Kan je geen eik van een kastanje onderscheiden? Waarom ‘Hoe lees je een boom’ van Tristan Gooley een verrijking voor het leven is
Naast lifestylejournalist is Nathalie Le Blanc ook een enthousiaste boekenwurm. De frappante feiten die ze al lezend opmerkt, deelt ze in haar wekelijkse column. Deze week: Hoe lees je een boom van Tristan Gooley.
‘Wilg, hazelaar, eik, plataan, pijnboom, grove den.’ Tv-presentator Kevin McCloud somt elke boomsoort op die hij tegenkomt. Vijfentwintig jaar geleden draaide hij de eerste aflevering van de Britse serie Grand Designs, waarin mensen worden gevolgd die een huis bouwen of verbouwen, en voor het jubileum keert hij terug naar de allereerste deelnemers. Hun trieste lege tuin groeide binnen een kwarteeuw uit tot een echt bos. Ik ben jaloers op Kevin. Omdat hij op bezoek mag in vaak rare, occasioneel megalomane, maar meestal adembenemende huizen, maar ook omdat hij een geweldige kennis van bomen blijkt te hebben.
Ik durf het bijna niet te bekennen, maar ik verwar een eik weleens met een kastanje. Dat is pijnlijk, want ik hou van bomen. Die eenzame in een veld aan de rand van Leuven, die ene die in de herfst prachtig okergeel kleurt op de Geldenaaksevest, de rij indrukwekkende exemplaren die ik tweemaal daags passeer ter hoogte van Bertem, ze maken me oprecht blij. Het ding is, ik heb geen idee welke boomsoorten het zijn en dat is gênant. Ik ken honderden logo’s, herken musea vol kunstwerken en playback eindeloze songlyrics, dus aan mijn geheugen ligt het niet.
Ik durf het bijna niet te bekennen, maar ik verwar een eik weleens met een kastanje.
Het zit hem in de kennis, en daarom kocht ik een jaar of twee geleden Around the World in 80 Trees van Jonathan Drori. Maar de hoop dat dat mijn herkenningskunde zou bijspijkeren, bleek ijdel. Het is een mooi boek, daar niet van, prachtig geïllustreerd en gevuld met boeiende weetjes. Dat er meer dan zestigduizend boomsoorten zijn waarvan geen enkele kan weglopen van dieren en andere vijanden, waardoor ze latex, hars en gom moeten inzetten om te overleven. Dat sequoia’s tot honderdtwintig meter hoog worden, omdat dat de maximumhoogte is tot waar het water dat ze nodig hebben om te groeien het van de zwaartekracht haalt. Dat de kinine in mijn tonic van de Zuid-Amerikaanse kinaboom komt, waarvan de schors al eeuwen gebruikt wordt om koorts en malaria te behandelen. Maar er staan maar tachtig boomsoorten in, en de meerderheid komt niet eens voor in Europa, dus dit boek lost mijn probleem niet op.
Gelukkig is er Hoe lees je een boom van Tristan Gooley, die al op pagina elf stelt dat het er niet toe doet dat je de soorten niet kent. ‘Het zou je meer dan één mensenleven kosten om gewoon alle wilgensoorten te leren herkennen’, stelt hij mij gerust. Het gaat hem over hoe we bomen observeren en betekenis geven aan wat we zien. Want bomen beschrijven het landschap: hoe ze groeien kan een teken zijn van het waterpeil, van hoe veel wind en zon een plaats krijgt, van de bodemsamenstelling, van de activiteit van mensen en dieren… Loop je verloren in een bos, dan kom je eruit door te zoeken waar de bomen kleiner worden, want de hoogste bomen staan altijd in het midden van het woud.
Het zijn inspirerende en strategische organismes, stelt Gooley, die alles uitproberen tot ze ontdekken wat werkt. Eindeloze variaties op takken, wortels en bladeren zorgen ervoor dat ze in heel verschillende omstandigheden toch de nodige voeding en licht vinden. Ze buigen en adapteren waar nodig, en laten zich door wind stroomlijnen en beeldhouwen, produceren kussens uit boomstam om obstakels zoals rotsen of omheiningen te overkomen en variëren hun blad zodanig dat ze het meeste uit hun omgeving halen. Zelfs ontworteld worden kunnen ze doorstaan, als een paar wortels het omvervallen overleven.
Bomen spreken een taal, schrijft Gooley, en onze voorouders konden die lezen lang voor onze allereerste gesproken taal ontstond. Zijn boeken proberen ons weer het nodige vocabulaire te geven om de natuur te lezen, en dat maakt dat ik ze graag in huis heb om af en toe eens vast te nemen en een broodnodige dosis verwondering te scoren.
Around the World in 80 Trees van Jonathan Drori, Laurence King Publishing. Hoe lees je een boom van Tristan Gooley. Kosmos Uitgevers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier