust wilde en een volle koelkast.
‘Ja, dat was fijn. Op straat lopen en niet herkend worden, niet aan werk moeten denken. Het is daar dat ik A Little More heb geschreven. Ik had enkele sleutelwoorden in mijn hoofd, en ook een paar akkoorden die me al enkele weken achtervolgden. In New York heb ik me aan de piano gezet om alles samen te gooien. Ik ben verdergegaan op de computer, eerst met een basis van drums, een beetje disco, een baslijn die aanvankelijk heel eenvoudig was.’
‘Pas dan heb ik er Tristan bij betrokken. Ik wilde een echte bas en vroeg hem om die te spelen, zodat het minder elektronisch zou klinken. Als ik erop terugkijk, besef ik dat het best stoer van me was om Chanel te vragen of ik het campagnelied mocht componeren. Toen ik op de set stond en de demo die ik thuis had opgenomen iets geworden was dat iedereen kon horen, dacht ik: dat heb ik toch maar mooi gedaan. Dat is ballen hebben!’
Hoe kritisch sta jij tegenover je werk? Bevalt het eindresultaat je doorgaans of is er altijd wel wat twijfel?
‘Ik vind het niet makkelijk om te zeggen dat iets goed is. Bij een samenwerking is dat anders, zeker met ervaren teams zoals die bij Chanel en mensen als Jean-Pierre Jeunet en fotograaf Steven Meisel. Dat verloopt een stuk simpeler dan met mijn eigen projecten, waar ik alles zelf moet beslissen. Maar ik blijf sowieso altijd kritisch, wat er ook gebeurt. Ik let op alle details, tot op het einde. Wanneer ik iets nieuws uitbreng, is er veel druk en stress. Ik heb dan te veel op mijn bord om trots te kunnen zijn. Dat komt pas achteraf.’
Is het lastig om Angèle te zijn, met zo’n druk leven en dat perfectionisme?
‘Maar het feit dat ik betrokken ben bij élk aspect stelt me net gerust! Zonder structuur zou ik onrustig worden. Op deze manier kan ik de controle bewaren. Het wordt alleen lastig als er te veel dingen in mijn hoofd kruipen die de moeite niet waard zijn. Maar als het om artistieke projecten gaat, is het geweldig.’
Wanneer heb je voor het laatst gehuild?
‘Als huilen van blijdschap meetelt: vandaag nog. Dat overkomt me vaak. Als ik voor iemand zing, voor een verjaardag of zo, of als ik over Sylvie praat (Sylvie Farr, haar manager en voormalige babysit, red.). Ik sprak daarstraks nog over haar en dacht bij mezelf: ik heb echt zoveel geluk gehad. We komen uit Linkebeek en Beersel, hebben de handen in elkaar geslagen en zijn ervoor gegaan, zonder dat we de codes van de muziekindustrie kenden. Mijn ouders waren ook inspirerende artiesten, maar zij hadden de middelen niet om mij voluit te ondersteunen. Sylvie en ik hebben zelf onze weg moeten vinden. Als ik daarover vertel, kan ik wel huilen.’
‘Beroemd zijn en door iedereen geclaimd worden, ik vond het lang moeilijk. Maar je went eraan. Ik ken de regels van het spel nu’
Wat zou je, met de kennis die je vandaag hebt, anders gedaan hebben?
‘Ik zou alles net hetzelfde doen, met alle fouten erbij, want die hebben me gemaakt tot wie ik nu ben. Ik heb er bijvoorbeeld lang spijt van gehad dat ik mijn haar kort had laten knippen, want mijn haar was een soort harnas voor me. Wanneer ik op het podium stond, had ik mijn lange blonde haren om mee te spelen als ik me onzeker voelde. En plots was dat harnas er niet meer. Ik voelde me naakt en onherkenbaar. Dat was zwaar. Zeker omdat ik in die periode mijn grootmoeder verloor en de tournee afliep. Ik vroeg me af wat de zin van alles was.’
‘Toen heb ik tegen mezelf gezegd: je kunt je leven niet in vraag stellen, enkel en alleen omdat je je haar hebt laten knippen. Ik begreep toen dat ik dat met een reden had gedaan: om mezelf te ontwapenen. Ik kon me op het podium niet blijven verbergen achter dat masker. Ik moest mijn angsten onder ogen zien. Als ik toen mijn haar niet zo kort had laten knippen, maar meteen voor de bob was gegaan die iedereen zo mooi vond op de Olympische Spelen, had ik niet met zoveel zelfvertrouwen op de slotceremonie gestaan. Dat vertrouwen heb ik moeten verwerven en dat kun je alleen maar door de juiste vragen te stellen. Dat zijn muurtjes waar je over moet. Die haren waren symbolisch, het ging niet alleen daarom. Ik zou alles precies hetzelfde doen.’
Wanneer je weer in Brussel bent, lijkt de stad je nu dan klein, grijs en saai?
‘Nee, dat kleine van Brussel is net belangrijk voor me. Het is een geluk, vind ik, om in een stad geboren te zijn die niet zo groot is als Parijs, New York of Londen. Want daar stopt het nooit, daar kan de druk heel groot worden. In Brussel heb je de kans om je uit te drukken, om jezelf te zijn. Je kunt daar leven op mensenmaat.’
Hoe zie jij jezelf als oud vrouwtje?
‘Ik denk niet dat ik een oud vrouwtje zal zijn, eerder een grote oude vrouw.’
Denk je daar soms al aan?
‘Jazeker. Ik hoop dat ik tegen dan kan terugkijken op alle mooie dingen die ik gemaakt heb. Dat het niet alleen om mijn imago ging, maar ook om mijn werk.’
Het parfum
‘Chance Eau Splendide is een vrolijke, betoverende geur’, vertelt Olivier Polge, de parfumeur van Chanel. Het is ‘een geloofsbelijdenis’ vol fleurigheid en fruitigheid. De eerste indruk is die van framboos, met toetsen van knapperig fruit, rozen en viooltjes. De kern van roosgeranium doet denken aan de velden van Grasse die Chanel met zorg bewerkt. Ten slotte blijven er sporen van ceder, witte muskus en iris in de neus hangen. De paarse kleur symboliseert ‘het sprookjesachtige, het mysterie en de adellijke’. Om dat parfum te belichamen en op muziek te zetten werd gekozen voor Angèle, de 29-jarige Belgische singer-songwriter en actrice. De regie werd gedaan door Jean-Pierre Jeunet, de fotografie was in handen van Steven Meisel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier