Têtu-hoofdredacteur Adrien Naselli: ‘Ik heb op geen enkel moment gewenst dat ik hetero was’

Adrien Naselli © Kevin Faingnaert
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Adrien Naselli (27) is geboren in Grenoble en werkte onder meer voor France Inter, France Culture en Canal+. Nu leidt hij in Parijs Têtu. Het in 1995 gelanceerde LGBT-magazine verschijnt sinds kort opnieuw, na een afwezigheid van anderhalf jaar.

Ik wilde als tiener al journalist worden. Mijn voorbeelden waren de nieuwsankers van TF1. Ik wist alleen nog niet of ik Claire Chazal dan wel Patrick Poivre d’Arvor wilde zijn (lacht). Dankzij een beurs studeerde ik aan het ENS in Parijs, een eliteschool die veel onderzoekers en docenten aflevert. Maar zo’n carrière zag ik niet zitten. Ik wilde met het dagelijkse leven bezig zijn, met zaken die gewone mensen boeien en die ik ook met mijn eigen omgeving zou kunnen delen. Ik was de eerste van de familie die naar de universiteit trok – de academische sector stond te ver van mijn roots.

Mijn ouders ontdekten mijn geaardheid toen ik zestien was. Een nogal luidruchtig telefoontje met een vriendin, een klassieker onder comingout-verhalen. Tot een gesprek kwam het pas jaren later, maar als tiener in de lagere middenklasse mocht ik niet klagen. Jongeren uit kansarme milieus of op erfgenamen gestelde bourgeois families moeten vaak meer tegenstand overwinnen. Ik heb op geen enkel moment gewenst dat ik hetero was.

Serieus genoemd worden schrikt me niet af: dat is volgens mij de hoek van waaruit de wind nu waait

Zonder een printmagazine waren we niet compleet. Têtu.com is een fantastisch kanaal voor snelle berichtgeving, maar niet voor langere, diepgravende stukken waarvoor je de tijd moet nemen. Zulke trage journalistiek is de roeping van gespecialiseerde titels als de onze. Mainstream media hebben ook niet de middelen of kennis om alle LGBT-onderwerpen grondig uit te spitten. Investeren in print lijkt gedurfd, maar we hadden goede redenen om ervoor te gaan.

De covers met halfnaakte modellen hebben we afgevoerd. Die hebben geen nut meer, want het internet en Instagram staan vol met spierbundels. Voor onze lezers zijn zulke geïdealiseerde beelden ook niet herkenbaar of relevant. We gooien het dus over een andere boeg en zetten gewone mensen op de cover. Serieus genoemd worden schrikt me niet af: dat is volgens mij de hoek van waaruit de wind nu waait, en liever serieus dan frivool of inhoudsloos.

Tolerantie begint bij jezelf. De vele actiegroepen en sociaal-culturele verenigingen van LGBT’s werken goed samen – zeker rond concrete strijdpunten en de Pride-optochten – maar op het individuele niveau is er nog veel onbegrip. Homo’s, lesbo’s, bi’s en transgenders zeggen soms de vreselijkste dingen over elkaar, en ook leeftijd en afkomst maken het soms moeilijk om mensen van hun gemeenschappelijke belangen te overtuigen. Maar je kunt niet voor diversiteit en solidariteit pleiten als je zelf anderen afwijst.

Jongeren zijn niet weerloos. Ze hebben de ongeremde homofobie en discriminatie van weleer niet meegemaakt en vinden het vanzelfsprekend dat iedereen kan trouwen, maar ze zijn ook beter geïnformeerd dan de generaties voor hen. Bovendien weten jongeren zich gesterkt door de veel grotere zichtbaarheid van LGBT’s in de samenleving. Conservatieve bewegingen als de Manif pour tous (die onder meer tegen het homohuwelijk en homo-ouderschap strijdt, red.) en figuren als Marine Le Pen laten hen dus niet onberoerd. De verkiezing van Donald Trump heeft een brede verzetsbeweging gemobiliseerd waarin jongeren een belangrijke rol spelen; zoiets zie ik ook in Frankrijk gebeuren.

Niets kan veranderen als mannen niet veranderen. Achterhaalde ideeën omtrent mannelijkheid zijn een belangrijke bron van homo- en transfobie. Volledige aanvaarding van LGBT’s is enkel mogelijk als mannen voor zichzelf doen wat de feministische beweging gedaan heeft met de beeldvorming rond vrouwen. Ik hoorde Obama graag vertellen over zijn dochters en hun inclusieve generatie, maar dat is een politiek discours. Veel adolescenten met een andere geaardheid hebben heel andere ervaringen.

Zeggen wat er misloopt, is slechts een deel van het werk. Têtu moet de zorgen van LGBT’s vertalen en moeilijke vragen stellen, maar wel vanuit een journalisme de solutions. Positief blijven is soms moeilijk – Franse LGBT’s hebben goede redenen om zich zorgen te maken – maar ook noodzakelijk om gehoor te vinden. Zeuren verkoopt niet.

De Belgian Pride vindt plaats op 20 mei in Brussel. pride.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content