Kunstenaar Shirley Villavicencio Pizango: ‘Mijn pleegouders gaven mij voor het eerst het gevoel dat ik een klein meisje mocht zijn’
De Belgisch-Peruaanse kunstenaar Shirley Villavicencio Pizango (36) verhuisde op haar achttiende van Lima naar Gent. In Peru, waar ze opgroeide tussen de hoofdstad en het Amazonewoud, achtte ze een carrière in de kunst onmogelijk. Tot 6 oktober loopt haar tentoonstelling À mon regard tu te dérobes bij Gallery Sofie Van de Velde in Antwerpen.
‘Om te begrijpen hoe ik ineenzit, moet je mijn achtergrond een beetje kennen. In grote lijnen samengevat: na een onzekere jeugd in Peru verhuisde ik op mijn achttiende naar België waar ik mij verloren voelde, tot ik mijn pleegouders Mia en Hugo leerde kennen. Peru is een prachtig maar corrupt en onstabiel land. Als poetshulp kon mijn mama mij niet de toekomst geven die ze wilde, dus stelde ik voor om in België te gaan studeren. Mijn vader was al van Peru naar Gent verhuisd om te doctoreren, met een studiebeurs. België zou ook mij meer kansen geven, dacht ik, al sprak ik de taal niet en had ik bij aankomst meteen het gevoel dat ik hard moest werken om geld te verdienen. Na drie maanden boterde het niet meer met mijn vader, met wie ik vandaag geen band meer heb, terwijl ik mijn mama nog elke dag bel.
Mijn leven veranderde toen mijn toenmalig vriendje mij voorstelde aan zijn ouders, Mia en Hugo, twee schatten van mensen. Hoewel ik al volwassen was, gaven zij mij voor het eerst in mijn leven het gevoel dat ik een klein meisje mocht zijn. Hun zoon en ik waren niet echt verliefd en we deden weinig samen, maar die jongen voelde een nood om mij te beschermen en blijkbaar hadden zijn ouders hetzelfde gevoel. “Shirley, onze zoon is op kot gegaan om alleen te wonen”, zei zijn mama. “Als je wil, mag je zijn oude kamer hebben. Zo spaar je huur uit en kunnen jullie elkaar tijdens het weekend zien.”
De relatie duurde niet lang, maar ik bleef wel vijftien jaar bij Mia en Hugo wonen, die al twee zonen hadden, maar ook altijd een dochter hadden gewild. Het was geen officiële pleegzorg, maar daar kwam het wel op neer. In het begin was ik wat bang van Hugo. Hij zei niet veel, wilde zich niet opdringen, maar algauw ontdekten we een gedeelde passie voor koken. Onze band bloeide. Al was ik niet op mijn best toen. Ik had nog nooit een stabiele vaderfiguur gehad, volgde therapie en was zoekend in het leven. Ik probeerde uiteenlopende jobs, om geld te hebben om naar Peru te gaan. Maar nooit had ik het gevoel dat ik de juiste capaciteiten had. Daar maakte ik dan met Mia en Hugo ruzie over, hoewel zij altijd het beste met me voorhadden.
Als poetshulp kon mijn mama mij niet de toekomst geven die ze wilde, dus stelde ik voor om in België te gaan studeren.
Shirley Villavicencio Pizango
Op een dag in 2015, ik was zevenentwintig, kreeg ik van Hugo een mail. Het onderwerp: “Geen preek”. Hij schreef dat hij supertrots op mij was en dat hij me positief wilde motiveren om het leven in handen te nemen. Dat hij het leuk vond dat ik op allerlei manieren geld verdiende, maar zo veel meer talenten had. Dat het niet uitmaakte in welke richting ik zou verdergaan, maar dat ik me op één ding moest smijten en mijn keuze een tijd moest volhouden om te zien hoe het liep. “Je kan niets verkeerd doen, behalve als je niets doet”, schreef hij. “Ik heb het volste vertrouwen in jou. Zoek wat je wil in het leven. Je kan het!”
Op mijn dertiende kwam ik in Peru voor het eerst in contact met schilderkunst, tijdens een expo die me van mijn sokken blies. Maar nooit had ik gedacht dat dit mijn job kon worden. Hugo’s woorden gaven me het zelfvertrouwen om eindelijk te focussen op het schilderen. Mijn eerste werken waren heel braaf, vandaag voel ik me helemaal bevrijd. Wat ik maak is te nemen of te laten. Hugo overleed vorig jaar aan kanker, net voor zijn pensioen, maar ik ben zo dankbaar dat hij nog geweten heeft dat ik, dankzij zijn onvoorwaardelijke steun, met kunst mijn roeping heb gevonden. Dat was niet gebeurd als ik in Peru was gebleven.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier