Waarom praten met je grootouders loont: ‘Je beseft vaak niet hoe groot hun invloed is op jouw eigen leven’
We hebben het dankzij Tom Waes al een paar weken over de geschiedenis van Vlaanderen, maar hoe zit het met je eigen geschiedenis? Wat weet je over het leven van de generaties die jou voorafgingen? Amerikaanse antropologe Elizabeth Keating vond deze vraag zo belangrijk dat ze er een boek over schreef. “Ik was verbaasd over hoe weinig we eigenlijk weten.”
Hoe hebben je grootouders elkaar leren kennen? Wat wilde je oma worden toen ze klein was? Wat was de moeilijkste beslissing die je oma ooit heeft moeten nemen? Is het hart van je opa ooit gebroken? Misschien ken je het antwoord op al die vragen, maar de kans is groot dat je geen idee hebt. Toch is het belangrijk, vindt de Amerikaanse antropologe Elizabeth Keating. Zo belangrijk dat ze er een boek over schreef, The Essential Questions. Daarin legt ze uit dat we denken onze familiegeschiedenis vrij goed te kennen omdat we vele uren hebben doorgebracht met onze ouders, grootouders, tantes en ooms. “Maar tijdens mijn onderzoek rond familiegeschiedenis was ik verbaasd over hoe weinig we eigenlijk weten”, vertelt ze via Zoom. “Dat is vooral jammer omdat onze wereld de laatste eeuw stevig veranderd is en ze dus levende getuigen zijn van heel interessante decennia.” We zijn allemaal, al is het maar oppervlakkig, geïnteresseerd in het recente verleden. De muziek van de jaren zestig, de mode van de jaren tachtig, de technologie van de jaren negentig. Onze kennis over geschiedenis halen we op school, maar via boeken, series en films ook over populaire cultuur. “Alleen, geschiedenisboeken en de media generaliseren geschiedenis. Alsof iedereen ter wereld exact hetzelfde meemaakt op hetzelfde moment. Maar zo is het helemaal niet en zodra je met individuen praat, ontdek je hoe groot de verschillen zijn in verschillende werelddelen, omgevingen en zelfs families.”
Gescheurde jeans
Geschiedschrijving is niet de belangrijkste reden waarom het een goed idee is om met je oudere familieleden te praten, vindt Keating. “Het is eerst en vooral een mooie manier om tijd door te brengen met mensen die je graag ziet. De kans is bovendien groot dat je ontdekt dat ze interessanter zijn dan je dacht. We zien onze ouders en grootouders vaak alleen in die specifieke rol, terwijl ze ook ondeugende kinderen, verliefde tieners of tegen moeilijkheden aanbotsende jongvolwassenen geweest zijn. Het is goed om een beeld te krijgen van je grootouders als jonge mensen voor ze verantwoordelijke volwassenen waren. Ik heb mijn studenten aan de universiteit van Texas, Austin, de vragen uit mijn boek laten gebruiken voor verschillende projecten en hoorde dat het hun connectie met hun grootouders ook echt veranderde. Een studente vertelde dat ze als eerste in haar familie ging studeren, maar dat het idee dat ze als toekomstige neurowetenschapster niet veel gemeen had met haar oma – die als tiener al moeder werd en haar hele leven voor een groot gezin gezorgd had – verdween na hun gesprekken. Ook al ziet de wereld er anders uit dan 50 jaar geleden, ook al daten, eten en leven we vandaag anders, de opwinding van een eerste verliefdheid, de pijn van een gebroken hart, het verliezen van iemand die je graag ziet, onrechtvaardigheid meemaken, die dingen zijn nog net hetzelfde. Mijn studenten ontdekten tijdens die gesprekken ook hoe veerkrachtig we zijn, en hoe snel we ons kunnen aanpassen aan een veranderende wereld. En soms gaat het echt over eenvoudige dingen. Als je opa vertelt hoe hij als kind maar één paar schoenen had, begrijp je plots waarom hij jouw gescheurde jeans zo verschrikkelijk vindt. Als je oma vertelt hoe streng men vroeger was voor meisjes, en wat ze mochten doen of dragen, begrijp je beter waarom ze commentaar geeft op haar kleindochter.”
Zelfs op professioneel vlak is het interessant om met senioren in je vak te praten. De technologie is misschien veranderd, maar een vak vraagt vaak nog altijd dezelfde vaardigheden.
Elizabeth Keating
Ketting van kennis
We leren niet alleen onze familie kennen als we met hen praten, daar is Keating van overtuigd. “Ik denk dat het belangrijk is om onze grootouders en ouders te begrijpen, om onszelf beter te begrijpen. Er is zoiets als een ketting van kennis. We leren alles van onze ouders en grootouders en beseffen vaak niet hoe groot die kennis of hun invloed op ons is. Hoe ze leefden, waar ze van droomden, wat ze meemaakten, al die dingen hebben hen mee gevormd. Het bepaalde wat voor ouders ze werden, en later wat voor grootouders. En dus ook hoe ze met ons omgaan. Hun ervaringen sturen wat zij belangrijk vinden, wat ze ons willen bijbrengen, waar ze ons voor willen beschermen ook. Dat is de reden waarom we vaak generatieconflicten zien tussen tieners en ouders, omdat cultuur snel verandert en ze een andere kijk op de wereld hebben. Maar als volwassene is het goed om het leven van je ouders en grootouders te begrijpen, omdat het ons helpt naar onszelf te kijken.”
Het wakkert ook empathie aan, denkt Keating. “Als je bent opgegroeid met het idee dat je kritisch moet denken en alles in vraag stellen, is het boeiend om te praten met iemand die leerde altijd respect te hebben voor autoriteit en te doen wat er gezegd werd. Het is boeiend om dat verschil te verkennen en de wereld door de ogen van iemand anders te zien.”
Het is zelfs niet alleen binnen families een goed idee om met de meest ervaren mensen te gaan praten, denkt Keating. “Zelfs op professioneel vlak is het interessant om met senioren in je vak te praten. De technologie is misschien veranderd, maar een vak vraagt vaak nog altijd dezelfde vaardigheden. En vooral: mensen en hoe ze met elkaar omgaan zijn vandaag niet zo anders dan een paar decennia geleden, dus daar kun je zeker veel van leren.”
Als een antropoloog
Laat alle kleinkinderen dan maar massaal hun grootouders interviewen, zou je denken. Maar zo eenvoudig is het niet, weet professor emeritus Leen Van Molle, die aan de KU Leuven de sociale geschiedenis van de 19de en 20ste eeuw bestudeerde en het vak Mondelinge geschiedenis doceerde. “Veel hangt af van je wilt bereiken met zo’n gesprek, en een gesprek met iemand in je familie of met iemand die je niet kent, dat zijn twee heel verschillende dingen. Om te beginnen onthouden we veel alledaagse, banale dingen niet en daarnaast zullen mensen over bepaalde dingen helemaal niet willen praten met hun familie. Falen, verdriet, moeilijke beslissingen, slechte relaties, pijnlijke ervaringen, geweld… De vraag is: wil je gewoon wat verhalen over hoe het vroeger was, of wil je die persoon echt begrijpen?”
Mensen zijn bezig met hoe ze herinnerd willen worden, daarom hebben ze het vaak liever niet over moeilijke periodes uit angst dat dat zal blijven hangen als beeld.
Elizabeth Keating
Dat is iets waar ook Keating op botste. “Ik heb mijn moeder geïnterviewd voor ze stierf, maar bleef vastzitten in mijn eigen beeld dat ik als dochter van haar had. Ik stelde ook alleen vragen over dingen die ik eigenlijk al wist. Daarom besloot ik om het als een antropoloog aan te pakken. Wij stellen als antropologen nooit vragen gebaseerd op wat we al weten. We proberen uit ons eigen wereldbeeld, onze eigen vooroordelen en onze eigen kennis te stappen om de wereld te zien vanuit een ander gezichtspunt. Met dat in gedachten ontwikkelde ik een reeks vragen die mensen hun ouders en grootouders kunnen stellen, alsof ze een antropoloog zijn die veldonderzoek doet met zo weinig mogelijk vooroordelen.” Waar en hoe ze zijn opgegroeid, wat ze nog over de familiegeschiedenis weten, hoe hun sociale leven, school, maar ook rituelen en zelfbeeld eruitzagen, welke banden, maar ook welke bezittingen ze koesteren, wat hun sterkste herinnering uit hun kindertijd is, maar ook waar ze bang voor waren. Keating probeert breed en diep te gaan. En toch gaat het om details, vertelt ze. “Antropologen zijn geboeid door de details van het alledaagse leven, omdat die een scène echt tot leven kunnen brengen. Maar grootouders vinden dat vaak niet boeiend genoeg om over te vertellen. Jammer, want wat voor kleren ze droegen, waar ze mee speelden, hoe mensen met elkaar omgingen… dat geeft je echt een idee van hoe zij hun leven aanvoelden, 40 of 60 jaar geleden. Mijn ultieme tip is: vraag mensen om iets te beschrijven alsof jij er een film over gaat maken en dus alles moet doen herleven.”
De film van je leven
Alleen, ook als je naar details vraagt, blijf je botsen op de beperking van het menselijk geheugen en op het feit dat we ons leven rationaliseren en daar alleen vrij goed afgewogen over vertellen. “Dat psychologische aspect is cruciaal”, stelt Leen Van Molle. “Elk van ons heeft in zijn hoofd zijn of haar eigen levensverhaal opgebouwd. We zijn vaak heel wat details vergeten, wat het soms moeilijk maakt om gewone feiten te reconstrueren. Emoties herinneren we ons vaak beter en als het over identiteit gaat, of over moeilijke of zelfs traumatiserende gebeurtenissen, zul je een gefilterd verhaal krijgen. Sommige dingen zullen weggelaten worden, andere worden dan weer benadrukt. Veel hangt af van de cultuur en de verhoudingen in je familie, of van de persoonlijkheid van de mensen met wie je praat. Uit ons eigen onderzoek blijkt dat mensen vaak opener praten met een interviewer die ze niet kennen, omdat die niet bevooroordeeld zou zijn en omdat een ‘anonieme’ getuigenis de familiale verhoudingen niet kan verstoren.”
Mijn mamy Annie wordt dit jaar tachtig, ik ben 31, maar toen we eenmaal echt diepgaande gesprekken kregen, bleken we ontzettend veel gemeen te hebben. Hoe het is om jong en metis te zijn, hoe het is om als enige bruine kindje in een klas vol witte kinderen te zitten: er bleek in 50 jaar tijd niet zo veel veranderd.
Eva Kamanda
Trauma is absoluut een moeilijk onderwerp, weet ook Keating. “Mijn vader sprak nooit over zijn ervaringen in de Middellandse Zee tijdens WO II, maar bij gesprekken over Vietnam kwamen die dan wel naar boven. In de vragen die ik heb opgesteld peilen we niet specifiek naar oorlog of trauma, zodat mensen kunnen praten over wat ze zelf willen. En als iemand ergens niet over wil spreken, moet je daar respect voor hebben. Maar mijn studenten vertelden dat bijna iedereen op het einde van het gesprek opener werd, als ze wisten dat ze niet beoordeeld zouden worden. Mensen zijn bezig met hoe ze herinnerd willen worden, daarom hebben ze het vaak liever niet over moeilijke periodes uit angst dat dat zal blijven hangen als beeld.”
Liever een boek?
Iets wat ook Lucie Benesova vertelt. Zij werkt voor de Tsjechische Familium-uitgeverij, die boeken uitgeeft waarin grootouders aan de hand van welgemikte vragen hun verhaal kunnen vertellen. “De auteur van de boeken, Monika Koprivova, was nieuwsgierig naar de verhalen van haar grootvader, een journalist, en maakte een boekje dat als een soort familieschat kon worden uitgedeeld. Dat groeide uit tot de Oma/Opa, wat is jouw verhaal-boeken, die ondertussen in 15 Europese landen en in Turkije en Chili verschenen. Dat de vragen in een boek staan, heeft een voordeel. Ze krijgen iets objectiefs omdat ze niet door een specifieke persoon gesteld worden. Dat schept een soort afstand waardoor mensen opener zijn en minder bang om beoordeeld te worden. Ik heb de boeken aan mijn beide oma’s cadeau gedaan. Eentje heeft alles enthousiast alleen ingevuld, mijn andere oma wilde alles liever met mij samen doen. Zo ontdekte ik dat ze in Wenen geboren was, maar als pleegkind in Praag terechtkwam, iets wat ik daarvoor niet wist. Het lijkt heel commercieel, zo’n boek, maar je leert elkaar echt beter kennen, en je kunt het verhaal ook vastleggen en zelf doorgeven aan de rest van de familie of je eigen kinderen en later kleinkinderen. Een reactie die we tijdens de covidcrisis vaak kregen, was dat de boeken grootouders, die tijdens de crisis vaak vrij geïsoleerd moesten leven, een gevoel van betekenis gaven. Hun leven is interessant, hun familie heeft vragen, dat geeft aan hoe belangrijk ze zijn.”
Niet verzwijgen
Als het gaat over het uitzoeken van de familiegeschiedenis, is actrice en presentatrice Eva Kamanda ervaringsdeskundige. Het boek Een verzwegen leven, dat ze samen met haar vriend Kristof Bohez schreef, vertelt het verhaal van haar overgrootvader François Kamanda. “Toen ik mijn vriend voor het eerst meenam naar mijn ouders, was hij geïntrigeerd door de trouwfoto van mijn overgrootouders die er aan de muur hangt. Zelf een kind van een zwart-witkoppel zijnde, had ik me nooit vragen gesteld bij een zwarte man die in 1942 met een witte vrouw trouwde. Kristof deed me beseffen dat dat in die tijd toch meer bijzonder was dan nu. Tegelijk was ikzelf al een tijdje geboeid door mijn Congolese afkomst, dus beslisten Kristof en ik aan een familiezoektocht te beginnen. Mijn vader en zijn neven hadden wel wat herinneringen, maar veel meer dan dat François kapper was en dat het gezin in Etterbeek woonde, kwam er niet. We hadden veel gesprekken met mijn mamy Annie, mijn oma en haar zus Francine, twee nog levende dochters van François. In het begin zeiden ze dat ze niet veel meer wisten, maar hoe meer vragen we stelden, hoe meer ze zich herinnerden. Alsof hun herinneringen moesten loskomen en we een deur openden. Alsof ze plots móchten praten, ook.” Het was niet altijd makkelijk, geeft ze toe. “Mijn overgrootvader had heel weinig verteld over hoe hij in België terechtgekomen is. Ik denk dat er een reflex is om je familie te beschermen, of misschien ook om liever niet kwetsbaar over te komen. Misschien vind je wel dat niemand zaken heeft met moeilijke en pijnlijke ervaringen. Intergenerationeel zwijgen, het bestaat in zo veel families. Maar zwijgen is niet goed. Als je trauma’s wilt helen, moet je dingen uitspreken. Ik ben trots op mijn oma en op mijn familie, want ze hebben echt emotioneel geïnvesteerd in dit boek. Nogmaals, dat is niet altijd makkelijk. Zo belde mijn mamy eens na een van onze vele openhartige gesprekken met de vraag om bepaalde informatie toch niet te gebruiken in het boek. Het was mijn vader die haar als een soort brandweerman vroeg of het toch kon, met als argument dat het goed was om de cirkel van zwijgen te doorbreken. Daarna volgde een heel mooi telefoontje. Schrijf het maar, zei ze. Het vroeg veel werk van mijn oma, al dat denken en voelen, maar het heeft ons veel dichter bij elkaar gebracht. Mijn mamy Annie wordt dit jaar tachtig, ik ben 31, maar toen we eenmaal echt diepgaande gesprekken kregen, bleken we ontzettend veel gemeen te hebben. Hoe het is om jong en metis te zijn, hoe het is om als enige bruine kindje in een klas vol witte kinderen te zitten: er bleek in 50 jaar tijd niet zo veel veranderd. We waren als familie al heel hecht, maar zijn dat nu nog meer. Er zit een extra dimensie onder, nu, en die pure connectie voelt goed.” Het boek is een absolute aanrader, niet alleen omdat het een portret schetst van een boeiende man en een boeiende familie, maar ook omdat het een stuk Belgische geschiedenis blootlegt, onder andere over de rol van Belgische Congolezen in het verzet tijdens WO II. Eva sluit het boek af met een brief aan haar oma en een oproep aan haar generatie om niet bang te zijn om te praten met ouderen. “Ze hebben veel te vertellen, en het levert zowel voor jezelf als voor hen veel op. Niet dat iedereen meteen een boek moet schrijven, maar als je vragen hebt, stel ze gewoon. Het is echt verrijkend.”
Meer lezen:
The Essentiel Questions, Elizabeth Keating, TarcherPerigee.
Oma/Opa, wat is jouw verhaal, Monika Koprivova, Familium.
Een verzwegen leven, Eva Kamanda en Kristof Bohez, Vrijdag.
Eva Kamanda op FAAR
Van 10 tot 12 maart moet je weer op FAAR in Oostende zijn voor lezingen, boeiende gesprekken en niet te missen evenementen rond non-fictieboeken. Eva Kamanda en Kristof Bohez gaan er in gesprek met Martin Heylen over verzwegen familieverhalen en wortels die vragen oproepen en antwoorden die op een bepaald moment dwingend worden.
De ticketverkoop start op 19 januari, alle info vind je op faar-oostende.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier