Waarom jij op dieet mag, maar Adele niet: ‘Van beroemdheden vinden we dat ze de bodypositivitybeweging ondermijnen’

Adele
© Getty Images
Aylin Koksal
Aylin Koksal Journalist Weekend.be

Afkeer voor zwaarlijvigheid: het klinkt niet meer van deze tijd. Of toch? Met Unshrinking schreef filosoof Kate Manne er een manifest over,  gebaseerd op persoonlijke ervaring en grondig onderzoek. Het toont aan hoe discriminatie op basis van gewicht – of fatphobia – ons allemaal schaadt.

De laatste jaren ging het zo vaak over de bodypositivitybeweging dat we de indruk hebben dat de tirannie van de dieetcultuur van de jaren 90 grotendeels voorbij is. Maar dat klopt niet, schrijf je.

‘Niet in de verste verte. De dieetcultuur is nog altijd springlevend en misschien zelfs krachtiger dan ooit. Denk aan de opkomst van een afslankmedicijn als Ozempic, dat eigenlijk bedoeld is voor diabetespatiënten. Veel mensen beschouwen zo’n soort middel als een gemakkelijke weg naar gewichtsverlies, en de gedachte dat je zonder enige moeite kilo’s kunt kwijtraken zorgt voor veel beroering. Zo kreeg Oprah Winfrey de wind van voren toen ze toegaf dat ze het gebruikte.’

Waarom zijn die reacties zo hevig?

‘Het sluit aan bij wat ik de harder-better fallacy (harder-beter-misvatting, red.) noem – het idee dat alleen de moeilijkste en zwaarste weg naar succes echt waardevol is. In onze maatschappij wordt dunheid gezien als het ultieme teken van succes. Maar dit is een schadelijke mythe die ons gevangenhoudt in een destructief denkpatroon. Het houdt in dat alleen de rijken of mensen met doorzettingsvermogen het verdienen om slank te zijn.’

Beroemdheden als Lizzo of Adele, boegbeelden van bodypositivity, oogsten vaak heftige reacties als ze toch afvallen. Hoe verklaar je dat?

‘Wanneer iemand als een symbool van zelfacceptatie wordt gezien, voelt het voor veel mensen als verraad als ze besluiten om af te vallen. Het lijkt alsof deze beroemdheden de kernwaarden van de bodypositivitybeweging ondermijnen. Maar uiteindelijk is het ieders persoonlijke keuze wat ze met hun lichaam doen. Hoewel ik persoonlijk denk dat gewichtsverlies niet de beste keuze is, begrijp ik volledig waarom iemand die stap zou willen zetten in een wereld die dunheid zo verheerlijkt.’

Je boek deed me beseffen dat ik onbewust negatieve ideeën had over dik zijn. Heb jij ook zulke persoonlijke inzichten gehad?

‘Zeker weten. We worden allemaal gevormd door de samenleving. Schadelijke denkbeelden sluipen bijna ongemerkt ons hoofd binnen. Alleen al het herkennen daarvan is een grote stap richting zelfreflectie. Ik moest ook mijn eigen geïnternaliseerde fatphobia onder ogen zien. Ik had het geluk dat ik vroeg in aanraking kwam met fat acceptance, (de beweging die ijvert voor gelijke kansen in de samenleving voor mensen met overgewicht, red.) dankzij briljante denkers als Kate Harding, Marianne Kirby en Lesley Kinzel. Het politieke aspect van de beweging had ik al snel door. Maar mijn eigen lichaam echt accepteren? Dat was een veel langer proces.’

In je boek maak je ook een interessante koppeling tussen vetfobie en racisme.

‘Klopt, fatphobia is eigenlijk een zeer recent verschijnsel. Sabrina Strings, een socioloog die mijn perspectief volledig heeft veranderd, legt uit dat deze angst ontstond in de VS in de achttiende eeuw. In die tijd probeerden witte koloniale machten het “witte lichaam” te onderscheiden van het “zwarte lichaam”. Zwarte mensen werden op enorme schaal uitgebuit door de trans-Atlantische slavenhandel. Fatphobia ontstond als een manier om deze verschillen te markeren. Vroeger werd een vol lichaam juist gezien als een teken van luxe en welvaart. Maar zodra deze associatie met zwartheid ontstond, veranderde alles en fatphobia verspreidde zich snel. Het is cruciaal om deze link met racisme te kennen om het volledige plaatje te begrijpen.’

Je legt ook uit dat fatphobia vaak verkeerd wordt gelinkt aan armoede of klasse.

‘Het berust op valse stereotypen die ons beeld vertroebelen. In de VS bestaat bijvoorbeeld het idee dat arme mensen vaker dik zijn, maar dat klopt niet. In werkelijkheid zijn de dikste mannen vaak middenklasse, terwijl de armste en rijkste mannen meestal dunner zijn. Bij vrouwen ligt het anders: hier zie je wel een verband tussen dunheid en rijkdom, maar dat geldt vooral voor witte vrouwen. Gewicht is een complexe marker van klasse, geen eenvoudige indicatie van rijkdom of armoede.’

Je introduceert het concept bodyreflexivity als een alternatief op bodypositivity. Wat schort er aan die beweging?

Bodypositivity heeft veel bereikt in de strijd tegen fatphobia, maar heeft ook haar tekortkomingen. Ik ontdekte dat de constante druk om altijd maar positief over mijn lichaam te denken, begon aan te voelen als een soort toxische positiviteit. Het is onmogelijk om altijd positief te zijn over je lichaam. Zelfs bodyneutrality, waarbij je je lichaam accepteert zonder de nadruk op uiterlijk te leggen, kan soms somber aanvoelen.

Mijn mantra is eenvoudig: mijn lichaam is van mij, jouw lichaam is van jou. Net zoals je tijdens een wandeling geen bloemen met elkaar vergelijkt, hoeven we onze lichamen ook niet te beoordelen. In plaats daarvan zouden we het onschuldige perspectief moeten herontdekken dat we als kind hadden. Denk bijvoorbeeld aan de Instagrampagina WeRateDogs, waar elke hond een beoordeling van meer dan tien krijgt. (lacht) Het benadrukt dat elk dier uniek is en waardering verdient. Als we diezelfde waarde en uniciteit in onze eigen lichamen kunnen zien, zetten we een enorme stap in het volledig omarmen van wie we zijn.’

Lees ook: Afslanken in tijden van body positivity en Ozempic: waarom praten over afvallen zo moeilijk is 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content