VUB-rector Caroline Pauwels: ‘Quota kunnen een kapstok zijn om over gendergelijkheid na te denken’

© Debby Termonia / Who run the world?

Het diepgravende boek Who run the world? onderzoekt het belang en de kracht van vrouwelijk leiderschap. In dit fragment daaruit gaf VUB-rector Caroline Pauwels daar haar kijk op. Het werd een sterk onderbouwd pleidooi voor gelijkwaardigheid en inclusiviteit, dat we je graag nog eens laten herlezen nu Pauwels op 58-jarige leeftijd is overleden aan de gevolgen van maag- en slokdarmkanker.

De toekomst is inclusief. Daar is ook VUB-rector Caroline Pauwels rotsvast van overtuigd. In september 2016 trad ze aan als tweede vrouwelijke rector in de geschiedenis van de VUB. Na het behalen van haar doctoraat werd ze professor, later ook directeur van het SMIT (Studies in Media, Innovation and Technology), tot ze plaatsnam in het stijlvolle kantoor boven in het hoofdgebouw van de Brusselse Universiteit. Ook volgens Caroline zullen bedrijven en organisaties dankzij inclusief bestuur beter in staat zijn om talent aan te trekken en te houden.

Leiders zullen ook beter de maatschappelijke omgeving kunnen inschatten en dankzij verregaande diversiteit en inclusie aan de top stereotiepe denkbeelden opentrekken. Daardoor krijgen we meer efficiëntie en productiviteit, meer innovatie en creativiteit. En dat zijn voor haar allemaal heel mooie waarden voor onze maatschappij.

Quota, ‘omdat ik niet anders kan’

Wanneer Caroline over haar aanpak als rector vertelt, refereert ze in de eerste plaats aan de man die haar de basis meegaf van haar toekomstig denken over leiderschap en goed bestuur. ‘Ik zette mijn eerste professionele stappen in het kabinet van Europees Commissaris Karel Van Miert. Ik kreeg er een ongelooflijke leerschool in gelijkwaardigheid’, vertelt ze. ‘De manier waarop hij in het leven stond en in de menselijke omgang zijn chauffeur op dezelfde manier behandelde als belangrijke staatsleiders, is mij altijd bijgebleven en inspireert me nog steeds.’

We tellen momenteel 28 procent vrouwelijke professoren. Dat is niet zo ver onder het minimumaantal van 33 procent, en maakt de VUB leider in Vlaanderen

De lessen in gelijkwaardigheid die ze meekreeg van haar eerste mentor draagt ze hoog in het vaandel, omdat er in het academische milieu nog een weg af te leggen valt wat diversiteit en gendergelijkheid betreft. ‘Zelf heb ik geluk gehad’, vertelt Caroline. ‘Ik ben kort na het behalen van mijn doctoraat zonder slag of stoot professor geworden. Dat is niet vanzelfsprekend, want de academische wereld is tot op vandaag een nog overwegend mannelijke omgeving en discriminatie tegenover vrouwen is wel degelijk een aandachtspunt. We tellen momenteel 28 procent vrouwelijke professoren. Dat is niet zo ver onder het minimumaantal van 33 procent, en maakt de VUB leider in Vlaanderen. Maar het probleem is dat we de laatste tien jaar ondanks een genderactieplan slechts met 1 procent vooruitgingen. Om dan nog maar te zwijgen over het bedroevend lage aantal vrouwelijke decanen dat vandaag aan de slag is.’

‘Ik zie dat er structureel onvoldoende incentives zijn om het faciliteren van vrouwen in een traject naar topjobs mogelijk te maken. Ik ben dan ook een voorstander van quota. Gewoon omdat ik, als rector die gelijkwaardigheid nastreeft, niet anders kan.’

Quota kunnen een kapstok zijn om over gendergelijkheid in het bestuur na te denken

Quota invoeren was voor Caroline geen makkelijke beslissing en sommige van haar vriendinnen waren het helemaal niet met haar eens. ‘Ze hebben een punt wanneer ze stellen dat je als vrouw niet gekozen moet worden als professor, decaan of rector omdat je vrouw bent’, zegt ze. ‘Een functie bekleed je omwille van je kwaliteiten. Dat volg ik volledig. Uiteraard gaan we binnen de VUB voor de juiste persoon op de juiste plaats, talent staat voorop. Maar quota kunnen wel een kapstok zijn om over gendergelijkheid in het bestuur na te denken, om cijfers niet langer vrijblijvend te bekijken. Ik ben ervan overtuigd dat we flankerende maatregelen nodig hebben om vrouwen meer kansen te geven. En dankzij het verhaal van de quota kan ik daar krachtiger op inzetten.’

Hypocriet

‘Sommige medewerkers willen het genderonevenwicht snel oplossen door in een klap een hele cohorte van vrouwen aan te nemen, om aan de juiste aantallen te komen. Maar dan hebben we volgens mij niets veranderd aan de gewrongen mentaliteit die er rond gendergelijkheid heerst. We voeren momenteel een vervrouwelijking van de raad van bestuur door. Wanneer ik de aanstelling van twee bijkomende vrouwen in de raad vaststelde en hen feliciteerde, reageerde de toen mannelijke raad als volgt: ‘Dat is inderdaad goed, er komen twee vrouwen bij. En, we hebben met hen gesproken, het zijn bovendien ook nog eens kwaliteitsvolle vrouwen.’

We moeten voor gelijkwaardigheid en inclusiviteit gaan. Niet tegen mannen, maar voor mannen en vrouwen

Dat zegt volgens Caroline genoeg. Ze weet zeker dat een dergelijk uitspraak nooit zou vallen mocht het over de aanstelling van mannen gaan. ‘Vrouwen willen helemaal niet gekozen worden omdat ze vrouw zijn. Ik ook niet’, benadrukt ze. ‘Maar ik verzet mij wel tegen het feit dat er makkelijker aan getwijfeld wordt of vrouwen wel kwaliteit hebben. Ik vind dat anno 2018 een beetje hypocriet, want er zijn al heel wat onderzoeken die het tegendeel bewezen hebben. Ik heb drie credo’s ontwikkeld voor mijn beleid bij de VUB: fix the knowledge, fix the institution and the numbers, fix the mentality. Dat laatste houdt in dat we voor gelijkwaardigheid en inclusiviteit moeten gaan. Niet tegen mannen, maar voor mannen en vrouwen.’

Teamwerk

Caroline gelooft in samenwerking en verbinding en in mensen die talent boven het genderaspect kunnen plaatsen. ‘Professioneel gezien vind ik een project uitwerken met mensen die elkaar iets gunnen een van de mooiste prestaties die we kunnen bereiken. Een universiteit is heel competitief. Als je dan een groep mensen kunt samenbrengen – mannen en vrouwen, ook al zijn ze onderling voor een stuk concurrenten – die een eigen en toch collectief verhaal uitrollen, vind ik dat mooi. Erin slagen om de tegenstellingen te overstijgen en samen iets groots te verwezenlijken, geeft mij voldoening.’

Mannen zouden mee met vrouwen op de barricade moeten staan om voor grondige verandering te pleiten en de mentaliteit die momenteel heerst te beïnvloeden

Maar dat is niet altijd vanzelfsprekend. Want wat een groots project als het bereiken van genderevenwicht betreft, moeten mannen en vrouwen volgens Caroline op een heel open manier samenwerken. En dan moeten mannen ook durven te zeggen wat ze willen. Alle kaarten moeten op tafel, als je naar een gelijkwaardigheidsbeleid gaat.

‘Er zijn mannen die ook bij hun kinderen willen zijn, maar die de kans niet krijgen. Een genderbeleid gaat over de twee. Wij plannen in schoolvakanties geen vergaderingen zodat vrouwen, maar ook mannen meer thuis kunnen zijn bij de kinderen. We moeten naar een maatschappij waar we het belang van werk en gezin expliciteren naar iedereen, ongeacht geslacht. Mannen zouden mee met vrouwen op de barricade moeten staan om voor grondige verandering te pleiten en de mentaliteit die momenteel heerst te beïnvloeden.’

Imperfect gezin

Caroline wil bij dit alles wel iets duidelijk stellen: ‘Sensibiliseren is niet genoeg. Wij kunnen als instituut maatregelen treffen en quota instellen, we kunnen proberen om de mannen te betrekken, maar vrouwen moeten ook dringend naar zichzelf kijken. Het is een verwarrend proces om een carrière aan een gezin te linken. Dat is voor mannen ook zo. Maar volgens mij moeten heel wat vrouwen af van de gedachte dat je het allemaal ‘perfect’ kunt hebben. Als je een (academische) carrière wilt, moet je bereid zijn om een aantal dingen in je gezin niet perfect te willen doen.’

Je wimpelt met huishoudhulp en kinderopvang geen verantwoordelijkheid af

‘Ik heb nog nooit gestreken. Ik heb mijn twee kinderen alleen opgevoed, terwijl ik altijd een veeleisende job had, en mijn ouders woonden niet in de buurt. Ik ben zo ver geraakt, zonder al te veel kleerscheuren, omdat ik een groot stuk van mijn loon spendeerde aan goede hulp en opvang zodat ik kon werken zonder dat de kinderen er praktisch onder leden. En ik heb voor mezelf leren aanvaarden dat dit oké was. Ik ben vrouw, mama, rector én academica. Dat zijn veel identiteiten die elkaar verrijken, maar die soms ook botsen. De mama en huisvrouw in mij heeft moeten leren aanvaarden dat mijn huis niet altijd netjes is en dat het eten soms te laat op tafel staat. De rector in mij leert dat de telefoon soms af moet om bij mijn kinderen of mijn vrienden te zijn. Mijn kinderen zijn mijn grootste geluk. Ik ben zo iemand die ’s avonds laat nog gaat kijken hoe ze liggen te slapen in hun bed en mij dan verwonder hoe ze groter worden en het bed alsmaar kleiner.’

‘Ik koester die momenten. Maar soms is het jachtig en rennen en vliegen om die momenten mee te maken. Ik ben af en toe heel moe geweest, zeker en vast. En ik heb gehuild. Ik heb weleens etentjes bij ons thuis gehad waarbij de kinderen de gasten binnenlieten en ik als laatste met mijn aktetas binnen walste. Maar op zo’n moment bel ik mijn kinderen van op mijn werk en vraag hen om hulp. Mijn dochter dekt dan de tafel, mijn zoon haalt nog vlug een boodschap en we lachen allemaal samen eens hartelijk omdat ik als laatste toekom op mijn eigen feestje. Want uiteindelijk voel ik me iets later op de avond wel erg blij. Met vrienden rond de tafel zitten is voor mij een moment van groot geluk. Als ik in mijn hoofd had gestoken dat ik alles op tijd klaar moest hebben, was het onmogelijk. Dat is een denkwijze die je jezelf niet kunt permitteren. Maar dat beseffen vrouwen nog niet altijd.’

Eerlijkheid

Caroline benadrukt dat je als vrouw moet durven toegeven dat het niet altijd loopt zoals je wilt. En dat het een misvatting is dat huishoudhulp en opvang voor de kinderen neerkomen op het afwimpelen van verantwoordelijkheid. ‘Want dat is het niet’, zegt ze stellig. ‘Het komt erop neer dat je op een realistische manier doet wat je graag doet en de dingen goed organiseert. Mijn kinderen zijn gelukkig, we hebben een heel goede band. Het loopt niet altijd makkelijk, maar in the long run was het allemaal de moeite waard. Ook voor mijn kinderen, die zelfstandig dingen gedaan hebben die ze nooit hadden ontdekt als ik vaker thuis was geweest.’

We hebben dringend een aantal rolmodellen nodig die de imperfectie aantonen van onze keuzes

‘Och,’ gaat ze rustig verder, ‘ik denk dat het erg belangrijk is dat je in de eerste plaats eerlijk bent met jezelf en dat je eerlijk bent met je partner en je kinderen. Dat je eens kunt zeggen: “Dat heb ik niet echt goed gedaan, dat moet ik nog leren, hier kunnen we trots op zijn.” Mijn kinderen zien mijn plezier én mijn miserie. Ik ben vooral menselijk. Mijn dochter kan heel scherp zijn, ze zet me op mijn plaats als ik het evenwicht verlies. Maar dat kan alleen omdat we eerlijk zijn tegen elkaar. Dus dat is goed. En als we dan eens goed lachen met alles komen we er altijd uit. Ik vind dat die eerlijkheid in onze samenleving soms ver zoek is. We hebben dringend een aantal rolmodellen nodig die de imperfectie aantonen van onze keuzes, of toch de imperfecte gevolgen van hun eigen keuzes in alle openheid met fierheid kunnen aanvaarden.’

Als alleenstaande moeder heeft Caroline een hobbelige zoektocht achter de rug. Het zou voor haar veel geholpen hebben als andere vrouwen eerlijker waren geweest over de drempels die ze zelf tegenkwamen op hun parcours. Als ze geweten zou hebben hoe andere getalenteerde en hardwerkende seksegenoten weleens in een hoekje zitten te wenen omdat ze zich schuldig voelen tegenover hun kinderen, zich afvragen of het allemaal wel is wat ze als jong meisje voor ogen hadden, of omdat ze vanuit hun functie soms niet op een eerlijk klankbord kunnen rekenen.

Waarom kies je voor kinderen? Waarom kies je voor een carriu0026#xE8;re? Hoe wil je dat organiseren? Blijf je bij je kern? Ik begrijp niet dat we over dit soort van vragen niet opener kunnen zijn, dat we de moeilijke maar belangrijke antwoorden niet kunnen bespreken

Mocht ze dat geweten hebben, dan was ze iets minder gestruikeld over de hindernissen op haar eigen parcours. Gewoon omdat ze dan realistischer en vooral bewuster zou nadenken over de weg die ze aflegt. ‘Als vrouwen een eerlijker beeld zouden krijgen van de consequentie van hun keuzes, dan kunnen we tot een soort van rust of zuurstof in het hoofd en genderdebat komen’, zegt ze. ‘Dan kunnen we als vrouwen collectief leren relativeren en echt relevante vragen in alle openheid op tafel leggen: Waarom kies je voor kinderen? Hoe goed ken je jezelf daarin? Waarom kies je voor een carrière? Hoe wil je dat organiseren? Waarom maak je bepaalde keuzes? Welke rol speelt je eigen opvoeding? Wil je iets doen omdat iedereen het doet of omdat je het echt zelf wilt? Hoe sta je in je ambities tegenover je partner? Blijf je bij je kern? Ik begrijp niet dat we over dit soort van vragen niet opener kunnen zijn, dat we de moeilijke maar belangrijke antwoorden niet kunnen bespreken. Er is dringend nood aan vrouwen met ervaring die hier het voortouw in nemen.’

Uit: Who run the world?, Tine Maenhout i.s.m Elke Jeurissen (Van Halewyck, 29,95 euro)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content