Van smartwatch tot hartslagmeter: zorgen ‘wearables’ voor meer stress in je leven?
De sportievelingen onder jullie vinden misschien wel een mooi sporthorloge, een fietscomputer of een hartslagmeter onder de kerstboom. Leuk, maar wat als zo’n ‘wearable’ juist extra stress veroorzaakt?
Dat ze wel nog wat rondjes moest stappen, vertelde een kennis onlangs toen ze op bezoek was. Ik was aan het strijken, terwijl zij haar liefdesperikelen met me deelde en ondertussen rond de tafel stapte. De reden: ze moest nog meer dan 1100 stappen doen om aan haar dagelijkse doel van 10.000 te komen. Grappig, maar ook bepaald raar. Tot bleek dat het dragen van stappentellers, hartslagmeters en smart watches wel vaker tot gevolg heeft dat mensen ietwat te veel belang hechten aan de data die die dingen registreren.
Een kleine rondvraag levert verrassend veel verhalen op. Kathleen (53) droeg een tijdje een smartwatch die haar slaapkwaliteit bijhield. ‘Maar als ik volgens dat horloge een paar nachten slecht had geslapen, begon ik al nerveus aan de volgende nacht: zou het nu beter gaan? Mijn partner stelde voor om dat ding gewoon uit te laten. Mijn huisarts zei hetzelfde. Nu gaat mijn smartwatch elke avond uit, en slaapt hij gezellig in de badkamer. Sindsdien slaap ik beter.’
Ook Kobe (25) draagt geen horloge meer tijdens het lopen. ‘Wat ik fijn vind aan lopen, is buiten zijn. Ik woon in een dorp, en loop meestal in het bos en door velden. Ik kreeg een smartwatch voor mijn horloge. Maar toen ik merkte dat ik meer met mijn horloge bezig was dan met mijn omgeving, besloot ik het op pensioen te sturen. Nu geniet ik weer echt van het lopen.
Van motivatie naar obsessie
Liv (56) merkte dat haar horloge haar te veel afleidde, zelfs op werk. ‘Ik kreeg een opmerking van een collega, omdat ik tijdens een belangrijke vergadering op mijn horloge bezig was. Ik was die ochtend gaan lopen en wilde weten of die sessie mijn training status zou verbeteren. Ze zei dat het haar opviel dat ik er wel erg veel mee bezig was, en ik besefte dat ze gelijk had. Ik keek er tientallen keer per dag op, niet alleen als ik aan het sporten was, maar ook in de file of als ik aan het koken was. Niet dat dat nuttig was, maar ik leek het niet te kunnen laten. Dus nu draag ik het alleen nog als ik echt aan het sporten ben.’
Marie (32) herkende een andere valkuil: haar perfectionisme. ‘Ik ben competitief. En perfectionistisch. Na een paar maanden merkte ik dat ik veel te veel aandacht schonk aan wat de smartwatch registreerde tijdens het fietsen. Hartslag, afstand, recuperatie, elke fietstocht werd een wedstrijd tegen mezelf. En als het één of twee toertjes minder goed ging, begon ik vol spanning aan de volgende training en verdween het plezier van het trainen.’
Data-overload
Onderzoek aan de Universiteit van Kopenhagen in 2020 volgde 27 hartpatiënten die een Fitbit kregen. In de zes maanden dat ze deze droegen, leerden ze meer over hun lichaam en gezondheidstoestand en gingen ze meer bewegen. Tegelijkertijd werden ze echter ook ongeruster en angstiger. Veel patiënten voelden zich zelfs schuldig wanneer hun horloge aangaf dat ze nog niet genoeg stappen hadden gezet, legt onderzoeker Tariq Osman Andersen, assistent-professor aan de Universiteit van Kopenhagen, uit aan healthcare-in-Europe.com. ‘Zelfmeting brengt over het algemeen meer nadelen dan voordelen met zich mee voor deze patiënten. Ze interpreteren de gegevens van hun Fitbit alsof het een dokter is, maar krijgen geen hulp bij het begrijpen ervan. Dat leidt tot onnodige angst.’
Andersen benadrukt dat de Fitbit niet ontworpen is voor hartpatiënten. ‘Hun bewegingsnoden zijn anders, maar zonder begeleiding is het moeilijk om de data correct te interpreteren.’ De Kopenhaagse onderzoekers pleiten daarom niet tegen wearables, maar wel voor een betere omgang met de gegevens die ze genereren. Gebruikers lopen anders het risico op data-overload of zelfs care-seeking: een overdreven angstige reactie op fysieke ongemakken, waardoor mensen onnodig vaak naar de huisarts of spoeddienst trekken. Dit soort stress kan het dagelijks leven serieus verstoren, waarschuwen deskundigen.
Leercurve
We hebben nog veel te leren als het gaat om het omgaan met wearables en data, denkt Tine Wetsels, sportpsycholoog bij The Extra Mile. ‘Meten is weten. Het is vandaag de dag ook doorgedrongen in het dagelijks leven van veel mensen. Niet alleen kunnen ze hun sportactiviteiten meten, maar veel gebruikers delen hun activiteiten ook op sociale media, zoals Strava. Ik moet toegeven, ik ben zelf ook een beetje een Stravastrever. Toen ik onlangs tijdens een looptraining stopte om een foto te maken en daarna vergat Strava weer aan te zetten, was ik 4 kilometer kwijt, en dat stoorde me, ja. (lacht)‘
Data is handig als je traint en je vooruitgang wil inschatten, maar je moet er goed mee leren omgaan, stelt Wetsels. ‘Zelfkennis is belangrijk, en de belangrijkste vraag die je je moet stellen is: waarom draag je een smartwatch en waarom wil je data verzamelen? Ben je aan het trainen voor iets specifieks en wil je vorderingen zien? Helpt dat bij je motivatie? Draag je een smartwatch tijdens een recreatieve wandeling of zwemuurtje, of ben je aan het trainen voor een specifiek doel? Ben je een cijfermens die graag bezig is met data en daar plezier uit haalt? Of bestaat het gevaar dat je frustratie gaat voelen als het niet snel genoeg gaat, of dat je te veel aandacht gaat geven aan wat je smartwatch je vertelt? Zo zoek je voor jezelf naar een gezonde manier om ermee om te gaan. Ik zie dat stappentellers mijn ouders echt motiveren om genoeg te bewegen, maar ze doen naar mijn weten geen extra rondjes om aan hun stappen te komen. Als je merkt dat je er op een ongezonde, eventueel ietwat obsessieve manier mee omgaat, dan perk je het beter in of laat je het helemaal achterwege. Denk: motivatie is goed, zenuwachtigheid is slecht.’
Outsourcen
Zelf draagt Wetsels nooit een smartwatch tijdens het slapen. ‘Ik hoef daar geen gegevens over, want ik voel wel of ik goed geslapen heb of niet. Veel mensen hebben graag het gevoel dat ze de dingen onder controle hebben, en dit soort technologie werkt dat in de hand. Soms lig je een nacht wakker en functioneer je de volgende dag toch prima. Zo werkt ons lichaam nu eenmaal. Maar als je die data over een slechte nacht ziet, ga je je daar misschien zorgen over maken, wat je dag dan weer kan beïnvloeden, en dat is nergens voor nodig.’
Dat brengt ons bij haar volgende tip. ‘In onze maatschappij leven we vaak te veel in ons hoofd en zijn we heel erg bezig met data. We rushen en doen door en vergeten soms gewoon te voelen wat er aan de hand is.’ Kennis van je lichaam outsourcen en steunen op de data van wearables in plaats van wat je effectief voelt, is geen goed idee, stellen deskundigen. Als je je data nodig hebt om te bepalen of het een goede fietstocht was, in plaats van gewoon vast te stellen of het fijn aanvoelde, gaat het de verkeerde kant op.
‘Je lichaam vertelt je veel, dus je leert die signalen maar beter kennen’, stelt Wetsels. ‘Een voorbeeld: ik heb een sporthorloge dat aangeeft dat mijn fitnessniveau zakt als ik een dag niet train. Maar ik ben ook gevoelig voor blessures als ik te vermoeid ben, en heb dus rustdagen nodig. Dus weet ik dat ik die mededeling best negeer, omdat dat voor mij niet nuttig is.’ Gezond verstand is een zegen, en de data goed interpreteren is ontzettend belangrijk. Ook als je bijvoorbeeld je bloeddruk meet of je hartslag in de gaten houdt. Vraag advies aan je huisarts, een coach of andere mensen met kennis van zaken, stelt Wetsels voor, en wees alert als je wearable je gedrag te veel beïnvloedt. Geeft het extra stress, ben je er meer mee bezig dan je wilt, of geeft het meer frustratie dan motivatie? Overweeg dan om de gezonde buitenlucht op te zoeken in plaats van je data te bestuderen. (Tine Wetsels)
Lees ook:
– Mag lopen ook gewoon leuk zijn? Een ode aan beweging zonder doel
– Van de perfecte legging tot de beste sport-app: 5 cadeautips die elke sportieveling zal waarderen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier