Soulprinses Reinel Bakole, vlak voor de grote doorbraak: ‘Ik ben altijd een soliste geweest’
Niet alleen in eigen land wordt de Belgisch-Congolese Reinel Bakole gezien als dé rijzende ster van de neo-soul. Met haar eerste album in aantocht is het hoog tijd voor een kennismaking.
Vorige zomer Paradise City, Dour en Esperanzah, dit jaar onder meer Couleur Café en Half Oogst: Reinel Bakole (25) is niet weg te slaan van de festivalpodia. Vorig jaar luisterde haar helende soulstem in het Brusselse Egmontpaleis ook de teruggave van de stoffelijke resten van voormalig Congolees premier Patrice Lumumba op. Toch zijn haar karakteristieke stemgeluid en introspectieve songs slechts één aspect van de artieste uit Schaarbeek. Als geschoolde danseres en visueel storyteller stoffeert Reinel Bakole haar optredens met hedendaagse choreografie en performancekunst, terwijl haar EP’s – twee tot nog toe – vergezeld werden door clips en een kortfilm.
“Ik dans al van mijn achtste”, vertelt Reinel Bakole. “Ik was een verlegen kind, maar niet op de planken. Daar voelde ik me zo goed dat ik ervan droomde om deel uit te maken van een dansgezelschap en te touren. Al ging die droom dan wel om hedendaagse dans, want in de balletles was ik zo’n buitenbeentje dat ik me er totaal niet thuis voelde. Later kwam ik erachter dat ik alleen aan de weg moest timmeren. Ik stuur graag mensen aan en de uitwisseling van ideeën verbreedt mijn visie, maar op zich ben ik altijd een soliste geweest.”
Zingen doe je pas sinds enkele jaren. Hoe sloop dat in je leven?
“Het verlangen was er altijd al, ik was alleen zo onzeker dat ik het mezelf niet toestond. Tot ik tijdens mijn studie dans merkte dat andere dansers ook zongen, en ik in 2018 een concert zag van de Brits-Angolese rapper en zangeres IAMDDB. Ze vertelde hoe bevrijdend het voor haar was om zich niet langer te beperken – een boodschap van empowerment die me triggerde. Terug thuis vertelde ik mijn oudere zus Lindel meteen dat ik muziek wilde maken, en dat zij me moest managen.”
Hoe ontstaan je nummers?
“Ik ben nog maar net bezig, het is dus ook voor mij nog een ontdekkingstocht. Voor de teksten vertrek ik meestal van de tekeningen of woorden die ik in een notitieboekje krabbel, voor de muziek werk ik samen met muzikanten of ga ik aan de slag met de software van GarageBand. Niks ligt vast. Ik geef mezelf ook creatieve prikkels door te observeren, mensen te ontmoeten en naar muziek te luisteren.”
Je besteedt veel aandacht aan je outfits op het podium en in je clips. Volg je de mode?
“Ik ben er alleszins gevoelig voor. Ik wist al in mijn kindertijd wat ik wel en niet wilde dragen, en samen met mijn oudere zus Lindel hield ik modeshows in de slaapkamer. Als tiener was ik geobsedeerd door de shows van Victoria’s Secret – ik kende de namen van de modellen uit mijn hoofd. Ik weet dat het gebrek aan diversiteit en de objectivering van vrouwen problematisch zijn, maar destijds zag ik alleen maar de leuke kanten. Vandaag hou ik vooral van opkomende, alternatieve ontwerpers, omdat ze vaak heel persoonlijke verhalen vertellen en conventies doorbreken.”
Je laatste single eye land is opgenomen met plaatselijke muzikanten in Kinshasa. Hoe was het om het geboorteland van je ouders te bezoeken?
“Mijn eerste reis naar Congo dateert al van mijn elfde. Ik had nog nooit zulke ongelooflijke landschappen en zoveel schoonheid gezien. Congo opende ook mijn ogen voor een andere realiteit, want de mensen leven er heel anders dan hier, en in een ander tempo. Als kind zulke contrasten ontdekken is een duizelingwekkende ervaring. Bovendien maakte ik er kennis met de familie van mijn ouders, wat me dichter bij mijn eigen identiteit bracht.”
Een ontdekking van je roots, zeg maar?
“Ik heb daar niet plots mijn eigen geschiedenis ontdekt, die zit gewoon in me. Maar ik ben er wel losgekomen van de Europese referentiepunten en cultuur waarmee ik opgroeide. Die zijn niet fout of zo, maar het zijn niet de enige dingen die me maken tot wie ik ben. Daarnaast ben ik alerter geworden voor racisme en vooroordelen. Ik herken de negatieve denkbeelden nu, zowel aan Europese als aan Congolese zijde.”
Je legt de laatste hand aan je debuutalbum. Wat mogen we verwachten?
“Ik wil nog niet te veel verklappen, maar het zal vooral een portret zijn van mijn laatste vier jaar. Ik ben halverwege mijn twintiger jaren en word me stilaan bewust van mijn volwassenheid en identiteit als mens en als artiest – ik ben mezelf dus volop aan het ontwikkelen. Wie ben ik, wat zijn mijn overtuigingen, waar zie ik mezelf in de toekomst: ik moet heel wat knopen doorhakken, wat niet altijd eenvoudig is.”
En je nieuwe single Swords?
“De oorspronkelijke titel was Princess of Swords, naar de Koningin van het Zwaard, een kaart in het tarotspel. Zij maakt de weg vrij wanneer je geplaagd wordt door twijfels, frustraties of kwalijke invloeden van buitenaf. Het nummer gaat over mijn wens om los te komen van mijn demonen en zorgen. Twijfels over mijn zelfvertrouwen, mijn eigenwaarde en relaties met anderen vertroebelen mijn geest weleens en verhinderen me dan om mijn volledige potentieel te benutten. Dat zelfsaboterende trekje vind ik best lastig.”
Als je vrijuit mag dromen: wat wil je nog allemaal verwezenlijken?
“Ik heb zo veel dromen dat ik er op mijn telefoon een lijstje over bijhoud. (lacht) Zo zou ik graag samenwerken met mijn helden in de danswereld, zoals Damien Jallet, een Belgisch-Franse choreograaf met een stijl die tegelijk ruw en poëtisch is. Maar ik wil ook keramiek maken, boeken schrijven, collabs opzetten met kunstenaars en een breder publiek aanspreken. Niet om bekend te worden en commercieel succes te boeken, wel omdat het fijn zou zijn om mezelf te blijven vernieuwen, risico’s te nemen en daarvoor erkenning te krijgen. Maar dat mag ook na mijn dood zijn.” (lacht)
Styling: Vincent Van Laeken — Assistant Styling: Xander Pauwels — Make-up artist: Sofie van Bouwel voor Chanel — haar: Kisanola — nagels: Chloé Momi — Coördinatie: Anne-Françoise Moyson. Met dank aan Studio BB voor de ontvangst.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier