Ben Van Alboom
Waarom Hillary Clinton niet de vijand is (en we er dus niet The Blair Witch van mogen maken)
Ook Belg in New York Ben Van Alboom heeft het al getweet: #FeelTheBern. Toch schrikt hij van de heksenjacht op Hillary Clinton. ‘Vrouwen hebben redenen om #HillYes te zeggen, en hebben daar bovendien lang genoeg over nagedacht. Een paar decennia, om precies te zijn.’
De Amerikaanse peilingsbureaus vertellen mij dat ik – blank en (relatief) jong – in het kamp van Bernie zit. Ik geef peilingsbureaus niet graag gelijk, maar het is waar: ik heb al een paar keer #FeelTheBern getweet.
Toch was het even slikken, toen een Belgische vriendin mij vorige week vroeg hoe het komt dat intelligente vrouwen als Lena Dunham en Amy Poehler zo openlijk Hillary steunen: ‘Ik snap dat een vrouwelijke president een big deal is, maar toch niet ten koste van alles?’
Waarom Hillary Clinton niet de vijand is (en we er dus niet The Blair Witch van mogen maken)
Ten koste van alles? Look, het is ontegensprekelijk waar dat Hillary Clinton een carrièrepolitica is die na acht jaar First Lady, acht jaar senator van de staat New York en vier jaar Secretary of State de steun van het Democratische establishment geniet. Ook waar: aan haar speeches is evenveel marktonderzoek voorafgegaan als aan de kleur van haar fond de teint.
En Hillary is (alweer) niet de grote CHANGE-kandidaat. Met haar in het Witte Huis krijg je geen drastische hervorming van de Amerikaanse bankensector, aan het door Barack Obama geïnstalleerde en nog lang niet perfecte systeem van ziekteverzekering wordt hoogstwaarschijnlijk niet verder gesleuteld, en het onderwijs blijft hoe dan ook zot duur.
Maar dat maakt er nog niet The Blair Witch van, dus laat die heksenjacht misschien over aan Fox News en de rest van de Republikeinse partij. Als het in het november uiteindelijk tussen Hillary en Donald, Ted, Marco, Ben of Jeb zou gaan, ik zou haast naar de VS emigreren (en onderweg de Lotto winnen) om een miljoen dollar aan haar verkiezingscampagne te doneren. Een zelfde geluid hoor ik bij mijn – ik heb zelf ook een kleine peiling gehouden – Amerikaanse vriendinnen, van wie ik durf te stellen dat ze allemaal vrij intelligent en overtuigd Democraat zijn.
One: ‘Zonder racistisch te willen klinken, maar tien jaar geleden had niemand gedacht dat er eerder een zwarte dan een vrouwelijke president zou komen. Inmiddels zijn we 2016. Het is onze beurt.’
Two: ‘Bernie is een communist. Niemand kan goed inschatten of hij in staat is om de feitelijke verkiezing in november te winnen, en we hebben geen zin in één van die Republikeinse gekken in het Witte Huis.’
De meeste van mijn Amerikaanse vriendinnen zijn blank en (relatief) jong, en horen dus – volgens de peilers – eveneens in het kamp van Bernie te zitten. Toch zitten ze in team Hillary, zonder er evenwel bovenmatig enthousiast over te zijn. (Of toch niet zoals mensen enthousiast zijn over Bernie, die in het vervolg op Jurassic World zou kunnen worden gecast – als de nieuwe Indominus Rex – en op zijn eentje de records van zijn voorganger aan diggelen slaan.) Maar ze weten in de regel wel waarom ze op haar zouden stemmen.
Hillary zegt bijvoorbeeld, net als Sanders en in tegenstelling tot de Republikeinen, van plan te zijn om het minimumloon op te trekken, de immigratiepolitiek van Obama te respecteren, het internationale klimaatakkoord na te leven, en elke poging te blokkeren om abortus nóg moeilijker te maken en het homohuwelijk tegen te werken. Met Ted of Marco in het Witte Huis kun je door het voorgaande een streep trekken. (Wat er gebeurt als Donald er zijn intrek in neemt, weet niemand. Hijzelf mogelijk nog het minst.)
U denkt: ‘Oké, maar was Hillary vroeger niet tegen het homohuwelijk?’ Klopt. Maar Barack Obama was dat ook. Meer nog: was hij er acht jaar geleden niet tegen geweest, dan was Sarah Palin misschien vicepresident geworden. In de VS moet een mens al eens iets doen waar hij niet in gelooft om verkozen te geraken en de reputatie van zijn land te beschermen.
Maar het is waar: Hillary is een berekende politica die intussen al bijna drie decennia de sleutels van het Witte Huis terug in handen probeert te krijgen. Of zo komt ze toch zeker over op een jonge, enthousiaste generatie kiezers, voor wie Bernie een natte droom is.
Een iets oudere, meer nuchtere generatie kiezers twijfelt dan weer of die laatste in staat zal zijn om enerzijds verkozen te geraken en anderzijds zelfs maar een kwart van zijn wilde plannen te kunnen doordrukken. Voor hen is Hillary het verstandige alternatief dat het land (en bij uitbreiding de wereld) eerder diplomatisch zal besturen. Berekend? Absoluut. Maar maakt dat van haar een slechte Amerikaanse presidentskandidate?
In het comedyprogramma The Daily Show zat twee weken geleden een vrij grappige en hooguit lichtjes overdreven sketch, waarin aan twee politieke commentators werd gevraagd welke Republikein nu eigenlijk de slechtste president zou zijn: Donald of Ted. Het antwoord: ‘Van Ted weet je dat hij een atoombom wil droppen, maar het zal tenminste in een ander land zijn. Met Donald bestaat de kans dat hij er één op Idaho dropt omdat een kerel daar iets heeft getweet dat hem niet aanstond. Donald, dus.’
Met Hillary in het Witte Huis kun je er redelijkerwijs van op aan dat de atoombommen en oorlogsretoriek achterwege blijven, de internationale diplomatie van Obama wordt voortgezet en – ook voor de Amerikanen zelf zit er iets in – de zowel sociaal als politiek progressieve verwezenlijkingen van de voorbije acht jaar niet ongedaan worden gemaakt.
Met Sanders kun je daar natuurlijk ook van op aan, maar wat Lena Dunham en Amy Poehler zeggen is: Hillary is de vijand niet. Ze is beduidend minder opwindend, opmerkelijk meer telegeleid, maar … een vrouw, ervaren én verkiesbaar.
De ironie is dat Dunham en Poehler zich daar nu plots voor zouden moeten schamen omdat er een 74-jarige man is opgestaan met meer rock-‘n’-roll in zijn linkerwenkbrauw dan teint in Hillary’s fond.
#FeelTheBern? Ik kan mij moeilijk voorstellen dat beide dat niet zelf ook een béétje doen. Maar ik geloof dat ze eveneens genoeg redenen hebben om #HillYes te zeggen, en dat ze daar bovendien lang genoeg over hebben nagedacht. Een paar decennia, om precies te zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier