‘Mijn dochter en ik hebben een gevoelige ziel, maar knuisten van ijzer en een wilskracht van staal’

Mijn dochter vroeg het mij toen we onlangs een flesje cola, crafted in Belgium, dronken: waarom ik geen kroonkurk kan zien liggen zonder die plat te willen knijpen.
Haar vraag katapulteerde mij terug naar een ver verleden, toen ik bij mijn grootouders woonde in Gullegem. De zon viel er door het kamerbrede raam naar binnen en ik was verliefd op Charlotte, het meisje van de bovenburen. Haar vader heette Marnix en reed in een witte Jaguar.
Mijn grootouders leefden nog deeltijds in de oorlog. Soms kwamen er kennissen over de vloer die bij de weerstand waren geweest. Een van hen was de ontzagwekkende J., een reus van een vent met diepliggende ogen. Hij reed in een bruine Mitsubishi, maar had de weemoedigste blik die ik bij een mens heb gezien. Door de afwezigheid van een vaderfiguur, besef ik nu, groeide hij voor mij uit tot een mannelijk rolmodel.
Triomf
J. rookte sigaretten uit een pakje waarop een mondaine vrouw met hoed en stola stond. Terwijl hij sloten koffie dronk, vertelde hij sterke verhalen, onder meer over een trein die ze lieten ontsporen. Een andere keer had hij zich verborgen in een vijver om aan achtervolgers te ontkomen. Hij liet zich zakken tot op de bodem en ademde door de loop van zijn geweer, die boven de waterspiegel uitstak als een rietstengel.
Dat vond ik spannend, maar even indrukwekkend was het wanneer J. gewoon een biertje dronk. Hij kneep de kroonkurk dan plat tussen duim en wijsvinger, met een vanzelfsprekendheid alsof hem dat niet de minste moeite kostte. Mij lukte het zelfs niet met beide handen, ook al bleef ik knijpen tot bloedens toe. Soms leek het alsof mijn hand was aangevallen door iets met scherpe tandjes.
Het overwinnen van de kroonkurk werd voor mij een obsessie. Het was een mythische proeve van kracht, zoiets als de Griekse held Herakles die de Nemeïsche leeuw moest doden, wiens huid ondoordringbaar was voor zwaarden of speren. Ik herinner mij het gevoel van triomf toen het mij opeens toch lukte. Ik was al een tiener en had het bijna opgegeven.
Het fijne aan AI is dat het nooit de wenkbrauwen fronst, maar elke vraag behandelt met koelbloedigheid en wiskundige precisie
Nu verbaas ik mijn dochters met hetzelfde oude kunstje. Glimlachend knijp ik kroonkurken plat, met zowel de rechter- als de linkerhand. Zij proberen het ook en vragen zich af hoeveel mensen dat zouden kunnen. Uit nieuwsgierigheid leg ik de kwestie eens voor aan ChatGPT. Die weet immers het antwoord op alles: wat de laatste woorden van Mata Hari waren (Merci, monsieur – ze weigerde de blinddoek en wierp het vuurpeloton zelfs nog een kushandje toe), hoeveel likeurpralines je moet eten om dronken te worden (zo’n honderdvijfenzestig) en hoeveel keer Elon Musk rijker is dan de gemiddelde Amerikaan (1,6 miljoen keer, evengoed om misselijk van te worden).
Het fijne aan AI is dat het nooit de wenkbrauwen fronst, maar elke vraag behandelt met koelbloedigheid en wiskundige precisie. ‘Het platknijpen van een kroonkurk tussen duim en wijsvinger vereist een aanzienlijke hoeveelheid kracht’, luidt het antwoord: ‘Meestal tussen de veertig en de zeventig Newton. Het kan variëren door factoren zoals de dikte en het materiaal van de kroonkurk. Als je geen gebruik maakt van hulpmiddelen, is naar schatting tien procent van de bevolking in staat om een kroonkurk daadwerkelijk plat te drukken.’
Spoor van kroonkurken
J. is inmiddels al lang gestorven; in momenten van twijfel vraag ik mij af of hij zich wel echt in die vijver heeft verborgen. Jaren later zag ik op televisie iemand onder water door de loop van een geweer ademen, precies zoals J. dat had beschreven. Soms bekruipt mij het gevoel dat hij mij films navertelde.
Hoe het ook zij, hij heeft in mijn leven een spoor van kroonkurken getrokken. Toen ze een jaar of zestien was, kneep mijn oudste dochter tot mijn opperste verbazing opeens haar eerste eigen exemplaar plat. Wij hebben een gevoelige ziel, maar knuisten van ijzer en een wilskracht van staal.
Het overwinnen van kroonkurken biedt geen garantie op succes in andere domeinen van het leven. Toch prijs ik mij gelukkig dat ik op dat vlak tenminste tot de happy few behoor.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier