Provocatief therapeut Jeffrey Wijnberg: ‘Heb je persoonlijk bezwaar tegen iets, doe het dan niet’
“Geen franje, geen poespas, geen pretenties. Gewoon zeggen waar het op staat.” Zijn wie je bent, het klinkt logisch, maar is het niet, schrijft provocatief therapeut Jeffrey Wijnberg in zijn nieuwste boek. En ja, hij neemt alweer een paar provocerende standpunten in.
Als je wilt dat een ezel vooruitgaat, moet je aan zijn staart trekken, zo vatte Jeffrey Wijnberg het principe van provocatieve therapie samen in een van zijn vorige boeken. Deze specifieke stijl van therapie is niet zo bekend in de Lage Landen. Wijnberg is al jaren het uithangbord. Zijn wie je bent is zijn zesenveertigste boek, hij verschijnt geregeld op televisie en schrijft een column voor De Telegraaf. ‘In klassieke therapie gaan mensen ervan uit dat de therapeut luistert en zich inleeft in wat je zegt, om je probleem uit te diepen en te kijken of er een oplossing is. Een provocatieve therapeut trekt meteen alles in twijfel. Stel dat iemand zegt: ‘Ik twijfel aan mezelf en heb faalangst.’ Dan antwoordt de provocatieve therapeut: ‘Misschien is dat wel terecht, misschien ben je niet heel erg goed in datgene waar je bang voor bent.”
Ik ga steeds meer af op hoe ik het wil. Neem bezoek. Ik hou dat eigenlijk niet langer dan een uur vol. Dus zeg ik nu: ‘Heb je iets lekkers klaargemaakt, mooi, maar serveer het meteen, want ik ben snel weer weg.’
Waarom heb je voor deze vorm van therapie gekozen?
‘De lijst met redenen is lang. Het is bijvoorbeeld veel leuker om te doen dan klassieke therapie, want als het goed gedaan wordt, lach je veel samen met de patiënt. Het houdt je ook scherp en ik ben er ook van overtuigd dat mensen uitdagen effect heeft. Daar leren ze volgens mij meer van dan wanneer je ze over hun bol aait. Weet je, uiteindelijk is het de klant die bepaalt of therapie succesvol is. Sommige mensen zijn er nu eenmaal geschikter voor dan andere. Ten eerste moet je ergens onder gebukt gaan om ervan bevrijd te willen worden, ten tweede moet je een idee hebben van wat je liever zou willen dan wat je nu hebt, en ten derde moet je een gepassioneerd vuur hebben om tot het doel te komen dat je jezelf gesteld hebt. Pas dan ben je als patiënt geschikt voor therapie. Heb je dat niet, dan is er geen therapeut die voor jou het verschil zal maken.’
Verwachten klanten niet van een therapeut dat die hen helpt bij het uitzoeken van wat ze precies willen en hoe ze dat kunnen bereiken?
‘Ja, maar zo werkt het niet. Ik kan vragen stellen en antwoorden uitlokken, maar ik kan geen stappen naar verandering invullen. Dat moeten patiënten zelf doen. Stel dat een man zegt: ‘Ik heb ontzettend veel last van jaloezie, ik verdraag niet dat mijn vriendin boodschappen gaat doen, omdat ik bang ben dat ik haar kwijtraak aan iemand anders.’ Dan zeg ik: ‘Je moet haar niet alleen laten gaan, want misschien raak je haar inderdaad kwijt. Volg haar of installeer een appje op haar telefoon zodat je kunt zien waar ze is.’ En dan zegt die man: ‘Nee, dat wil ik niet.’ Dan vraag ik: ‘Wat wil je dan wel?’ Hij weer: ‘Ik wil bevrijd zijn, ik wil haar ruimte geven om te leven, en mezelf ook.”
Uw nieuwste boek gaat over jezelf zijn. Waarom koos u voor dit onderwerp?
‘De thema’s van mijn boeken dienen zich aan omdat ze actueel zijn voor mezelf. Ik ben nu op een leeftijd dat ik eindelijk kan zijn hoe ik ben. Vroeger deed ik mezelf nog weleens beter voor en dat heeft alles te maken met sociaal wenselijk gedrag. Daar ontkomt niemand aan, de mensen om ons heen verwachten nu eenmaal dingen van ons en we komen hun meestal tegemoet, want we willen hen niet teleurstellen. Maar dat geeft vaak een soort innerlijk conflict. Ik heb gemerkt dat ik de laatste jaren steeds meer afga op hoe ik het wil. Neem bezoek. Ik hou dat eigenlijk niet langer vol dan een uur, daarna heb ik het echt gehad. Dus zeg ik nu tegen mensen: ‘Heb je iets lekkers klaargemaakt, mooi, maar serveer het liefst meteen, want ik ben snel weer weg.’ Als ik zulke dingen zeg, krijg ik vaak dezelfde reactie: mensen zijn een beetje jaloers, ze zouden het ook wel willen.’
Waarom doen we het dan niet gewoon?
‘Omdat we ons nu eenmaal graag mooier voordoen dan we zijn. We hebben onze lelijke, negatieve en slechte kanten, maar die laten we liever niet zien. Als we op moeilijke gevoelens botsen, dingen als onzekerheid, angst, schaamte of twijfel, dan zeggen we: ‘Ik ben mezelf niet.’ Terwijl, hallo, dat ben je natuurlijk wel. Het is essentieel dat je je goede én minder goede kanten kent, maar het is niet echt makkelijk. Mensen weten vaak wel waar ze goed in zijn, maar minder wat ze niet kunnen.’
Terwijl iets als onzekerheid gewoon deel is van wie we zijn?
‘Ja. Als iemand vertelt dat hij graag meer met onbekende mensen wil praten, maar te onzeker is om dat te durven, dan is mijn conclusie: ‘Je bent gewoon verlegen.’ Daar is op zich niets mis mee, maar als je er last van hebt, dan moet je er iets mee doen. Stap op iemand af, vertel dat je getwijfeld hebt omdat je verlegen bent, maar dat je het dan toch gedaan hebt. Zo heb je meteen een gesprek. Maar dat is moeilijk, want het kan mislopen, dus dat willen mensen liever niet doen. Ze willen het in één keer goed doen, want alleen dan zijn ze zichzelf. Wel, dat klopt niet. We zijn ook onszelf als we verlegen of arrogant zijn, of als we falen.’
Daar komt bij dat hoe we naar onszelf kijken, niet altijd overeenstemt met hoe we op anderen overkomen.
‘Klopt. Zelfkennis is een ingewikkeld concept, heb ik onlangs zelf ondervonden. Na drieëntwintig jaar ben ik door mijn huisarts zijn praktijk uit geknikkerd. ‘Het lijkt me beter dat je een andere huisarts zoekt’, zei hij. Ik ben volgens hem dwingend, vervelend, autoritair en onprettig. En ook een aansteller. Mijn vrouw moest lachen. Dat klopt precies, vond zij.’
Was wat hij zei een verrassing voor u?
‘Nou, niet echt, als ik naar mezelf kijk door zijn ogen. Als ik een klacht heb en hij stelt een diagnose waar ik het niet mee eens ben, dan zeg ik dat gewoon en trek ik zijn beoordeling in twijfel. Dat is vervelend en in zijn beleving ben ik dus lastig. Het is niet de eerste keer dat dat me overkomt. Ik gaf vroeger weleens een lezing in Vlaanderen en dan kreeg ik vaak te horen dat ik een nogal agressieve manier van presenteren heb, terwijl ik dat in mijn ogen heel bescheiden doe. Daarom vind ik het feit dat we vandaag zo bezig zijn met authenticiteit een beetje bedenkelijk. Want zijn wie je bent blijft altijd een zoektocht én een zoeken naar evenwicht. Je wilt niet dat iedereen zijn deur voor je dichtsmijt, maar je wilt je ook niet de hele tijd aanpassen omdat de mensen je anders niet verdragen.’
We zijn ook onszelf als we verlegen of arrogant zijn, of als we falen.
Ook al kennen we onze mindere kantjes, we hebben allemaal het gevoel dat we ‘goede’ mensen zijn en goede intenties hebben, schrijft u. Net dat maakt kritiek krijgen zo moeilijk.
‘Dat is een complex probleem. Kritiek wordt op gevoelsniveau gezien als een aanval, en onze natuurlijke reflex is onszelf verdedigen. Wat ik suggereer is: ga er eens in mee. Probeer het standpunt van de ander over jou te begrijpen. Je leert er misschien veel uit over jezelf, en bovendien valt kritiek vaak stil als je er op die manier in meegaat.’
Verlegenheid, jaloezie, faalangst, we willen moeilijke karaktereigenschappen graag ‘oplossen’. Maar iets als faalangst is flauwekul, schrijft u.
‘Dat hele idee is onzin. Faalangst is vaak gewoon een excuus, het zegt alleen maar dat wat je wilt gaan doen moeilijk is. Terwijl angst je niet mag tegenhouden, je moet toch gewoon doen wat je wilt. Kijk, mensen willen een oplossing voor hun probleem, maar dan liefst een makkelijke. En soms is er wel een oplossing, maar makkelijk is het nooit. Er is namelijk geen pilletje tegen iets als verlegenheid. Ik was zelf extreem verlegen, maar wilde dat niet in mijn leven, dus heb ik het aangepakt. Ik heb mezelf geleerd om, waar ik ook ben, mensen die ik niet ken aan te spreken. Moeilijk, maar nu ik het in de vingers heb, is het fantastisch.’
Verzwijgen we ook niet dat we het na een uur bezoek wel gehad hebben, omdat dat nu eenmaal niet is hoe bezoek werkt? We zijn dan wel een individualistische maatschappij geworden, maar sociale conventies hebben nog een stevige greep op ons gedrag.
‘Ze zijn ook heel subtiel, die conventies. Ik krijg van collega’s weleens brieven met vragen over patiënten. Vroeger antwoordde ik plichtmatig, nu zeg ik dat ze mij mogen bellen als ze zelf het antwoord op hun vragen niet weten. Als ze me bellen, dan hebben mijn collega’s het over protocol, over regels en hoe we het normaal altijd per brief doen. Maar het is niet omdat iets protocol is dat het per definitie een goed idee is. Dat collega’s per se zwart op wit een antwoord van mij willen, daar stel ik me ernstige vragen bij.’
Mensen houden zich vandaag meer bezig met hoe zij zelf gelukkig kunnen zijn, en minder met wat dat voor anderen betekent.
Hebben regels en protocol dan geen nut?
‘Natuurlijk wel. Ze zijn op zich niet verkeerd, maar af en toe mag je nadenken over hoe en waarom dingen gebeuren. Sta ik hier nog achter? Kan het makkelijker? Wil ik het anders doen? En ja, we hebben ook rituelen en conventies zoals feestdagen en bezoek nodig. Ze zijn mooi, het brengt ons samen en het zorgt voor organisatie in de samenleving. Dat is veel waard. Maar mijn mening is: heb je persoonlijk bezwaar tegen iets, doe het dan niet. Als maatschappij zijn we verschoven van groepsdenken naar individualisme. Mensen houden zich vandaag meer bezig met hoe zij zelf gelukkig kunnen zijn, en minder met wat dat voor anderen betekent. Dat kun je als een bedenkelijke ontwikkeling zien, maar het is natuurlijk allemaal een stuk genuanceerder dan het op het eerste gezicht lijkt. Ik ben bijvoorbeeld erg solo ingesteld, maar als ik in een ziekenhuisteam werk, ben ik net heel loyaal en teamgericht. Wat we niet mogen vergeten, is dat wij complexe wezens zijn. Je gedraagt en voelt je anders, afhankelijk van met wie je bent en waar je bent. En we raken in de problemen als jezelf zijn betekent dat je mensen afstoot. Ik heb zelf een hekel aan mensen die overdrijven. Op een reis naar de VS vorig jaar, kwam ik mensen tegen die naar het voorbeeld van Trump systematisch gingen dwarsliggen: ‘Ik ben een Trump-mens, te nemen of te laten.’ Tja, als je je zo gedraagt, mag je niet klagen als mensen zich van je afkeren. Alles is een kwestie van een evenwicht zoeken.’
Jezelf zijn, maar met mate, dus. Is dat essentieel voor een gelukkig leven?
‘Uit onderzoek blijkt dat wat mensen gelukkig maakt, het idee is dat ze zelf kunnen bepalen hoe ze hun leven willen leiden. Controle, dus. Toch minstens over jezelf. Hoe zou ik het doen? Hoe kan ik het verschil maken? En ook: ben ik het hiermee eens? Doe ik mee? Voortdurend die vrijheidsvraag stellen lijkt me belangrijk als je een gelukkig leven wilt leiden.’
Zijn wie je bent. Leven zonder pretenties, Jeffrey Wijnberg, uitgeverij Scriptum Psychologie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier