Wided Bouchrika
Mansplaining? ‘Mannen en vrouwen spreken gewoon dezelfde taal hoor’
De Canadese schrijfster Margaret Atwood vroeg een aantal mannen ooit naar wat hen het meest schrik aanjoeg in vrouwen. Naar verluidt antwoordden zij, ‘We vrezen dat ze ons zullen uitlachen.’ Daarop stelde ze dezelfde vraag aan een groep vrouwen over mannen. ‘We zijn bang te worden vermoord’, klonk het toen.
Volgens Atwoods steekproef is het ergste wat een vrouw een man kan aandoen, hem uitlachen. Geen fysieke dreiging, maar de kracht van het woord. Het feit dat deze angst voor de helft van de bevolking gelijk gesteld lijkt te worden aan de dood, kan wel eens verklaren waarom zo veel vrouwen het zwijgen wordt opgelegd. Fysiek geweld is hier de meest letterlijke en vernietigende vorm van: moord, verkrachting, aanranding, slagen en verwondingen. Maar het kan ook symbolisch, in bijvoorbeeld afbeelding en taal.
Kanye West die tijdens de MTV Video Music Awards in 2009 het podium opkruipt en de microfoon uit winnares Taylor Swifts handen trekt; Miranda die in Sex and the City – OK, fictief – tot stilte wordt gemaand met een handgebaar van haar baas; Grace Jones die in dit interview uit 1985 op de rooster wordt gelegd over haar attitude, ‘drang om te choqueren’ en seksualiteit. En recenter het eerste debat tussen Republikeins presidentskandidaat Donald Trump en Democrate Hillary Clinton in de aanloop naar de verkiezingen in november.
Het zijn stuk voor stuk voorbeelden waarbij mannen vrouwen beroven van de macht van taal. Voorbeelden van mansplaining en manterrupting. Neologismen die fenomenen benoemen waar vrouwen zowat dagelijks mee te maken krijgen: respectievelijk ‘mannen die dingen op een neerbuigende manier uitleggen’ en een techniek om dat te doen, namelijk het herhaaldelijk onderbreken van de gesprekspartner.
De termen wonnen aan populariteit toen Rebecca Solnit in 2008 het essay Men Explain Things To Me publiceerde. Een stuk dat start met de anekdote over hoe Solnit op een dinertje met een man te maken kreeg die de noodzaak voelde haar uitleg te bieden over een boek waarover hij gelezen had. Een boek dat zij zelf geschreven had. Maar, zoals Solnit benadrukt, hoeft de titel en ervan afgeleide term niet te betekenen dat alle mannen – of enkel mannen – zich schuldig maken aan mansplaining. Het fenomeen beslaat volgens Solnit die gevallen waar te veel zelfvertrouwen en totale onwetendheid overlappen. ‘Mannen leggen haar en andere vrouwen dingen uit, of ze nu weten waarover ze spreken of niet. Some men‘, schrijft ze.
En om te verklaren waarom sommige mannen zich daaraan schuldig maken, gaan we op zoek naar hoe de genders op een verschillende manier spreken. Maar daar slaan we de bal mis, meent Deborah Cameron in het boek The Myth of Mars and Venus. Omdat onze samenleving bepaalde ideeĆ«n meegeeft over wat mannelijk en wat vrouwelijk is – als constante tegenpolen, Venus versus Mars – gaan we ervan uit dat die tegenstelling ook in ons taalgebruik en communicatie terug te vinden zal zijn. Janet Hyde ontdekte dat dit niet noodzakelijk waar is. In haar The Gender Similarities Hypothesis legde ze de resultaten van een hele reeks studies naast elkaar. Wat bleek? Mannen en vrouwen verschillen haast niet als het op verbale skills en gedragingen aankomt.
Mansplaining? ‘Mannen en vrouwen spreken gewoon dezelfde taal hoor’
Individuele studies stellen bijvoorbeeld dat mannen en vrouwen taal op een andere manier gaan gebruiken afhankelijk van de context. In meetings zal u mannen meer horen praten dan vrouwen. Uit een studie van de Brigham Young Universiteit en Princeton blijkt dat vrouwen minder dan 75 procent van de tijd die mannen aan dezelfde tafel gebruiken om hun stem te laten horen, zelf het woord nemen. Het is een fenomeen dat zo vaak ervaren wordt, dat er een app voor werd bedacht: de online timer Are Men Talking Too Much? helpt u nagaan of mannen een gesprek domineren.
In andere contexten, zoals bijvoorbeeld de huiselijke sfeer, krijgen vrouwen dan weer meer ruimte om te spreken. Maar dat zullen zij dan volgens de sociologen Don Zimmerman en Candace West minder lang doen, omdat ze vaker onderbroken worden. Het duo stelde in de jaren ’70 namelijk al vast dat mannen hun gesprekspartner vaker onderbreken dan vrouwen. Adrienne Hancock en masterstudent Benjamin Rubin van de George Washington Universiteit bevestigen dat met een recente studie.
Sommige mannen lijken terug te vallen op technieken als onderbreking of eenvoudigweg het niet ingaan op een topic, om de vrouw de keuze over het onderwerp te ontnemen. Om, met andere woorden, hun dominante positie in stand te houden.
Clintons beheerste reacties op Trumps onderbrekingen waren voor het merendeel van de vrouwelijke kijkers niet verrassend, veeleer pijnlijk herkenbaar.
Clintons beheerste reacties op Trumps constante onderbrekingen en opmerkingen, waren voor het merendeel van de vrouwelijke kijkers niet verrassend, veeleer pijnlijk herkenbaar. Haar glimlach, het optrekken van de schouders, hoe ze zich prachtig voorbereid kon verweren met feiten: allemaal manieren waarop vrouwen hebben leren omgaan met de dominante positie die mannen opeisen in gesprekken.
Maar als we in se niet minder bedreven zijn in taal, waarom dan niet dezelfde trucs inzetten? Ik ondervond het per abuis toen een nieuwe mannelijke collega mij uitlegde hoe het CMS werkte waar ik al een jaar gebruik van maakte. Mijn reactie op dit flink staaltje mansplaining was er geen uit Clintons boekje. Toen ik na enige tijd merkte dat de man nog aan het praten was en ik al even mijn werk had hervat, kwamen de volgende woorden als kots oncontroleerbaar uit mijn mond: ‘Sorry,’ zei ik. ‘Om de ene of de andere reden was ik niet meer aan het luisteren. Please stop talking.’
Zijn uitdrukking na mijn simultane onderbreking en negeren van zijn gekozen topic, was er een van verwarring en ongeloof. De mijne ook. Want in Ć©en zin leek ik het jarenlange ‘stil zijn en luisteren’ teniet te hebben gedaan.
Niet enkel gender bepaalt hoe we communiceren.
Niet enkel gender bepaalt hoe we communiceren. Ook culturele achtergrond, intimiteit (u zal in een conversatie sneller tussenkomen bij een goede vriend dan bij een nieuwe kennis), maar vooral sociale status dragen daartoe bij. Janet Holmes’ bevinding, dat mannen en vrouwen binnen eenzelfde klasse op een gelijkaardige manier spreken en minder verschillen vertonen in communicatie dan vrouwen uit verschillende klassen, sterkt Camerons bewering dat mannelijke en vrouwelijke communicatie oorspronkelijk niet verschillen.
Zo meent de schrijfster dat mannen en vrouwen anders worden omdat ze ongelijk behandeld worden. Niet dat ze ongelijk behandeld worden omwille van een inherent verschil tussen de genders. De kenmerken die in de meeste samenlevingen aan ’typisch vrouwelijk taalgebruik’ worden toegeschreven, zijn volgens Cameron ook de kenmerken die vrouwen minder geschikt maken dan mannen voor bepaalde machtsposities. En dat is een vorm van controle over de stem van de vrouw die in deze patriarchale samenleving gezien wordt als machtig, als iets wat de mannelijke dominantie kan doen wankelen.
Het zogenaamde u003cemu003emansplainingu003c/emu003e devalueert vrouwen, als bijdragers en als mensen.
Het zogenaamde mansplaining devalueert vrouwen, als bijdragers en als mensen. Het zorgt ervoor dat zij aan zichzelf gaan twijfelen en zichzelf beperken. Mannen wennen aan het spreken in een bepaalde context, vrouwen zijn gewend aan een lagere status of positie en zijn er zelfs op voorbereid onderbroken te worden.
Zoals vrouwen op straat, op de werkvloer, in de klas worden aangesproken, in de media nog problematisch worden afgebeeld, binnen- en buitenshuis worden behandeld, benadrukt telkens weer hoe ze in deze wereld nog geen eerlijke plaats hebben. En dagelijks voeren we een strijd van door oorlog verscheurde regio’s ver van ons bed, tot in ons bed en in ons eigen hoofd. Een strijd om behandeld te worden als gelijken, als mensen, om een eerlijke plaats in te nemen in de culturele, politieke of eender welke andere wereld waar we zo graag voor willen kiezen.
Wided Bouchrika schreef nadat ze aangerand was in het park haar twijfels en tegenstrijdige gedachten neer voor KnackWeekend.be: ‘Dit is geen verhaal over aanranding of geweld‘ .
Op onze vraag schrijft ze vanaf wekelijks een column over seksueel geweld, over het instinct om te minimaliseren, de wervelwind aan tegenstrijdige gedachten, onze ongemakkelijke omgang met maatschappelijke druk en de – absoluut niet definitieve – plaats van de vrouw in de samenleving.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier