Wided Bouchrika
Tot mijn wiskundeleraar zuchtte: ‘Gaan we het dan echt aan het meisje moeten vragen?’
Wided Bouchrika deed na een gewelddadig incident aangifte bij de politie. Een ontmoedigende ervaring, waardoor ze van machteloos naar hopeloos ging. In haar reeks columns over seksueel geweld en vrouwelijke seksualiteit en identiteit focust ze zich op dat laatste. Want wat is mannelijk, en wat is vrouwelijk uiteindelijk?
Rond de tafel, op wat waarschijnlijk de laatste zwoele septemberavond van het jaar wordt: drie vrouwen. Op de tafel: drie glazen whiskey met gemberbier. In de lucht: de uitspraak dat dit een toch wat minder vrouwelijke keuze is dan pakweg de Cosmopolitan die in Sex and the City lustig gedronken wordt. Of hoe we geneigd zijn elke keuze die we maken eerst even aan onze toebedeelde genderrol af te toetsen.
Wanneer ik mijn gezelschap vertel over de laatste man die ik datete en terloops vermeld dat die al eens graag zijn nagels lakte, zie ik hoe ze hem mentaal onmiddellijk van al zijn mannelijkheid ontdoen. ‘Oei’, luidt de instinctieve reactie. ‘Nee, geef mij maar een Ć©chte vent.’
Tot mijn wiskundeleraar zuchtte: ‘Gaan we het dan echt aan het meisje moeten vragen?’
Wat maakt van iemand dan een echte man of vrouw? Het is een onzinnige vraag, die we ons blijven stellen op basis van de beperkende sociale constructies die rond elke sekse bestaan en van bij de geboorte in stand worden gehouden. Het is een van de voornaamste problemen waartegen het feminisme zich verzet: dat we allemaal gelimiteerd worden door de genderrollen en meer bepaald de verwachtingen die eraan vasthangen.
Wie als meisje geboren wordt, zal bloemenprints en poppen aangesmeerd krijgen. Toegegeven, zoals ik opgroeide met twee oudere broers, had ik het eigenlijk allemaal. Mijn broer bewonderend voor zijn creaties uit K’nex of Lego, vroeg ik mijn eigen kit aan de sint. Of ik sloop hun kamer binnen om een vlucht met hun X-wing te maken en met Chewbacca en Han Solo te dollen. Wanneer dat me verveelde, kon ik terug naar mijn keukentje, door de tuin racen met mijn pop en buggy, of mijn barbie voor de elfde keer van een drieling laten bevallen door haar buik even open te schuiven (if only).
Maar schijn bedriegt, dat zag u natuurlijk van ver aankomen.
Opgroeien binnen onze sociale constructies, maakte dat ik – als enige meisje in de klasgroep met acht uur wiskunde – niet mocht antwoorden voordat alle jongens een poging hadden gewaagd. En als het dan eindelijk mijn beurt was, dan werd die vraag door de leraar ingeleid met: ‘Gaan we het echt aan het meisje moeten vragen?’
Tragische stereotypen zijn het, die jongens bestraffen voor ‘vrouwelijke gedrag’ en dat gedrag daardoor tot iets minderwaardigs herleiden
Stereotypen bepalen dat meisjes lief en mooi moeten zijn, jongens stoer en flink. Ze leiden ertoe dat mensen vreemd opkijken wanneer een jongetje een prinsessenkleed aan wil of zijn nagels een kleur wil geven. Ze brengen hem ertoe zijn tranen te verbijten, want jongens huilen niet.
Tragische stereotypen zijn het, die jongens bestraffen voor ‘vrouwelijke gedrag’ en dat gedrag daardoor tot iets minderwaardigs herleiden. En het vrouwen moeilijker maken te schitteren op wat gezien wordt als mannelijk terrein.
De Canadese David Stocker en zijn partner Kathy Witterick wilden zulke scenario’s voor hun kind vermijden. In 2011 zorgden zij bijgevolg voor heel wat ophef toen ze besloten hun baby Storm genderloos groot te brengen. Door het geslacht geheim te houden, wilden zij vermijden dat de omgeving het kind meteen in een bepaalde genderrol zou duwen. Iets wat ouders vaak beĆÆnvloedt in het kiezen van kleding en speelgoed. Storm zou zelf al deze keuzes maken, tot aan het voornaamwoord waarmee zij zou worden aangesproken toe.
Door in de voorgaande paragrafen over ‘het kind’ te spreken, wist ik het problematische ontbreken van een genderneutraal voornaamwoord in het Nederlands trouwens te omzeilen. Problematisch, omdat het hier nog steeds niet gebruikelijk is om over iemand te spreken zonder diens gender te onthullen.
Hier is het nog steeds niet gebruikelijk is om over iemand te spreken zonder diens gender te onthullen.
In ’s werelds meest gesproken taal, het Mandarijns, kan dat wel, want het voornaamwoord ’t?’ omvat zowel ‘hij’, ‘zij’, als ‘het’. En in het Zweeds werd het genderneutrale ‘hen’ vorig jaar officieel in het woordenboek opgenomen, naast het mannelijke ‘han’ en vrouwelijke ‘hon’. Het woord werd in de jaren zestig reeds in het leven geroepen, door feministen die een tegenwicht zochten voor het dominante ‘han’. Maar recenter werd het buiten die feministische context opgepikt als non-binair voornaamwoord.
Verschillende Amerikaanse universiteiten – zoals de Universiteit van Vermont, die het voortouw nam, maar ook Harvard – bieden hun studenten tegenwoordig de mogelijkheid om hun voornaamwoord te kiezen. In het Engels gaat de keuze dan tussen ‘he’, ‘she’ of de genderneutrale varianten ’they’ en ‘ze’. Maar ook ‘name only’ is een optie. Wat betekent dat ze die voornaamwoorden liever links laten liggen en gewoon bij hun naam willen worden genoemd.
En in ons buurland organiseerde het Transgender Netwerk Nederland (TNN) de Verkiezing van het non-binaire voornaamwoord waarbij ‘hen’ en ‘die’ als opties uit de bus kwamen.
Wat niet gebruikelijk is, kan dat wel worden. Uiteindelijk zijn het de sprekers die mee de taal vormen. En als we woorden als tentsletje, frietchinees en selfie ingang konden doen vinden, moet een drie letters tellend voornaamwoord ook wel lukken.
Wided Bouchrika schreef nadat ze aangerand was in het park haar twijfels en tegenstrijdige gedachten neer voor KnackWeekend.be: ‘Dit is geen verhaal over aanranding of geweld‘ .
Op onze vraag schrijft ze vanaf wekelijks een column over seksueel geweld, over het instinct om te minimaliseren, de wervelwind aan tegenstrijdige gedachten, onze ongemakkelijke omgang met maatschappelijke druk en de – absoluut niet definitieve – plaats van de vrouw in de samenleving.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier