Het Greta-effect groeit: ‘De politiek hinkt dramatisch achterop’
In 2019 lagen we wakker van het klimaat. Omdat we een permanente hittegolf vrezen, maar ook omdat we door het – soms brandende – bos de bomen niet meer zien. Toch is er ook een positieve noot: na de angst komt de daadkracht.
Het was het klimaatjaar wel. We zijn er niet knallend aan begonnen, maar wel met veel protest. Vuurwerk werd afgeschaft, duizenden burgers kwamen op een té warme winterdag op straat en in ijltempo omarmden 300 captains of society uit het bedrijfsleven, middenveldorganisaties, de academische wereld en de media het burgerinitiatief Sign for my Future. De oproep tot een krachtig klimaatbeleid in België ging viraal. De toon was gezet. Wie tekende schaarde zich achter de breed gedragen klimaatzaak, wie weigerde werd gelabeld: de ‘klimaatontkenners’ kwamen in de maatschappelijke oppositie terecht. Het hek was van de dam. Klimaatactivisten gingen staken en sprongen op de barricades, sceptici ergerden zich. Beelden van walvissen vol plastic of snel afbrokkelende ijsschotsen werden door velen overtuigd gedeeld, door anderen voorzien van verregaande nuancering. Pro-Greta of tegen, applaus voor Anuna of hoongelach. Protest langs alle kanten. Het maakte dit jaar wat los, die moeilijk te plaatsen opwarming van de aarde. Zelfs in de mode-industrie broeide er iets. ‘We moeten minder doen. Er is veel te veel mode, te veel kleren, te veel van alles’, zei Miuccia Prada na afloop van haar show. ‘Het is tekenend voor heel onze consumptiemaatschappij.’ ‘Zie je wel?’ zegt de een. ‘Zie je wel wat? Klimaatverandering is van alle tijden’, stelt de ander. En intussen wordt de Noordpool groen en onze oerwouden zwart. Tja. Hoe zit dat nu?
Het bewustzijn groeit. Je bent een outsider als je vandaag niet recycleert.
Einde van een tijdperk
De cijfers spreken voor zich: als we niets doen, komen we serieus in de problemen. Je zult al goed moeten zoeken om een wetenschapper te vinden die dat ontkent. Vanwaar dan de verwarring en de vele discussies? Een van onze belangrijkste klimaatondernemers, Serge De Gheldere, CEO van Futureproofed, stelde reeds enige tijd geleden: ‘We bevinden ons aan het einde van een tijdperk. Dat gaat gepaard met kramp en stuiptrekkingen, met activisme en weerstand. Maar er is wel degelijk iets aan het veranderen. We liggen meer en meer wakker van het klimaat en dat is verwarrend. We moeten door de klimaatworsteling heen. Het aantal mensen dat mee aan de kar wil trekken stijgt, maar er is ook twijfel. Dat is normaal.’
Dat het een worsteling is, mag duidelijk zijn. Als we de recente Europese klimaatdoelstellingen erbij halen, blijkt ons land beschamend slecht te scoren. En toch bewoog er het afgelopen jaar iets structureels. Peter Verbiest, strategisch directeur bij Bonka Circus, het bureau achter de campagne van Curieuzeneuzen, dat ook meewerkte aan Sign for my Future, stelt vast dat we wel degelijk een positief sleuteljaar achter de rug hebben. ‘Als je naar de klimaatenquêtes van de federale overheid kijkt, blijkt dat we dit jaar het meest wakker lagen van klimaat’, zegt hij. ‘Meer nog dan van terrorisme of migratie. Dat zegt al veel.’ Bovendien transformeerde onze leefomgeving het afgelopen jaar op veel vlakken, vindt hij. Deelauto’s worden meer en meer de norm, energiecoöperaties schieten als paddenstoelen uit de grond en een deel van de reclamepanelen van JCDecaux toont ons tegenwoordig niet alleen flashy slogans, maar meet met innovatieve systemen ook onze luchtkwaliteit. Cohousingprojecten en stadsboerderijen kunnen op een grote schare fans rekenen. Jongeren kiezen voor technische opleidingen omdat ze de plasticsoep uit onze oceanen willen vissen en we zouden al eens de tarieven van de nieuwe nachttrein naar Wenen durven te bekijken. We doen mee aan Dagen Zonder Vlees en lopen de deur van de kringloopwinkel plat. Aan de VUB kunnen alle bachelorstudenten sinds het nieuwe academiejaar voor het eerst het keuzevak Interdisciplinary Course on Sustainability volgen. Voeding en reststromen worden onder de loep genomen, windmolens meer gegeerd dan geweerd, de uitstoot van broeikasgassen aangevochten.
Ook Gino Van Ossel, professor Retailmarketing aan de Vlerick Business School, ziet sinds dit jaar een belangrijke verandering in ons klimaatbewustzijn. ‘Maar,’ benadrukt hij daarbij ook, ‘ons consumptiegedrag is absoluut nog niet aangepast. We boeken nog altijd de goedkoopste vlucht naar onze vakantiebestemming en kiezen voor een veggieburger omdat we van mening zijn dat die gezonder is, niet omdat we er de CO2-uitstoot mee denken te verminderen.’ Hij bevestigt wel dat het bewustzijn groeit. ‘Maar dat heeft tijd nodig. Vergelijk het met het rookverbod. Niemand keurt een rokende chauffeur in een auto vol kinderen nog goed. Tien jaar geleden was dat anders. Hetzelfde kun je zeggen over recycleren: je bent een outsider als je het niet doet.’
Delhaize zegt sorry
Klimaatbewustzijn is met andere woorden een delicaat proces. Dat proces wordt volgens experten in de eerste plaats gevoed door de klimaatactivisten, de milieu- en klimaatverenigingen en ook de vele wetenschappers, documentairemakers en journalisten die klimaat onder de aandacht blijven brengen. Daarnaast speelden bedrijven het afgelopen jaar ook een cruciale rol, legt Peter Verbiest uit. ‘Ze beginnen zich structureel aan te passen aan de klimaatalertheid die de consument aan de dag legt. Er wordt een progressief verhaal geschreven. Zelfs giganten als Burger King, die een ‘vegan’ burger op de markt brengt, zitten mee op de kar.’ ‘Die bedrijven anticiperen op wat komen gaat’, bevestigt Van Ossel. ‘Vanuit een klimaatbewustzijn enerzijds, maar ook omdat ze zien dat het bewustzijn bij de consument én bij hun medewerkers groeit. Het is voor hen geen makkelijke oefening om people, profit and planet aan elkaar te koppelen. Zo heeft het bijvoorbeeld tijd, geld en onderzoek gevraagd om te ontdekken dat het milieubewuster én goedkoper is om pakjes aan huis te leveren in gerecycleerde plastic zakken in plaats van in te grote met bubbeltjesplastic opgevulde kartonnen dozen. Maar ze maken dergelijke oefeningen wel.’
Al loopt dat nog niet altijd van een leien dakje. ‘Stom, stom, stom. Sorry, sorry, sorry’, riep Delhaize afgelopen jaar paginagroot in alle Vlaamse kranten nadat ze met de in plastic verpakte bouwblokjes de kinderen een plezier dachten te doen. Een actie die heel wat ouders op de klimaatzenuwen werkte. De tijd van greenwashing is definitief voorbij. Praktijken als de sjoemelsoftware die Volkswagen vier jaar geleden in elf miljoen dieselauto’s installeerde zijn vandaag ondenkbaar. ‘Jongere generaties willen ook nauwelijks nog voor dit soort ondernemingen werken’, zegt Verbiest. ‘Het is bekend dat een bedrijf als Coca-Cola door zijn vervuilende reputatie moeilijker jong talent kan aantrekken.’ En daarbij nemen jonge ondernemers ook steeds vaker zelf het heft in handen. Bij de Sociale Innovatiefabriek zagen ze het afgelopen jaar een pak meer start-uppers aankloppen met klimaatambities. De eerste coöperatieve en participatieve supermarkt zag het levenslicht. Er werd een app gecreëerd waarmee je restmaaltijden en -eten kunt afhalen bij winkels en restaurants uit de buurt. De eerste herbruikbare beker voor dagelijkse warme en koude dranken werd gelanceerd en er kwam een huurmodel voor energiezuinige huishoudtoestellen. Dankzij enthousiaste starters kweken we tegenwoordig insecten en champignons op afvalresten en tomaten in de stadsboerderij. ‘Er is een duidelijke trend ingezet, een beweging van onderuit die impact wil hebben’, zegt Karen Hiergens, community- en communicatiemanager bij de Sociale Innovatiefabriek. ‘Maar ’the point of no return’ is in haar ogen nog niet bereikt, de beweging moet verder worden gevoed. En daar moet iedereen aan meewerken: individuele burgers, bedrijven, middenveld, academici en de overheid.’ Dat laatste is een heikel punt. Ook volgens Verbiest is de oorverdovende afwezigheid en laksheid van de overheid een gevoelig punt. ‘De politiek hinkt dramatisch achterop’, zegt hij. ‘Het is op dit moment dus enorm belangrijk dat we onszelf verder blijven engageren. Momenteel vloeit de actie duidelijk vanuit de burgers en de bedrijven.’
Positief denken
Wat dat engagement betreft mogen we gerust nog een versnelling hoger schakelen. Bedrijven doen moeite en heel wat burgers liggen wakker van de klimaatproblematiek. Maar de uitdaging die voor ons ligt is van een niet te vatten grootte. Er is weerstand en angst voor verandering. ‘Het is dan ook ontzettend belangrijk dat we vanaf nu een positief verhaal brengen’, benadrukt Verbiest. ‘Puur rationele argumenten werken niet om mensen in beweging te krijgen, negativisme nog veel minder.’ Dat bevestigt ook de recente Grote Ecologie-Enquête van Humo waarin burgers meedelen dat ze wel wakker liggen van klimaat, maar ook afgeschrikt worden door de manier waarop sommige klimaatactivisten ons een bewustzijn proberen te schoppen. Verbiest begrijpt dat. ‘In plaats van te dreigen met de grote overstromingen over pakweg twintig jaar of te benadrukken dat bedrijfswagens prompt zullen verdwijnen wanneer we kiezen voor een milieubewuste aanpak, werkt het beter om te tonen dat we samen kunnen schrijven aan een positief klimaatverhaal waarbij iedereen ook iets kan winnen. Daar is in 2019 aan verzaakt, door politici, maar vaak ook door de activisten. Ze hebben het te vaak over wat we gaan verliezen, en niet wat we gaan winnen op micro- en macroniveau, en hoe iedereens leven beter zal worden. De gedragspsychologie leert ons dat we op dat laatste moeten focussen als we een draagvlak willen creëren.’
Van Ossel treedt hem volmondig bij. ‘Wat Greta Thunberg deed tijdens haar speech op de VN-klimaattop in New York werkt averechts. Dat is jammer, want ze speelt een cruciale rol in de klimaatdiscussie. Maar kwaadheid lokt angst uit. Als je mensen gaat beschuldigen of als je gaat dreigen met rampen, komt er weerstand, scepticisme en polarisatie. We zetten onze collectieve waarden op de helling om onze leefomgeving te redden. Dat is een gevoelige zaak die een menselijke aanpak vraagt. Voor de meeste mensen moet er in de eerste plaats helderheid zijn over het probleem. En daarna krijgen ze graag zicht op oplossingen en alternatieven. Dan kunnen hun huidige waarden evolueren. Wanneer waarden veranderen zal gedrag veranderen. Pak het optimistisch en positief aan.’ Als we bijvoorbeeld de CO2-uitstoot op de agenda van de burger willen zetten, tonen we best helder aan hoe slecht de luchtkwaliteit momenteel is, om uit te leggen dat iets als fietspendelen een aangenaam alternatief kan zijn. Het is een gezonde, sociale activiteit die je gelukkig maakt. Voorzie daarbij degelijke fietsen en een goede fietsostrade tussen grote steden en pendelgroepen. Maak werk van douches in bedrijven, compenseer de afgeschafte bedrijfswagen en voer overal de fietsvergoeding in. ‘En dan zullen er heus wel meer mensen met plezier de fiets nemen’, zegt Van Ossel. ‘Het gevolg is dat die fietspendelaars zullen ervaren hoeveel deugd het doet om naar hun werk te fietsen, hoe verbindend het is en hoeveel energie het geeft. Zij zullen die ervaring delen. Hun kinderen zullen hun voorbeeld volgen en zo bouwen we verder.’ Verbiest benadrukt nog dat het klimaatverhaal geen geïsoleerde kwestie is. ‘Er is een algemeen progressief plan nodig voor een evenwichtige, leefbare samenleving waarin welzijn centraal staat.’ De boodschap voor 2020 moet zijn: laat helderheid en positiviteit zegevieren met respect voor het algemeen menselijk bewustzijn, dat liever niet de stuipen op het lijf wordt gejaagd. ‘Dan is het perfect mogelijk om een fantastisch verhaal te schrijven samen’, zegt Verbiest. ‘Mensen willen en kunnen dat.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier