‘Rick Astley wilde geen popster zijn, maar hij wist niet wat hij dan wel was’: Columnist Nathalie Le Blanc over ‘Never. De autobiografie’ van Rick Astley

Rick Astley
© GF
Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Nathalie Le Blanc staat stil bij de frappante feiten die ze al lezend opmerkte.

Ik was geen fan van Rick Astley. Terwijl hij een monsterhit scoorde met Never Gonna Give You Up, luisterde ik naar U2, The Smiths en The Triffids, en daar hoorde een obligatoir dedain voor popmuziek bij. Maar ik wil een bekentenis doen. Ik nam de in de bib uitgeleende lp van de heer Astley op en die cassette stond – onbeschreven en dus anoniem – tussen mijn pakweg honderd wel gelabelde doosjes om stiekem te kunnen draaien als ik een oppeppend kotdansje nodig had.

Ik begon dus met gezonde nieuwsgierigheid aan Astleys autobiografie, ook omdat hij de laatste jaren op interessante manier weer opdook. Ietwat dronken in Japan, zijn grote hit zingend met Foo Fighters, bijvoorbeeld, of nummers van The Smiths coverend met indierockers Blossoms.

Dat hij het pijnlijk vond om zijn leven op te schrijven, geeft hij toe, net voor hij vertelt hoe hij met zijn broer Mike, keukenmes in de hand, wegvlucht van de stacaravan waar ze met hun opvliegende vader wonen. Vader noch moeder Astley hebben talent voor ouderschap, Thatcher regeert de Noord-Engelse economie kapot, en Rick heeft dan wel een geweldige stem, maar zal waarschijnlijk zijn leven slijten in het trieste tuincentrum van zijn gewelddadige vader. Een reeks toevalligheden brengt hem op zijn negentiende naar Londen, waar hij in één jaar tijd van studio-theejongen tot wereldster uitgroeit. ‘In 1987 schreef iemand een popliedje van drieënhalve minuut en mijn hele leven veranderde. Je kunt dan wel eerzucht, ambitie en talent hebben, maar er komt ook enorm veel geluk bij kijken.’ Kijk, heel wat succesvolle mensen zijn ervan overtuigd dat ze roem en rijkdom te danken hebben aan hun harde werk, doorzettingsvermogen en grote intellect. Astley weet dat die dingen helpen, maar dat het evengoed anders had kunnen lopen.

Een reeks toevalligheden brengt Astley op zijn negentiende naar Londen, waar hij in één jaar tijd van studio-theejongen tot wereldster uitgroeit

Want dat gebeurt ook. Hij scoort een paar wereldhits, reist de wereld rond, maar is niet blij met het vele playbacken en de muziek die hij moet maken van zijn producers. Als hij na een succesvolle wereldtournee breekt met de popstudio die hem groot maakte, blijven de hits uit. En dus stopt hij. Hij is 27, net vader geworden, en heeft genoeg geld op de bank voor het normale, warme gezinsleven waar hij altijd naar verlangde. Vanaf dan gaat hij zijn dochter van school afhalen en leest verhaaltjes voor, terwijl zijn vriendin Lene videoclips en kortfilms regisseert.

Lees ook: Kan je geen eik van een kastanje onderscheiden? Waarom ‘Hoe lees je een boom’ van Tristan Gooley een verrijking voor het leven is

Jammer genoeg blijkt genetica a bitch. Hij wilde geen popster meer zijn, maar wist ook niet wat hij dan wel was. Net als zijn vader krijgt hij woedeaanvallen. Er wordt een en ander aan diggelen geslagen in de tuin, tot zijn vriendin hem naar een goede therapeut stuurt. ‘Ik had de tijd en het geld om diep te graven. Het loste mijn gebrek aan zelfvertrouwen en frustratie niet op, maar gaf me de instrumenten om er beter mee om te gaan.’
Hij voedt zijn dochter op, schrijft wat nummers en speelt met eightiesrevivalbands in grote concertzalen.

Millennials herontdekken hem dankzij het internetfenomeen rickrolling, waarbij zijn videoclip achter eindeloze weblinks opdook, en vindt succes met nieuwe muziek. Hij leidt het leven waar hij als kind van droomde. Omdat hij, voor hij het wegens onvermijdelijke menselijke natuur verknoeide, besefte dat hij dat kon vermijden. Hoe banaal, denk je misschien, maar de man is de vleesgeworden versie van het AA-sereniteitsgebed: God, geef me de sereniteit om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, de moed om aan te pakken wat ik wel kan veranderen en de wijsheid om het verschil te zien. En dat, dat is echt succes, als je het mij vraagt.

(Deze column kwam breed glimlachend tot stand, al luisterend naar Rick Astleys en Blossoms liveversies van The Smiths-nummers op repeat.)

Never. De autobiografie, Rick Astley, De Boekerij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content