Met de voorstelling ‘20 jaar kapitein, 20 jaar groentjes!’ viert muzikant Winok Seresia (52) dit jaar de twintigste verjaardag van zijn alter ego Kapitein Winokio. Via theatershows en zijn eigen streamingdienst, en vaak vergezeld door bekende gezichten, verblijdt hij jong en oud met nostalgische kinderliedjes. In 2011 won hij een MIA voor ‘beste kidspop’.
‘Zou je geen stiel leren, jongen?” vroeg mijn grootvader zaliger toen ik hem vertelde dat ik muzikant wilde worden. Hoewel hij voor zijn dood nog volledig bijdraaide en vrede nam met mijn zelfgekozen levenspad, heb ik sindsdien een diep respect ontwikkeld voor iedereen die zich bekwaamt in een vak of ambacht. Misschien is dat wel de reden waarom mijn ontmoeting met de schrijnwerker Herman Beest me altijd is bijgebleven.
Ik ontmoette Herman eind jaren negentig. Ik speelde toen in verschillende bands en projecten. Om rond te komen werkte ik als barman in de Pallieter en Bato Batu. Achter de tapkast leerde ik heel wat kleurrijke figuren uit het Antwerpse nachtleven kennen, onder wie Herman, vaak in het gezelschap van zijn goede vriend Luc Tuymans. Herman dronk altijd koffie of grote pinten, en toen hij me vertelde wat zijn beroep was, vroeg ik hem of hij wat klusjes kon opknappen in het huis dat ik net gekocht had.
Lees ook: Modeontwerper Jan-Jan Van Essche: ‘Ik laat me leiden door mijn buikgevoel en dan zie ik wel wat er gebeurt’
Een andere Herman
Eenmaal hij aan het werk was, leerde ik een heel andere Herman kennen. De wat balorige caféganger ontpopte zich tot een echte vakman: nauwgezet, hardwerkend en met oog voor detail. Toen ik hem naar zijn succesrecept vroeg, antwoordde hij: “Je drinkt gewoon een kop koffie en je begint eraan.” Zijn advies was even eenvoudig als effectief. Eigenlijk is het hetzelfde als de slogan van Nike – Just do it – maar dan met koffie, en laat ik nu net van koffie houden. (lacht)
Hoe simpel ze ook waren, Hermans woorden waren het zetje dat ik toen nodig had. Ik heb vroeger veel gezeild, en daar draait alles om het vinden van de juiste wind. Op dat moment was ik erg op zoek naar de juiste wind en de juiste koers. Maar soms moet je gewoon in actie schieten. Wil je joggen? Sta op en ga joggen. Wil je saxofoon spelen? Sta op en neem een saxofoon vast.
Een businessplan heb ik nooit gemaakt, maar als ik mijn bureau vol lijstjes zie, weet ik dat ik goed bezig ben.
Muziek is mijn vak, en ik besloot een vakman te worden. Daarmee bedoel ik: de diepte ingaan en een oeuvre creëren waarop ik later met trots kan terugblikken. Dat vraagt om toewijding en doorzettingsvermogen. Daarnaast vind ik het belangrijk dat mijn zaakjes op orde zijn. De naam van Elvis Presleys bedrijf was niet voor niets Taking Care of Business. Mails beantwoorden, contacten onderhouden, deals sluiten – ik ontdekte gaandeweg dat ik ook daar veel voldoening uit haal.
Lees ook: Fotograaf en filmmaker Jimmy Kets: ‘Lanterfanten is geen optie voor mij’
Vijfentwintig jaar lijstjes
Intussen ben ik al twintig jaar bezig met De Kapitein, en mijn verhaal is nog niet uitverteld. Live optreden blijft voor mij het allerleukste. Dat wil ik zeker blijven doen, net als touren en boeken maken. Mocht iemand me vandaag vragen hoe je een business begint, dan zou ik zeggen: maak to-dolijstjes. Het leven van een muzikant is onregelmatig, maar ik probeer structuur te creëren waar mogelijk. En dat doe ik door elke ochtend koffie te drinken en lijstjes te maken. In mijn geval op dubbelgevouwen A4’tjes, met een vulpen die ik om de twee weken bijvul met een inktpot. Zo werk ik nu al vijfentwintig jaar. Een businessplan heb ik nooit gemaakt, maar als ik mijn bureau vol lijstjes zie, weet ik dat ik goed bezig ben.
Hoewel ik bij mijn ochtendlijke kop koffie nog vaak aan hem terugdenk, weet ik niet hoe het Herman vergaan is. Wat me nu wel te binnen schiet is dat zijn schrijnwerkbedrijf de naam Gepetto droeg. Als je weet dat kinderen mij vaak per ongeluk Kapitein Pinokkio noemen, is het eigenlijk niet meer dan passend dat hij mee aan de wieg van Kapitein Winokio stond.’