Jean-Paul Mulders verbaast zich over zijn eigen rusteloosheid, de gesprekken van vreemdelingen op café en het gedrag van gupvrouwtjes.
Ik ruik graag een konijn, maar ik ruik niet graag een cavia.’ De vrouw aan het tafeltje naast het mijne zegt het met de overtuiging die je verwacht bij spionkoppen of splintergroeperingen. Het lijkt nog niet zo lang geleden dat zij in de keuze van haar huisdier geradicaliseerd is.
Ik neem haar op vanuit een ooghoek en probeer niet in de lach te schieten. Ze maakt het mij niet makkelijk door eraan toe te voegen dat haar kat bang is van haar kiekens.
Ik hou van flarden van gesprekken, die in de stad komen aanwaaien als de geur van muffe kelder of kip tikka masala. Soms vang je twee zinnen op, dan klapt een deur dicht en de rest blijft een mysterie. Wat mysterie kan ik wel gebruiken, in tijden van Dating Naked en de buienradar.
Volgens internet behoort rusteloosheid niet tot de grote problemen van de mensheid
Ik verlaat het restaurant en beweeg mij door de stad vol deuren en verweerde muren. Veel mensen dragen sandalen. Ik ben niet wild van sandalen, maar verweerde muren deden als kind mijn hart al sneller kloppen. Dat heeft te maken met mos, met schaduw en met de geheimzinnigheid die zich achter muren schuil kan houden. Met het feit dat je tientallen meters moet omlopen voor iets dat vlakbij is.
Geroezemoes stijgt op van terrassen en ik voel rusteloosheid opkomen. De zon is daarvoor een uitlokkende factor. Een stralende dag geeft mij het gevoel dat het feest zich niet hier afspeelt maar overal elders, en dat ik ergens anders keihard zou moeten zitten genieten. Volgens internet behoort rusteloosheid niet tot de grote problemen van de mensheid. Het levert een povere 182.000 treffers op in Google. Dat is minder dan cavia (6.250.000), konijn (11.700.000) of Presley (151.000.000). Toch heb ik vaker last van rusteloosheid dan van kleine knaagdieren of Elvis.
Er is een professor die rusteloosheid promoot als hefboom voor verandering. Rusteloosheid is echter geen paard en ook geen ladder. Het is een schimmel die alles overwoekert. Je kunt proberen de rusteloosheid van je af te schudden door frieten te bakken. De kans is echter groot dat de rusteloosheid springlevend naar buiten gulpt zodra je de punt van je mes in een zelfgerolde garnaalkroket zet. Sporten kan helpen, maar de rusteloosheid verstopt zich in je locker. Ze springt weer in het zadel zodra je uit het zwembad bent. ‘Where must we hide when it comes from inside?’ vroeg iemand met een zeker talent om dingen kernachtig samen te vatten.
Alles gaat voorbij’, antwoordt mijn moeder filosofisch. ‘Ooit zijn ze zelfs weer afgekomen van Hitler en Stalin
Mijn moeder belt mij op, maar ik heb geen zin om over politiek te praten met de vrouw die mij op deze wondere wereld gezet heeft. ‘De kiezer heeft altijd gelijk’, zeg ik. ‘Te meer als hij de pest wil bestrijden met de cholera.’ ‘Alles gaat voorbij, ‘ antwoordt mijn moeder filosofisch. ‘Ooit zijn ze zelfs weer afgekomen van Hitler en Stalin.’ ‘Dat is waar’, geef ik toe. ‘Na slechts honderd miljoen doden. En die zouden anders wellicht toch ook eens zijn gestorven.’
Liever dan te denken aan doden en dictators, wil ik een vlieger oplaten, menhirs betasten in Wallonië of guppy’s gaan kopen in de dierenspeciaalzaak. ‘Gupvrouwtjes,’ stond er in de krant te lezen, ‘kiezen voor mannetjes met de interessantste kleuren.’ Ik ruik niet graag vis, maar ik ruik graag water waarin vissen zich schuilhouden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier