‘Ik ken mannen die hun zus vermoord hebben omdat ze zich niet aan de regels hield’: Iraanse vrouwen over de impact van het religieuze regime op hun leven
Sinds de 22-jarige Masha Amini half september vermoord werd omdat er een haarlok onder haar hoofddoek uit stak, staat Iran in rep en roer. Mensen riskeren hun leven door massaal op straat te komen om te protesteren. Vier Iraans-Belgische vrouwen vertellen over de impact van het regime op het leven voor en achter de vaak gesloten deuren. ‘Soms is je familie nog gevaarlijker dan de politie.’
‘De houding tegenover vrouwen in Iran is paradoxaal. Enerzijds moeten we discreet, verborgen en gesluierd zijn, anderzijds worden we gehyperseksualiseerd’
Wie? Kimia Nasirian, 26 jaar. Geboren en getogen in Téhéran, aangekomen in België in 2020.
‘Als vrouw en als kunstenaar is het erg ingewikkeld om een normaal leven te leiden in Iran. Je valt in twee bevolkingscategorieën die vervloekt zijn. Mijn dagelijkse leven werd getekend door angst en strijd, over zowel banale als belangrijke dingen. Mijn haar verven of mijn eigen kleren kiezen? Onmogelijk. De conflicten met mijn eerder traditionele familie waren eindeloos. En dat was binnenskamers. Zodra ik de deur uit stapte, werd dat nog erger. Altijd en overal moest ik op mijn hoede zijn voor de hijab-politie. Op straat of in de metro was ik voortdurend bang om opgepakt te worden en geen kunst meer te mogen maken omdat er pakweg een haarlok onder mijn hijab uit stak.’
‘Sowieso is het bestaan van een kunstenaar erg moeilijk. Zo mogen we bijvoorbeeld geen portretten maken, dat is haram. Ik ben een beeldhouwer, portretten zijn daar een fundamenteel onderdeel van. Toen een van mijn leraren het verbod aan zijn laars lapte en ons leerde hoe we het hoofd van een medeleerling, met hijab, moesten boetseren, kwam hem dat duur te staan. De volgende dag was onze studio volledig vernield door de religieuze politie.’
‘Het maatschappelijke leven speelt zich vooral af binnenskamers, wat erg verstikkend is. Je kunt niets doen of ontdekken. Ook seksueel gezien blijf je over heel veel dingen in het ongewisse. Seksuele voorlichting is onbestaande, over anticonceptie wordt met geen woord gerept. Ik sprak er wel over met vriendinnen, maar het merendeel van onze kennis over seks staken we op via porno. Ik hoef je niet uit te leggen dat dat geen gezonde manier is om je seksueel te ontwikkelen. Ik heb wel een vriend gehad, maar dat was eigenlijk verboden. Toen we op een dag in de auto zaten te praten, werd ik gearresteerd. De reden? We waren nog niet getrouwd.’
Trouwen is de enige manier om als vrouw in Iran te slagen
De houding tegenover vrouwen in Iran is nogal paradoxaal. Enerzijds moeten we discreet, verborgen en gesluierd zijn, anderzijds worden we gehyperseksualiseerd door zwel mannen als vrouwen. Daarom is er zoveel plastische chirurgie. De enige echte manier om in Iran te slagen als vrouw is door getrouwd te zijn. En daarvoor moet je mooi zijn. Er is een vreemde obsessie met ons uiterlijk. Je moet mager zijn, een grote borst hebben, een dunne neus, blond haar enzovoort. Dat zijn schoonheidsnormen die ver afstaan van de Iraanse fysionomie.’
‘Iran verlaten was de enige optie om mezelf te ontwikkelen. Nadien ging ik in therapie om met al deze trauma’s om te kunnen gaan. Met de revolutie die nu plaatsvindt, zijn al mijn wonden weer opengegaan. Het is alsof het collectieve geheugen van mijn lichaam alle pijn en verdriet uitschreeuwt. ‘Toch ben ik vol hoop. Ik heb echt het gevoel dat het deze keer voorbij is. Het gaat stoppen. Het eindigt niet morgen, maar over een paar maanden, dat weet ik zeker. Ze zullen eindelijk vertrekken en ik zal vrij naar mijn land kunnen terugkeren.’
‘Soms is je familie nog gevaarlijker dan de politie. Ik heb verschillende mannen gekend die hun zus vermoordden omdat ze zich niet aan de regels hield’
Mahsa* (32), industrieel ingenieur, vluchtte in 2018 naar België.
‘Ik ben op mijn eentje naar België gevlucht en heb anderhalf jaar als politieke vluchteling in een asielcentrum gewoond. Het was een hele moeilijke periode, maar in Iran kon ik niet blijven. Ik kan niet ingaan op de details, maar als vrouw uit een conservatieve regio – ik groeide op in Khorramabad – weet ik alles over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in Iran. Een vrouw is maar de helft van een man waard. Dat uit zich op alle vlakken, van de privésfeer tot de rechtbank.’
‘Vriendschap tussen een man en een vrouw is verboden in Iran. Zelfs wanneer je met een mannelijk familielid over straat loopt, kan de zedenpolitie je tegenhouden en oppakken voor ondervraging. Als je wil daten zonder te trouwen, moet je dat stiekem doen. In sommige gevallen is je eigen familie nog gevaarlijker dan de politie. Ik heb verschillende mannen gekend die hun eigen zus vermoordden, omdat ze zich niet aan de regels hield.’
‘Zelf heb ik nooit een echte relatie kunnen hebben, ook al was ik verliefd. Zelfs sms’jes of foto’s op mijn gsm waren riskant. Dat was al reden genoeg om me te doden. Dansen deed ik alleen stiekem in mijn kamer of met vriendinnen. Het is nochtans mijn passie en ik droomde ervan om te mogen optreden als danseres. In België heb ik die droom eindelijk kunnen waarmaken. Hier kan ik op een podium staan, zonder angst.’
‘Als kind en tiener wist ik niet beter. Toen ik naar de universiteit ging en mezelf en de wereld beter leerde kennen, besefte ik pas hoe sterk onze vrijheid beperkt werd door het islamitische regime. Hoe meer ik bijleerde, hoe minder ik het kon verdragen. Heel wat vrouwen in Iran zijn hoogopgeleid en informeren zichzelf via verschillende kanalen. Ze zijn verontwaardigd over de onderdrukkende beperkingen die de islamitische republiek hen oplegt. Dat ze nu zo massaal op straat komen verbaast me dan ook niet.’
‘Omdat mannen de wet aan hun kant hebben, kunnen ze vrouwen misbruiken en ermee wegkomen’
‘Ik vond de donkere, zware kleding en de hoofddoek die ik moest dragen niet mooi en veel te warm in de zomer. Het zorgde ervoor dat ik me beperkt voelde in mijn vrijheid en het uiten van mijn identiteit. Maar nog veel erger dan die uiterlijke beperkingen, was het gevoel dat ik geen vrijheid van meningsuiting had. Het gedrag van mannen bezorgde me ook veel stress. Omdat ze de wet aan hun kant hebben, kunnen ze misbruik maken van vrouwen en ermee wegkomen.’
‘Enkel met vriendinnen kon ik praten over wat ik écht vond van de islamitische republiek. Na onze studies zijn we beginnen protesteren tegen het regime en voor vrouwenrechten. We protesteerden zogezegd tegen economische maatregelen, anders kregen we het niet georganiseerd zonder in de gevangenis te belanden. Via sociale media stuurden we berichten rond om op te roepen samen met ons op straat te komen. Dit was vijf jaar geleden. Nu is de situatie anders. De mensen zijn zo boos dat ze hun leven riskeren en massaal protesteren tegen het regime. Mijn zus heeft kinderen van 17 en 20 en ze is bang dat de politie hen gaat neerschieten, gewoon omdat ze jong zijn en binnen de doelgroep passen. Vroeger deelde mijn familie mijn mening over het regime niet, maar nu zien ze hoe gevaarlijk de islamitische republiek is.’
‘Toen Mahsa Amini stierf, kwam dat heel hard binnen. We dragen dezelfde naam en staan voor dezelfde waarden. Ik voel me verbonden met haar. Ik probeer me sterk te houden, zodat ik de energie en moed kan verzamelen om mee te strijden voor een vrij Iran. Ik hoop dat politici en beroemdheden niet enkel op sociale media een filmpje posten waarin ze een lok haar afknippen uit solidariteit, maar ook echt overgaan tot actie.’
‘Jongeren willen reizen, andere mensen leren kennen, geld verdienen: dat kan allemaal niet’
Wie? Nishrine* (46), vluchtte op haar achtste weg uit Iran.
‘Ik was drie jaar toen de revolutie uitbrak en op mijn achtste heb ik het land verlaten. Ik heb dus nog een belangrijk deel van mijn kindertijd in Iran doorgebracht. Ik herinner me dat het nieuwe regime heel impactvol was. Vanuit een vrij zorgeloos leven belandde ik in een beladen omgeving. Toen ik zes was en naar school moest, veranderde er veel. Thuis, in de wijk en tuin kon ik nog redelijk doen wat ik wilde, maar op school moesten we ’s middags bidden in een taal en godsdienst waarvan ik weinig wist. Ik moest er ook een hoofddoek dragen, wat ik als kind heel stresserend vond: ik wist niet hoe ik het moest dragen en ik moest vooral zorgen dat het niet afviel tijdens het spelen. Het lijkt een banaal stuk stof, maar dat is het niet als het opgelegd is en geen deel uitmaakt van wie je bent. Het voelt alsof je plots een andere persoon wordt. Thuis hadden we gelukkig wel nog een fijne cocon.’
‘Op publieke plaatsen in Iran is bijna alles wat plezier te maken heeft afwezig. Ik merkte zo bijvoorbeeld hoe groot de rol van muziek in ons sociaal leven is. Op de meeste plaatsen waar je naartoe gaat, is er muziek, maar in Iran dus niet. Dat vond ik heel moeilijk. Alleen klassieke concerten zijn toegelaten, voor de rest is er enkel muziek thuis en stiekem in taxi’s. De regels zijn ook heel strikt: je moet steeds oppassen voor de zedenpolitie (de politie die Mahsa Amini’s dood heeft veroorzaakt, red.)’
‘Ik snap dat zeker jongeren mensen het moeilijk hebben. Als je iemand wilt ontmoeten buiten de familiesfeer is dat bijvoorbeeld bijna onmogelijk. Dat leidt wel tot inventieve oplossingen: op bepaalde rotondes rijden jongeren die een auto hebben rondjes en kijken ze naar elkaar. Als ze elkaar leuk vinden, wisselen ze hun nummers uit door het raam. Jongeren willen reizen, andere mensen leren kennen, geld verdienen, zich uiten op allerlei manieren. En dat zijn net de dingen die niet mogen.’
* Om privacyredenen wilde Nishrine niet met haar echte naam getuigen.
‘Tijdens familiefeesten plakten we dikke dekens voor het raam om niet betrapt te worden’
Wie? Laleh*, leeft sinds 1986 in België.
‘Ik ben geboren in Teheran in 1983, net na de revolutie van 1979 (toen het vrij Westerse beleid van de sjah instortte, red.). Ik heb de vrijheid voordien nooit gekend, maar ik heb wel verhalen gehoord via mijn ouders en mijn zus en broer, die 12 en 14 jaar ouder zijn. Zo weet ik dat de revolutie nogal onverwacht kwam. Het ging er wel meteen erg gewelddadig aan toe. Mijn ouders zijn toen veel kennissen en naasten verloren.’
‘Mijn ouders waren open-minded, niet-praktiserende moslims: ze gingen alle twee werken, ze gingen dansen en naar de cinema. Het strenge regime was dus een totale ommekeer. Ineens gingen ze van een leven met vrijheden naar een superstrikte maatschappij. Kunst, cultuur en muziek in openbare ruimte werden verboden. Mannen en vrouwen mochten niet meer samen op straat lopen als ze niet getrouwd waren. Alcohol was verboden. En je mocht niet meer dragen wat je wou. Anderzijds zie ik in fotoalbums dat het leven binnenshuis gewoon verderging, wat nog steeds zo is in Iran. We hielden familiefeesten en plakten dikke dekens voor het raam zodat we niet betrapt werden, want anders dreigden zweepslagen.’
Voor alle duidelijkheid: dit is geen strijd tegen de islam, maar een strijd om een leven met vrijheden die wij vanzelfsprekend vinden
‘Aanvankelijk dachten mijn ouders dat het regime snel zou vallen. Daarom zijn ze er nog zeven jaar blijven wonen. In 1986 zijn ze toch vertrokken, want mijn broer werd veertien, de leeftijd dat jongens toen naar het front moesten. Mijn ouders wilden hun kinderen een leven in vrijheid geven. Ik denk trouwens niet dat ze moesten wennen aan de vrijheid in België, want voor hen was dat gewoon de default, die zeven jaar verboden was geweest. Toch valt de vlucht niet te onderschatten. De opluchting was ondergeschikt aan de overlevingsdrang. Ze moesten een weg zoeken in een land waar ze de cultuur, religie, gewoonten en taal niet kenden.’
‘Ik ben niet meer in Iran geweest, maar er woont wel nog familie, die maar al te blij zou zijn als het regime valt. Iran is geen achtergesteld land, maar het wordt slecht geleid: er is corruptie, de geestelijke klasse heerst zonder voeling met bevolking en het is een economische ramp.’
‘Voor alle duidelijkheid: dit is geen strijd tegen de islam, maar een strijd om een leven met vrijheden die wij vanzelfsprekend vinden. Ik merk dat de opstand hoop geeft, maar er is ook angst dat het opnieuw de grond in gedrukt wordt en dat er veel slachtoffers vallen zoals bij de vorige protesten. Ik voel mee vanop afstand. Zoals je nu ook merkt, zijn Iraniërs niet allemaal moslims die onder een theocratie willen leven. We zijn een supertrots volk: we zijn trots op onze geschiedenis, cultuur, afkomst. En de theocratie censureert zoveel dingen die net hélemaal Iran zijn.
*Laleh is een schuilnaam. Ze wilde niet in eigen naam getuigen uit angst voor mogelijke gevolgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier