Andrea Weber (Babor): ‘Het is belangrijk dat mensen zich verdiepen in de wetenschap achter wat ze op hun huid smeren’

Wie meer over cosmetica wil weten, kan niet om de wetenschap heen. Weekend.be interviewde daarom Andrea Weber, de proefbuiskijker bij uitstek van het prestigieuze Duitse verzorgingsmerk Babor. “Ik wil geen producten op de markt brengen die niets doen – er zit een zekere doelmatigheid in mijn manier van werken.”

Hoe komt een nieuw product bij Babor tot stand? Experimenteer jij wat in het labo of trekt het marketingteam aan je mouw?

Weber: “Dat kan van twee kanten komen. Het gebeurt wel eens dat marketing ons vraagt om een antwoord te vinden op een nieuwe Koreaanse hype, al geef ik dan wel eerlijk mijn mening. Soms zeg ik dat het technisch mogelijk is om een bepaald trendy ingrediënt of een formule te gebruiken, maar dat het helemaal niets bijdraagt aan de huid. Wat ze daarna met die informatie doen is hun zaak. (lacht) Maar uiteraard spelen we ook heel veel in op wetenschappelijke evoluties. Een tiental geleden ontdekte men achter het glycatieproces: hoe suikers zich binden aan eiwitten en zo vroegtijdige huidveroudering in de hand werken. Het is logisch dat we daar dan onze eigen research op afstemmen en dat daar producten uit voortkomen.”

Wat momenteel heel hip is zijn voedingssupplementen…

Weber: “Tegenwoordig vind je pillen met allerlei gezondheidsclaims gewoon in de supermarkt, dat vind ik niet te vertrouwen. De consument leest ook geen labels hé. Maar het principe van de huid van binnenuit voeden klopt wel. Ik ben daar dus zeker geen tegenstander van, maar dan moet de formule echt wel goed zitten.”

Bij de nee-ploeg wordt geopperd dat je die ingrediënten gewoon weer uit plast.

Weber: “Dat hangt ervan af. Vitamines die in water oplossen, zoals vitamine C, verlaten je lichaam inderdaad via urine, maar in-olie-oplosbare ingrediënten zoals vitamine A blijven in het lichaam en binden zich aan je cellen en organen. Het is dus belangrijk dat mensen dat verschil kennen en dat ze zich sowieso een beetje meer verdiepen in de wetenschap achter wat ze slikken of op hun huid smeren.”

Het probleem is -denk ik- dat heel wat mensen het gevoel hebben dat ze dat net wel doen. We zijn toch allemaal ontzettend veel met onze huid bezig.

Weber: “Ja, en ik juich dat ook toe: onze huid is het grootste orgaan en die heeft verzorging nodig, zeker in bepaalde omstandigheden. Maar wanneer mensen zomaar wat gaan smeren omdat ze de claims blindelings geloven dan doet al die overbezorgdheid net meer kwaad dan goed. Dermatologen krijgen steeds meer mensen met (allergische) huidreacties over de vloer. Men wil producten die meteen zichtbaar resultaat leveren en grijpt dus snel naar dingen die bijzonder agressief zijn, ik denk dan aan retinol of fruitzuren.

Babor wordt verkocht door mensen die opgeleid zijn, die weten wat de actieve ingrediënten zijn en wat ze doen. Dat was voor mij heel belangrijk – ik werkte hiervoor bij een ander cosmeticabedrijf waar de producten vrij verkocht werden en daar was ik als wetenschapper niet echt opgezet mee.”

Met de democratisering van informatie voelt de consument zich ook steeds meer verantwoord om bedrijven op het matje te roepen. De cosmeticasector heeft zo ook al wat rake klappen gekregen, ik denk bijvoorbeeld aan parabenen…

Weber: (geërgerd) “Die discussie was zo frustrerend. Kijk, ik vind het uiteraard belangrijk dat de media of de consument aandacht besteedt aan wetenschappelijke studies. Graag zelfs! Maar ze beseffen niet hoeveel schade ze aanrichten wanneer ze niet met kennis van zaken spreken. Mensen verspreiden negatieve informatie over ingrediënten vandaag de dag razendsnel, en eens een gerucht aan het rollen gaat kan je het niet meer tegenhouden.”(Zucht)

“Het is belangrijk dat je het hele plaatje ziet, en je niet baseert op een enkele studie. Om het nu specifiek over parabenen te hebben: de studie waarop die geruchten gebaseerd waren is geen significante studie. (In 2004 ontdekte biomoleculair wetenschapper Philippa Darbre van de University of Reading in 18 van de 20 stalen van borstkankertumoren (sporen van) parabenen. Darbre toonde echter niet aan dat parabenen kanker veroorzaken, wel dat parabenen gevonden werden bij kankercellen, nvdr). Daar is daarna nog uitvoerig onderzoek naar gedaan, zoals het hoort, en voorlopig is er nog geen sluitend bewijs. Parabenen zijn zelfs de bewaarmiddelen die het meeste en het beste onderzocht zijn van alle bewaarmiddelen, maar omdat omdat de consument bang is geworden opteren cosmeticabedrijven er toch voor om ze te schrappen en andere bewaarmiddelen te gebruiken. Want vergis je niet: als je een product wil dat langer dan twee weken meegaat, dan heb je een bewaarmiddel nodig.”

Wie als leek het gamma van Babor bekijkt denkt vast ‘heb ik al die producten nu écht nodig’.

Weber: “Ik blijf mezelf herhalen maar het is heel belangrijk dat je de juiste producten voor je leeftijdscategorie, je huidtype en je omgeving smeert. Je huid heeft uiteraard enkele zelfregulerende functies maar die kunnen zeker wat hulp gebruiken. Als je echter de foute producten smeert kan je dat natuurlijke proces van de huid zelfs tegengaan.

Een product vinden dat juist voor je is kan met de hulp van een dermatoloog of een schoonheidsspecialiste, maar zal je toch vooral zelf ondervinden. En nee, dat weet je niet na één dag. Je moet je huid zeker twee maanden de tijd geven om te reageren op het product, om te stoppen of te starten met produceren.”

“Er valt natuurlijk wel wat te zeggen voor meer dan één oogcrème in je badkamerkastje, dat is uiteraard marketing. Al onze producten zijn prima, maar uiteraard zal een crème of serum je beter bevallen wanneer je iets uitkiest dat bij jouw noden past.”

Maar het is niet zo dat ik bijvoorbeeld de voordelen van een serum niet zal ondervinden omdat ik de bijhorende crème niet smeer?

Weber: “Nee hoor, al onze producten kunnen op zichzelf staan, het is heus niet nodig om alles te layeren. Dat kan. Maar dat hoeft niet.”

Wat zijn de waarden die jij in je achterhoofd houdt bij het creëren van een product?

Weber: “Ik wil geen producten op de markt brengen die niets doen – er zit een zekere doelmatigheid in mijn manier van werken. Ik vind het ook belangrijk om eerst te kijken naar de natuur, en hoe zij dingen oplost. Babor is geen natuurmerk en we werken ook met peptides en synthetische producten, maar de inspiratie en de techniek moet van de natuur komen. Dat is de meest logische manier.”

Wat zijn je favoriete producten die je de afgelopen jaren ontwikkeld hebt

Weber: “Favoriet is moeilijk. De meest interessante producten zijn ongetwijfeld de producten die te maken hebben met expressielijntjes, zoals het BTX-serum in de Doctor Babor lijn, met meer specifieke producten. Als ik naar het volledige gamma kijk val ik toch telkens terug op de Reversive-producten, omdat we daar voor het eerst niet enkel gingen kijken naar rimpels of pigmentatie, maar ons richtten op hoe de huid er in het algemeen uitziet.”

Mag ik vragen hoe je in de cosmeticawereld beland bent?

Weber: (lacht) “Het is een vraag die ik vaak krijg. Toen ik mijn vrienden vertelde dat ik voor een cosmeticabedrijf ging werken geloofden ze niet. Ondertussen ben ik toch al meer dan twintig jaar actief in de sector. Eerlijk? Het was puur toeval.”

“Ik had microbiologie gestudeerd en toen ik mijn diploma kreeg lagen de jobs niet bepaald voor het grijpen. Ik heb me zelfs eerst omgeschoold tot technisch schrijver en ontwikkelde een tijdje software voor ziekenhuizen. Na twee jaar besloot ik toch maar een jobadvertentie uit te schrijven en er reageerde een cosmeticabedrijf. Het was op dat moment zeker niet mijn droomjob, maar ik kon tenminste mijn studies in praktijk omzetten. Na een tijdje ben ik bij Babor terechtgekomen en de medisch gestoelde manier van werken hier bleek een hele goede match. “

11 februari worden vrouwen die actief zijn in STEM-sectoren extra in de aandacht geplaatst. Vind jij zo’n dag nodig?

Weber: “Ik heb daar eigenlijk nooit echt bij stilgestaan. Als ik erover nadenk dan ja, dan zijn er wel heel weinig vrouwen die een lab leiden. Ik vind het dus wel nuttig dat er aandacht aan besteed wordt en dat bijvoorbeeld bedrijven als L’Orèal vrouwen in de wetenschap heel erg ondersteunen via het Women In Science programma in samenwerking met Unesco. Het is ook belangrijk dat jonge meisjes warm gemaakt worden voor de wetenschappen, al in de lagere school. Enkel zo ga je echt verandering in werking zetten. Nu, ik denk wel dat de mindset al aan het veranderen is, al zal het waarschijnlijk nog wel een aantal jaar duren eer we echt gelijkheid bekomen. Gelukkig hebben wetenschappers veel geduld.”