Werken in een wintertuin of historisch klooster? 3 getuigen over hun waanzinnige werkplek

© Damon De Backer

Niet iedereen trekt ’s morgens de deur open van een kleurloos kantoorgebouw. Drie geluksvogels over hun werkplek met hoge wowfactor.

Pepijn Duwein hoopt nog lang te kunnen werken in het Sint-Ursula-Instituut

© Damon De Backer

Pepijn Duwein (46) is leerkracht lichamelijke opvoeding in het Sint-Ursula-Instituut (SUI) in Onze-Lieve-Vrouw-Waver. De historische gebouwen van het voormalige internationale meisjespensionaat van de zusters Ursulinen en het bijbehorende park staan geklasseerd als erfgoed. De prachtige art-nouveauwintertuin uit 1900 is na twee jaar restauratiewerken weer open voor publiek.

‘De school van Harry Potter, hoor je weleens zeggen. Die mythe leeft al twintig jaar, maar we houden ze graag in stand. Op de eerste schooldagen in september spelen we met de jongste leerlingen nog altijd zwerkbal. Nergens in Vlaanderen zul je een gelijkaardige school vinden. Je waant je hier echt in Engeland. Toen ik vijfentwintig jaar geleden als nieuwbakken leerkracht kwam solliciteren, was ik enorm onder de indruk van de grootsheid van de gebouwen – nog altijd trouwens. Het hele domein is tien hectare groot. Voor nieuwe leerlingen of leerkrachten is het een labyrint. Ik ken intussen veel verborgen gangen en deuren, maar ik blijf nieuwe hoekjes ontdekken of details opmerken die ik niet eerder gezien had. Op vrije momenten geniet ik ervan om even rond te wandelen. Het park is prachtig, zeker in de herfst. Tijdens mijn lunchpauze zoek ik vaak de stilte op van de oude bibliotheek, of het oratorium van het klooster, al is het maar voor tien minuten. Ik sta de hele dag tussen joelende leerlingen in een sporthal of zwembad. Die momenten om te ontprikkelen heb ik hoe langer hoe meer nodig. Er is altijd wel een rustig plekje waar ik me even kan terugtrekken en daar ben ik dankbaar voor. Veel andere scholen hebben die luxe niet.

© Damon De Backer

Als leerkracht kan ik op plekken komen die niet toegankelijk zijn voor onze leerlingen – zoals de kelders met prachtige marmeren badkuipen – maar ook zij genieten van de pracht en praal waar het internaat ooit zo befaamd om was. De refters waar ze eten, hebben fenomenale tegelvloeren en muurschilderingen. Tijdens de middagpauze mogen ze gaan wandelen in het park of piano oefenen in de originele pianogalerij. De wintertuin is wel verboden terrein – daar laat je liever geen bende pubers in los. Onze leerlingen krijgen uiteraard de geschiedenis van de school mee, maar ik betwijfel of ze zich echt bewust zijn van de uitzonderlijke omgeving. Misschien komt dat besef pas later.

© Damon De Backer

Een patrimonium zoals dit beheren, is een werk dat nooit stopt. Je hoort altijd wel ergens het geluid van boormachines of slijpschijven, vaak tot in de klaslokalen. Omdat we in een beschermd monument zitten, mag je ook niet zomaar aanpassingen doen of moderniseren. De meeste vensters zijn nog steeds enkel glas. De energiecrisis heeft voor flink wat paniek gezorgd, en als er ooit epc-normen komen voor scholen, houden wij ons hart vast.

Het is vandaag niet altijd gemakkelijk als leerkracht, op verschillende vlakken. Dat ik mijn job mag uitoefenen op een unieke plek als deze maakt voor mij veel goed. Hoewel ik nooit ergens anders lesgegeven heb, vind ik het nog steeds niet vanzelfsprekend om door zoveel schoonheid omringd te zijn. Hoe ouder ik word, hoe meer gehecht ik raak aan de gebouwen. Mijn waardering is alleen maar gegroeid. Ik kan me perfect inbeelden dat ik hier ooit als gids ga rondlopen, om bezoekers mee op sleeptouw door de gangen te nemen. Vroeger zou ik daar nooit over gedacht hebben, nu zie ik mezelf dat met veel plezier doen.’

visitwintertuin.be

Tillo Luyckx gaat met plezier werken in het Wintercircus

© Damon De Backer

Tillo Luyckx (28) is verantwoordelijke van Bar Bougie in het Wintercircus in Gent. In het pand uit 1894 vonden vorige eeuw circusvoorstellingen en revues plaats, later deed het jarenlang dienst als garage. Na 25 jaar leegstand heropende het Wintercircus enkele maanden geleden als een nieuwe ontmoetingsplek met cafés en restaurants, werkplekken en een overdekt publiek plein. Het gerenoveerde gebouw was een van de twintig genomineerden voor de Architectuurprijs Gent 2024.

‘Ik heb dubbel geluk. Mijn job is fantastisch – ik heb altijd in de horeca gewerkt en doe niets liever – én de locatie is prachtig. Hiervoor werkte ik in een café vlak bij de Vrijdagmarkt, met een groot terras waar voortdurend toeristen langsliepen. De sfeer in Bar Bougie is totaal anders. We kijken uit op de arena, zoals we het binnenplein noemen, een zicht dat nooit verveelt. De architectuur is fenomenaal. Iedereen die hier binnenkomt, is very impressed. Eigenlijk kun je niet anders dan verliefd worden op deze plek. Zelfs in mijn vrije uren hang ik hier graag rond, liefst een paar verdiepingen hoger bij Bar Bassie, waar ze het mooiste dakterras van Gent hebben. Sinds de opening van het Wintercircus ben ik nergens anders meer op café geweest. Dat zegt genoeg, denk ik. (lacht)

© Damon De Backer

Dat het Wintercircus een verborgen parel is, is het minste dat je kunt zeggen. Veel Gentenaars – ook ik – zijn hier jarenlang voorbijgefietst zonder echt te weten wat er achter de dichtgetimmerde deuren zat. Een gigantische ruimte, zo bleek toen ik hier voor het eerst kwam. De buitenkant geeft weinig prijs, wat het verrassingseffect dubbel zo groot maakt. Enerzijds voelt het alsof de tijd is blijven stilstaan, bijvoorbeeld door de afgebladderde verf die de architecten bewust zichtbaar hebben gelaten, of de oude benzinepompen die zijn blijven staan. Tegelijkertijd zitten we in een hypermodern gebouw, verwarmd door een warmtepomp en met een ondergrondse concertzaal.

Het is een omgeving die uitnodigt om creatief te zijn. De ruimte is enorm polyvalent, er is zoveel mogelijk. Een rollerdisco op het binnenplein, ik zie het al helemaal voor me. Dat het plein volledig overdekt is, vind ik voorlopig vooral positief. Op ons terras is het nooit slecht weer. Goed voor mijn humeur én dat van onze klanten. (lacht) Tegelijkertijd is het ook wel vreemd om geen ramen te hebben waardoor je naar buiten kunt kijken. Soms stap ik na een werkdag op mijn fiets en zie ik dat de straten nat zijn. Ik heb binnen totaal geen idee van het weer.

© Damon De Backer

Veel mensen die hier iets komen drinken, zijn als kind nog in garage Mahy geweest, of stiekem komen skaten toen het nog een ruïne was. Het is een gebouw waar veel Gentenaars herinneringen aan hebben, en dat nu opnieuw tot leven komt. Ik ben trots dat ik daar deel van uitmaak, ook al is het hard werken door de vele evenementen die hier georganiseerd worden. Soms ben ik zo druk bezig dat ik bijna vergeet rond te kijken, tot ik passanten zie die voor het eerst – en met grote ogen – over het plein lopen. Dan besef ik weer in wat voor een megazot gebouw ik mag werken.’

Lieve Vandeneede is werkzaam in een voormalig klooster

© Damon De Backer

Lieve Vandeneede (57) is bibliotheekmedewerker in Het Predikheren in Mechelen. Het klooster stond sinds 1975 leeg en kreeg in 2019 een nieuwe bestemming als stadsbibliotheek. De schoonheid en sfeer van de ruïneuze ruimtes vormden de belangrijkste inspiratiebron voor het ontwerp. Na een geslaagde renovatie won Het Predikheren in 2020 de Onroerenderfgoedprijs.

‘De binnentuin was overwoekerd door planten, muren waren bezaaid met zwammen en graffiti en de zoldervloer zat vol gaten. Het gebouw was een ruïne, en toch was die eerste ontmoeting ronduit magisch. Het voelde alsof we een andere wereld betraden. Iedereen die er toen bij was, wist: dit gaat prachtig worden. We gaan Doornroosje wakker kussen zonder dat ze haar schoonheid verliest, waren de woorden van architect Mechthild Stuhlmacher. Ze keek niet alleen naar wat het gebouw kon zijn, maar vooral naar wat er al was. De verfijnde ornamenten, de fraaie gewelven en de prachtige lichtinval, maar ook het verweerde pleisterwerk en de vele gaten in de muur. Alle tijdslagen – het klooster is later nog een militaire kazerne en een hospitaal geweest – mogen gezien worden, ook die van het verval. Die zachte renovatie bracht sommige bezoekers aanvankelijk in de war. Ze dachten dat het gebouw nog niet klaar was, of dat het geld op was.

© Damon De Backer

Het Predikheren vertelt een verhaal, en voor een bibliotheek is dat natuurlijk fantastisch. In het begin werd onze deur platgelopen. Plots wou iedereen de bib zien, dat waren we niet gewend. De eerste maanden hebben we rondleidingen gegeven tot we het woord niet meer konden horen. Hoewel ons vorige gebouw echt afgeleefd was – bij regen moesten we slalommen rond de emmers – bracht de verhuizing ook verdriet mee, hoe mooi onze nieuwe bestemming ook was. Tijdens de ontwerpfase was duidelijk geworden dat we niet alle boeken zouden kunnen meenemen. We hebben serieus moeten selecteren in de collectie om alles een plaats te kunnen geven. Gelukkig beschikken we over een groot magazijn.

© Damon De Backer

Op mijn allereerste werkplek, in Brussel, keek ik uit op een glasraam van de Sint-Goedelekathedraal. Wanneer dat ’s avonds verlicht was, was dat een lust voor het oog. Daarna heb ik jaren gewerkt in een ruimte zonder ramen. Zodra ik kon, ontsnapte ik. Hier voel ik me weer zoals bij dat glasraam. Achter de balie hoor je vaak een “wauw” als mensen binnenkomen. Het is een voorrecht om hier te mogen werken, dat zal ik altijd volmondig beamen. We reizen de wereld rond op zoek naar schoonheid, ik word er dagelijks door omringd.

Het Predikheren is niet alleen voor mij een prachtige plek, maar voor iedereen. Ik word altijd blij als ik bezoekers – jong en oud – zie rondhangen, afspreken met vrienden of zelfs op de grond zitten met een boek. Het gebouw nodigt uit om te blijven, en dat doen mensen ook. De betoverende sfeer die wij mochten ervaren tijdens ons eerste bezoek, hangt er nog steeds. Er verschijnen veel artikels rond bosbaden, of hoe een wandeling in de natuur een effect kan hebben op het geluksgevoel van mensen. In mijn ogen kun je dat doortrekken naar elke mooie omgeving, ook in de stad. De schoonheid van het gebouw kan me nog steeds overvallen, ontroeren zelfs. Ik weet nu al dat ik hier niet graag zal weggaan.’

Lees ook: Hoteltest: slapen in een voormalige bank in het hartje van Brussel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content