Waarom running crews zo populair zijn: ‘Niemand wordt hier scheef bekeken, ook niet na weken afwezigheid’
Lopen is niet langer de solitaire sport die het ooit was. Tegenwoordig vind je in vrijwel elke grote stad minstens één running crew die, gewapend met een boombox, de straten doorkruist en de eenvoudigste sport ter wereld een fris imago aanmeet. Wat is hun succesformule?
De allereerste running crew zag het levenslicht in 2004, op een doordeweekse avond in New York. Toen Mike Staes er niet in slaagde om een taxi te strikken om zijn dochter op te pikken, maakte hij van een nood een deugd: hij besloot al lopend Williamsburg te doorkruisen. Die onverwachte tocht door de stad bracht hem zoveel vreugde dat hij besloot om zijn vrienden voortaan wekelijks op te trommelen voor een vrijblijvend rondje rond de stad.
Intussen zijn we twintig jaar later en is ‘zijn’ running crew uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen. In ongeveer elke grote stad kan je er wel eentje vinden. De principes zijn overal min of meer hetzelfde: you don’t sign up, you just show up. Lees: geen lidgeld, fysieke testen of een engagementseis. Er wordt niet getraind voor een bepaald doel, samen lopen ís het doel.
Geen verplichtingen
‘Het groepsgevoel staat bij ons centraal’, legt Dimitri Antonissen uit. Naast zijn job als hoofdredacteur bij de krant Het Laatste Nieuws is hij ook een van de kapiteins van de Antwerp Running Crew. ‘Ik zeg altijd: it’s not about the speed, it’s about the people you meet. We komen wekelijks met zo’n honderd mensen samen om te lopen, maar de nadruk ligt niet op presteren. Qua tempo mikken we op zo’n tien kilometer per uur. Niet te uitdagend voor beginners, niet te traag voor marathonlopers. Zo slagen we erin om een heel diverse groep lopers aan te trekken.’
‘Toen ik me aansloot bij de Brussels running crew had ik op eigen houtje al een marathon gelopen: ik was dus verre van een beginner’, vertelt Brusselaar Ash Siuzdak. ‘Toch was ik aangetrokken door het idee om samen met anderen te lopen. Het rustige tempo staat je toe om onderweg een babbeltje te slaan.’
‘Vooraf is de grootste vrees van veel mensen dat ze niet zullen kunnen volgen’, aldus Antonissen. ‘In de praktijk blijkt die vrees onterecht. Het tempo is ook de enige constante: de route en het aantal lopers wisselt wekelijks.’ Dat laatste is nog een ander belangrijk verschil met een klassieke sportclub. Er is geen enkele verplichting om wekelijks te komen opdagen. Wie kan, komt. Wie niet kan, blijft thuis en zal bij een volgend loopje zeker niet scheef bekeken worden. ‘Die vrijheid is voor mij heel belangrijk en past ook erg bij de tijdgeest’, vertelt Antonissen. ‘Mensen zijn bang om zich echt aan een organisatie te verbinden, sporten wordt dan al snel een verplichting. Bij ons moet je helemaal niets. Wie een keer heeft meegelopen, is levenslang lid.’
Wel verbondenheid
Tegelijkertijd heerst er wel een sterke onderlinge verbondenheid. Samen lopen is een uitstekend sociaal smeermiddel. En de wisselende bezetting maakt dat je wekelijks nieuwe mensen leert kennen. ‘In dat opzicht was de running crew voor mij een echte openbaring’, vertelt Antonissen. ‘Ik heb een fijne vriendenkring, maar ik merkte wel dat ik geen nieuwe mensen meer leerde kennen. Als ik wil kom ik nu wekelijks in contact met nieuwe gezichten. Ik merk ook dat er in de running crew ook veel vriendschappen ontstaan en dat mensen ook naast het lopen regelmatig afspreken.’
‘Toen ik naar Brussel verhuisde, kende ik hier eigenlijk niemand. Maar het toeval wil dat een van mijn huisgenoten kapitein was van de BXL run crew, dus heel veel overtuiging had ik niet nodig’, vertelt Siuzdak. ‘Ik voelde meteen dat ik in een heel warme gemeenschap terechtkwam, die om veel meer dan lopen alleen draait. Na onze loopsessie gaan we vaak op café, en daar merk je pas echt hoe sociaal iedereen is. Ook buiten de wekelijkse sportsessies wordt er volop afgesproken. Om te hiken, musea te bezoeken of andere sporten te doen. Er is zelfs een leesclub ontstaan in deze loopclub (lacht). Voor mij was dit een ideale manier om een vriendenkring uit te bouwen in een nieuwe stad.’
‘De kapiteins zijn misschien de spil van de crew’, aldus Antonissen, ‘maar iedereen voelt zich wel mee verantwoordelijk voor wat die crew is. Onlangs heb ik bijvoorbeeld een trailweekend op poten gezet in de Ardennen. In veel organisaties moet je dan een comité oprichten om alles praktisch te regelen, maar bij ons ging alles vanzelf. Ik heb de kampplaats gezocht en een kok had zijn Green Egg meegenomen om te barbecueën. Iemand anders nam een aanhangwagen met brandhout mee voor kampvuur en nog iemand anders bracht feestverlichting mee. Zonder dat ik ook maar iets heb gevraagd. Dat is enkel mogelijk wanneer je een hechte én een diverse community hebt. Bij ons kom je alle lagen van de samenleving tegen: van bouwvakkers tot expats. Het aantal mannen en vrouwen is ook vrij evenredig verdeeld.’
Van running crew naar leesclub
Naast het sportieve en het sociale aspect is er nog een andere belangrijke reden waarom mensen zich aansluiten bij een running crew: het is een ideale manier om de stad eens door andere ogen te bekijken. ‘We bestaan al 6,5 jaar, maar we hebben eigenlijk nog nooit dezelfde route gelopen’, vertelt Tim Verheyden, kapitein van de BXL run crew. ‘We zijn met 18 vrijwilligers, ieder neemt om de beurt een route voor z’n rekening. Bij een ideale route koppel je een sportieve prestatie aan het ontdekken van een nieuwe kant van de stad: een klein weggetje, een groene oase of een mooie woonwijk. We letten er wel op dat er onderweg niet te veel kruispunten zijn, zodat we niet te veel moeten stoppen onderweg. Onlangs heb ik bijvoorbeeld een parcours uitgestippeld met als thema trappen. We lopen langs veel plekken die iedereen al kent, maar door zoveel mogelijk trappen te passeren ervaar je de plekken toch op een andere manier (lacht).’
‘Voor ik naar Brussel verhuisde, kende ik onze hoofdstad amper’, bekent Siuzdak. Ik moest steevast zoeken naar de beginpunten van de looplocaties, maar dat is niet langer het geval. Ik trek ook graag foto’s tijdens de runs om achteraf er nog eens terug te keren. Zo ontdek ik voortdurend nieuwe pleintjes of coole koffiebars.’
Ook Antonissen maakt er een punt van om zijn crew wekelijks te verrassen. ‘Ik ben voortdurend aan het speuren naar nieuwe hoekjes in de stad. Ook de themaruns brengen afwisseling. Op de warmste dag van de zomer hebben we bijvoorbeeld de watergun run, waarbij iedereen elkaar onderweg belaagt. Er zijn ook fluoruns, eightiesruns of streetart runs. Er is voor elk wat wils.’
Nieuwe plekken ontdekken, nieuwe vrienden maken terwijl je je conditie opkrikt. En dat zonder ook maar één euro uit te geven: het lijkt bijna te mooi om waar te zijn. De vele honderdduizenden lopers wereldwijd bewijzen elke week het tegendeel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier