Vier vrouwen die landbouwen: ‘De kwetsbaarheid van wilde bloemen, dat is het mooiste wat er is’
Ze willen de aarde heroveren, met zachte hand. Vergeten smaken en eigenschappen opnieuw cultiveren. Een band opbouwen met de natuur. Drie vrouwen doen elk op hun manier aan landbouw, wat hen verbindt is liefde voor wat leeft.
Sanne De Greef (44): ‘Bloemen zijn een manier om schoonheid te delen’
Project: Bookette Flowers
Specialiteit: bloemenboeketten, florale composities
Terrein: Sint-Joris-Weert
Start: 2016
booketteflowers.be
‘Ik begon met het kweken van bloemen voor mezelf. De eerste twee jaar had ik al een grote oogst en begon ik op een intuïtieve manier boeketten samen te stellen. De kleuren fascineerden mij. Zulke composities maken leunt dicht aan bij tekenen en ontwerpen. Dat artistieke aspect boeit mij het meest. Bloemen zijn voor mij een manier om schoonheid te delen, om te communiceren met de wereld.’ Toen Sanne De Greef architectuur studeerde aan Sint-Lucas was er voor ecologie nauwelijks aandacht, een van de redenen waarom ze na verloop van tijd de opleiding liet voor wat ze was. Vervolgens werkte ze in de filmwereld, waarna ze overstapte naar de sociale sector en de zorg voor mensen, wat ze bovendien nog altijd deeltijds doet. De rest van haar tijd gaat naar Bookette Flowers. ‘Op een bepaald ogenblik vroeg ik mij af wat mij nu echt energie gaf. Toen kwamen mijn jeugdherinneringen naar boven. Ik bevond me midden in de natuur en droomde ervan boerin te worden, zoals mijn grootouders.’
Sanne bracht de moestuin uit haar jeugd weer tot leven, met in het achterhoofd bloemen die groeiden op een natuurlijke manier. ‘In het begin was ik gewoon geïnteresseerd in bloemen in het algemeen, maar dat evolueerde naar een almaar simpelere aanpak, naar bloei in het wild. Soms komen mensen naar mij toe met foto’s van Instagram en vragen mij bloemen met die specifieke, trendy perzikkleur. Maar die kleuren zijn het resultaat van allesbehalve natuurlijke processen. Ik heb geen zin om mezelf onder druk te zetten om dat resultaat te bekomen. Wat mij het meeste raakt zijn wilde bloemen in een veld, de kwetsbaarheid die daarvan uitgaat. Dat is het mooiste wat er is.’
Voor Sanne zijn bloemen iets heel bijzonders, een luxeproduct dat ze wil voorbehouden voor uitzonderlijke evenementen, zoals een huwelijk of een andere ceremonie waarvoor ze originele composities uitwerkt. Bloemen zijn een luxe, maar het harde werk dat ze vereisen brengt weinig op. Op professioneel gebied moest Sanne dus keuzes maken. Vorige zomer was ze op drie velden tegelijk aan het werk, maar een ervan werd door de overstromingen vernield. Sindsdien heeft zij haar werkveld beperkt tot één locatie bij haar woonplaats in Sint-Joris-Weert. Ze ontwikkelde er een abonnementenformule waarbij de deelnemers het hele jaar door zelf hun boeketten komen plukken. ‘Zo kan ik de zaken op een meer serene manier aanpakken en ook het publiek nauwer betrekken bij de aarde. Meer en meer mensen willen genieten van de natuur, maar ze willen er niet in werken. Maar gewassen hebben soms onze handen en onze zorg nodig om te floreren.’
Julie Van Overmeiren (38): ‘We moeten het zaadje van bewustwording planten’
Project: Zilt en zoet / Overvloed
Specialiteit: telen van groenten, bloemen en algen
Terreinen: Antwerpen, Beveren, nog onbepaalde locatie
Start: 2019
ziltenzoet.be, overvloed.org
‘Het doel van permacultuur is herstelgroei. Als de landbouw al regeneratief was, zouden we niet zo geconfronteerd worden met klimaatproblemen. Het huidige model vernietigt de velden, verzwakt de bodems door ze voortdurend te bewerken en verhindert de opslag van koolstof. Op ons perceel wordt onkruid weggehouden door de dichtheid en diversiteit van de aanplantingen. De planten beschermen zichzelf, voeden elkaar. Wij telen ook bloemen, want zij bevorderen de biodiversiteit. Ik vind het prachtig om te zien hoe elke vrijwilliger op zijn eigen manier plant, als een uiting van zijn persoonlijkheid.’
Julie Van Overmeiren werkte tien jaar in milieu-educatie. ‘We moeten het zaadje van bewustwording in de geest van de mensen planten’, zegt ze, maar zelf wilde ze ook in de praktijk werken: ‘Je merkt dan al snel hoe verschillend de theorie en de praktijk zijn.’
Ze begon met het bereiden van kimchi van koolbladeren die te beschadigd waren voor de verkoop. Daarna volgde een wel heel bijzonder project: een moestuin in een oude sluis van honderd vierkante meter op het Eilandje in Antwerpen. Een tegelijk artistiek en landbouwkundig experiment waardoor ze miskende zilte planten ontdekte, zoals zeekraal en ijskruid. De zilte grond van het Schelde-estuarium is zeer geschikt voor hun teelt en gaf ook de naam aan haar project: Zilt en zoet.
Sindsdien bewerkt Julie, samen met haar moeder en andere vrijwilligers, een terrein van 3500 vierkante meter in Beveren. Vorig jaar brachten we er een bezoek en ontdekten we er een festijn van smaken: zilte planten, maar ook groenten, champagnebloemen en de courgettebloemen die ze tweemaal per week levert aan toprestaurant The Jane. ‘Aan de manden die wij onze vaste klanten aanbieden, voegen we ook enkele planten toe om te ontdekken. Met recepten en uitleg over de eigenschappen voor de gezondheid.’ De teelten van Zilt en zoet bevorderen de diversiteit en de no dig-benadering, waarbij de aarde zo weinig mogelijk belast wordt. De vzw Zilt en zoet wordt momenteel omgevormd tot de coöperatie Overvloed. De volgende etappe is het aankopen van een grond. ‘We zoeken een terrein van drie hectare in een straal van tien kilometer rond Antwerpen. Maar dat is niet gemakkelijk. We hebben er een crowdfunding voor gelanceerd en dat loopt goed. Door de samenstelling van de bodem zullen we hoogstwaarschijnlijk geen zilte planten kunnen telen, maar als de grond van ons is, kunnen we er bomen planten en het land bewerken om het weer veerkrachtiger te maken.’
Cécile Gilquin (31): ‘Met een simpele oogst kun je heel wat originele dingen doen’
Project: Tiers-Paysage
Specialiteit: tuinaanleg, kweken van eetbare bloemen, plukken in het wild, ateliers
Terrein: Eldoradis (Linkebeek)
Start: 2019
tiers-paysage.com
‘Onlangs was ik zaadjes aan het verzamelen in de straat, toen mensen me vroegen wat ik aan het doen was. Ze dachten dat ik een marginaal iemand was. De manier waarop we naar de dingen kijken moet veranderen: eetbare wilde planten worden geassocieerd met armoede. Onterecht. Korenbloemen, bijvoorbeeld, zijn perfect eetbaar en met netels kun je ongelofelijk lekkere dingen bereiden. Maar ik beken: vroeger stond ook ik daar niet bij stil. De natuur in bloei maakte gewoon deel uit van het decor. Nu zie ik overal dingen die mij in verrukking brengen en datzelfde enthousiasme merk ik ook bij de mensen die mij helpen op het veld.’
Af en toe vervult Cécile Gilquin nog opdrachten als communicatieadviseur, maar het gros van haar tijd vult ze met iets heel anders. Het begon met een opleiding als tuinaannemer en een job voor Les Terres d’Ici, een agro-ecologisch project in Terhulpen. ‘De opleiding die ik volgde was behoorlijk klassiek. Er werd veel gepraat over grasvelden en er was slechts één cursus over bodems. Maar toen een van de professoren ons vertelde over Gilles Clément en zijn principe van de tiers paysage was ik meteen geboeid.’ Die tiers paysage zijn volgens de Franse botanicus niet-beplante, verwaarloosde zones – van braakland in de buurt van rotondes tot terrils – waarvan de biodiversiteit essentieel is. Cécile ontleende aan de stelling van Clément ook de naam van haar project. ‘Ik vertrok van het idee om stadstuinen aan te leggen waarbij ik het decoratieve zou koppelen aan het voedingsaspect. Want met een simpele oogst kun je heel wat originele dingen doen.’
Naast het ontwerpen van tuinen, probeert Cécile zo veel mogelijk contacten te leggen en samen te werken. Dat doet ze onder meer met Radis Kale in Anderlecht, maar ze is ook gestart met eigen teelten in Linkebeek, op verzoek van het collectief Eldoradis. ‘Het gaat om een privétuin die ter beschikking wordt gesteld door de eigenaars, die wat blij zijn dat iemand zich om hun grond bekommert. Eldoradis nam niet het hele terrein in. Er bleven nog kleine lapjes over die voor mij voldoende waren.’ Cécile kweekt er eetbare bloemen, aromaten en medicinale planten. Daarnaast experimenteert ze met extracten, infusies en kombucha. In de omgeving gaat ze plukken in het wild: netels, daslook, meidoorn, vlierbes, lindebloesem… ‘In Brussel vind je overal kleine ‘bubbels’ die je kunt ‘uitbaten’. Dat sluit mooi aan bij de ideeën van Gilles Clément: we zullen eten wat we vinden in het wild, compenseren wat ontbreekt. Stilaan raken meer en meer mensen hiervan overtuigd.’
Emilia Farfan (37): ‘Ik wilde goed eten, maar had er de middelen niet voor’
Project: Hierba Buena
Specialiteit: kruidenthee, workshops
Velden: La Papelotte (Waterloo), Smala Farming (Anderlecht)
Start: 2018
hierbabuenatisanes.be
‘Ik beschouw mijzelf als een ‘hoedster van de aarde’. En dat zouden we allemaal moeten zijn.’ Met de handen werken, zero waste, planten behandelen met eigen planten, de keuze om zich uitsluitend te verplaatsen met de Hierbamobile (een bakfiets gekocht via crowdfunding): voor Emilia Farfan waren het evidente beslissingen. Idem voor de naam die ze gaf aan haar project: Hierba Buena, letterlijk ‘Het goede kruid’. ‘In Argentinië is hierba buena munt, elders is dat ijzerkruid of citroenmelisse. Voor mij zijn hierbas buenas ook de mensen die mij komen helpen en goed zijn voor mij.’
Voor ze begon met het kweken van planten en het ontwikkelen van kruidenthees met verschillende eigenschappen had Emilia al een lange weg afgelegd. Na haar opleiding in toerisme in haar geboortestad Salta in Argentinië volgden reizen en ontdekkingstochten, maar ook moeilijke jaren met allerhande kleine jobs en onzekerheid, zonder papieren. Voer voor een roman, maar daar zullen we het nu niet over hebben, wel over de wilde planten die ze in Brussel teelt en haar eerste moestuin, één vierkante meter groot. ‘Ik wilde goed eten, maar had er de middelen niet voor. Ik besefte dat ik mijn eigen groenten zou moeten kweken. Het medicinale aspect is later gekomen.’ Voor ze aan een opleiding kon beginnen, las ze een stapel boeken. ‘Boeken zijn hét hulpmiddel als je geen toegang hebt tot onderwijs.’
Vandaag stelt Emilia haar bibliotheek met 200 gespecialiseerde werken ter beschikking van al wie geïnteresseerd is. Het delen van kennis is de kern van haar aanpak én van de twee landbouwprojecten waarbij ze zes are grond ter beschikking kreeg. ‘Het is een gedeelde investering. Ik bied mijn diensten aan, in ruil voor de biodiversiteit die mijn werk meebrengt.’
Als zelfstandige, gesteund door vrijwilligers, moet Emilia hard werken. ‘Maar als ik ’s avonds laat thuiskom, weet ik dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Ik zou nooit kunnen aarden in een kantoor. Op het veld voel ik me goed. De planten aanvaarden je zoals je bent. Ze vragen niet waar je vandaan komt, of je de juiste papieren hebt, of je zus bent of zo. Ik zie ook wat planten doen bij de mensen die mij komen helpen. Wie zou durven te beweren dat dit geen therapeutisch effect heeft? Het land bewerken maakt je ook milieubewust. Je ziet dat de situatie moeilijk is, dat je zuinig moet zijn met water. De klimaatverandering raakt ons, mensen, dat is duidelijk. Maar net zoals de planten, passen ook wij ons aan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier