Het beste van twee feesten: hoe beleven multiculturele gezinnen de eindejaarsperiode?
Suikerfeest vieren zonder moslim te zijn, offers brengen naar de Balinese tempelhuisjes in de tuin en kerst beleven in een Chinees restaurant. Wanneer verschillende culturen samenkomen in één gezin worden nieuwe rituelen geboren. Drie unieke verhalen over hoe multiculturele gezinnen in ons land de feestdagen beleven.
Mohamed en Naomi
Mohamed (42) en Naomi (39) zijn al vijftien jaar samen en trouwden in 2017. Het was niet altijd makkelijk om zijn Marokkaanse en haar Vlaamse achtergrond samen te brengen, of de islam te verenigen met atheïsme, maar het koppel gelooft in geven en nemen.
Naomi: “Toen we net een koppel waren, speelde onze culturele achtergrond geen rol. Pas toen we na drie jaar gingen samenwonen, werd het soms moeilijk. We dachten dat we elkaar goed genoeg kenden om die stap te zetten, maar wanneer we onze dagelijkse gewoontes samenbrachten, bleek dat niet zo te zijn. We moesten allebei wennen aan elkaars culturele tradities. Ik vooral aan de ramadan.”
Mohamed: “Tijdens de ramadan eet ik elke avond bij mijn ouders. Ze wonen een straat verder dan wij. Mijn broers en zussen zijn er vaak ook. We brengen samen de hele avond door, tot laat in de nacht.”
Naomi: “Dat was in het begin een cultuurschok voor mij. Een kerstfeest duurt een avond en dat vind ik vaak al lang genoeg. (lacht) Hoewel ik atheïstisch ben opgevoed, kreeg ik de traditionele feesten mee, zoals Kerstmis en Pasen. Ik wil dat in ere houden, ook voor de kinderen.”
Als moslim een kerstboom in huis halen, vond ik eerst vreemd.
Mohamed (42)
Mohamed: “Ik schrok toen Naomi voor het eerst een kerstboom in huis haalde. Als moslim een kerstboom in huis hebben, vond ik vreemd. We hadden er discussies over , maar vandaag vind ik het belangrijk dat onze kinderen die traditie ook meekrijgen. Als kind vierde ik nooit kerst of sinterklaas. Wanneer klasgenoten vertelden over hun cadeautjes, voelde ik me buitengesloten. Ik wil niet dat mijn kinderen hetzelfde ervaren. Met Sinterklaas zetten zij dus hun schoentje klaar. We willen hun onze twee culturen meegeven. Taal vind ik daarbij belangrijk, thuis probeer ik zo veel mogelijk Arabisch te spreken. Naomi verstaat alles.”
Naomi: “Ik volgde vroeger Arabische les, om me te verdiepen in de Marokkaanse en islamitische cultuur. Maar ook de Marokkaanse keuken leerde me veel over de cultuur. Met mijn schoonmoeder sta ik vaak in de keuken. Zij is een topchef. Zelfs nu ze tachtig is, zet ze nog steeds het beste feestmaal op tafel. Op het Suikerfeest is dat tajine barqouk, een tajine van lamsvlees en gezoete pruimen, en elke vrijdag couscous.”
Mohamed: “Niet élke vrijdag, frietjes zijn ook weleens lekker.” (lacht)
Naomi: “Samenzijn met Mohamed verzachtte mijn idee over religie. Ik leerde van zijn familie dat geloof in de kleine, dagelijkse dingen zit. Het is niet iets dat je leven overheerst. Het is er gewoon, en het is normaal.”
Mohamed: “Religie is persoonlijk. Je bent gelovig of je bent het niet. Wat ik meekreeg van mijn ouders, wil ik doorgeven aan mijn kinderen, zonder hun iets op te leggen. Wat ze daar later mee doen, is hun keuze.”
Naomi: “Van mij zullen ze andere verhalen horen. Het zal voor hen niet makkelijk zijn om ouders te hebben met zulke verschillende ideeën, maar we kunnen onszelf niet veranderen. We respecteren elkaar. Dat ieder zichzelf kan zijn, vinden we belangrijk. Omdat we elkaar die ruimte geven, lukt het ons om twee culturen samen te brengen in een gezin.”
Maarten en Eka
In 1998 verhuisde de Vlaamse Maarten (46) naar Bali om er een dans- en muziekschool op te richten. Daar ontmoette hij Eka (42). Vandaag wonen ze in België met hun drie dochters in een herenhuis met een gamelan in de woonkamer, een typisch Indonesisch instrument, en twee Balinese tempelhuisjes in de tuin.
Eka: “Toen Maarten in Bali arriveerde, was ik net afgestudeerd als danseres. Mijn oom had een dansschool en vroeg me om daar les te geven, dus trok ik bij hem in. Maarten verbleef daar ook, zo leerde ik hem kennen. In 2001 trouwden we en een jaar later kregen we onze eerste dochter.
Kerstmis vierde ik voor het eerst toen we naar België reisden om Maartens familie te bezoeken. In Bali hadden we soms ook een kerstboom staan. Die vonden we in de bergen na lang zoeken, maar makkelijk was het niet om een dennenboom te vinden op een tropisch eiland. Kalkoen kwam toen ook niet op tafel. Ik kookte met kerst eerder een gerecht met rijst en we nodigden familie en buren uit om samen de avond door te brengen.”
Iedere ochtend brengen we de goden koffie, wierook en bloemen.
Eka (42)
Maarten: “Onze tweede dochter werd geboren met autisme en een mentale beperking. Omdat we haar alle kansen wilden geven, besloten we naar België te verhuizen, maar zonder de Balinese cultuur op te geven. We brachten objecten uit Bali mee en Eka zet haar Balinese dansles verder in onze dansschool hier, die dezelfde naam heeft als die in Bali: Dwi Mekar. Wat letterlijk betekent: met twee kunnen we openbloeien.
In onze tuin staan twee tempelhuisjes, gemaakt van lavasteen: de ene bekleed in wit-gele doeken en de andere in zwart-witte. De tempelschrijnen worden bezocht door de goden. Het Balinees hindoeïsme gaat uit van een meervoudig godenstelsel, waar elke god zijn eigen functie, plaats in de kosmos, kracht en kleur heeft. Het zwart-wit beklede tempelhuis in onze tuin is een Penunggun Karang, voor de bewaker van de grond, het huis en de familie die er woont.”
Eka: “Iedere ochtend brengen we de goden koffie, wierook en bloemen. Ook wanneer ik een Balinees gerecht kook, brengen we offers. Dan leggen we rijst, groenten en vlees op bananenbladeren in de tempelhuisjes.”
Maarten: “In harmonie leven met de anderen, daar draaien die offers om. We doen dat in het dagelijkse leven, maar ook op feestdagen. Iedere zeven maanden vieren we Galungan, een tiendaagse periode waarin de voorouders naar de aarde terugkeren. Op de tiende dag verlaten de voorouders de aarde weer, die dag wordt Kuningan genoemd. Meestal gaan we dan naar Pairi Daiza, waar Balinese hindoes van over heel Europa samenkomen om het feest te vieren in de Balinese tempel van de dierentuin. Er wordt dan samen gegeten, muziek gespeeld en gedanst, net als in Bali. Maar vaak vieren we die feestdagen ook gewoon thuis.”
Eka: “Terwijl in Bali die feesten uitbundig worden gevierd, vieren we ze thuis op een intiemere manier. We brengen offers naar de tempelhuisjes in onze tuin en eten met ons gezin. Dan staat er een traditioneel gerecht op tafel: rijst met sterk gekruide kip of varken, gehakt met boontjes en ribbetjes of saté met kokos. Geen kalkoen, die houden we voor kerst.”
Maarten: “Onze achtergronden krijgen een evenwaardige plaats in ons gezin en onze kinderen laten we vrij om te kiezen wat ze van welke cultuur overnemen. Toch hebben mijn vrouw en ik ons allebei moeten aanpassen. Toen ik naar Bali ging, dompelde ik me helemaal onder in de cultuur, de Balinese taal leren was een uitdaging. Maar na tien jaar voelde ik me volledig ingeburgerd. Weer in België moest ik opnieuw wennen aan de westerse cultuur. Voor Eka was het hier ook aanpassen, maar omdat we al vaak mijn familie hadden bezocht, was niet alles nieuw.
Nu we tien jaar in België wonen, hebben we een manier gevonden om de twee culturen te mixen in ons gezin. We zien dat als een rijkdom. Net zoals de betekenis van dwi mekar, kunnen ook wij openbloeien door de twee culturen die in ons gezin samenkomen.”
Joe
Joe (43) is een Belg met een Chinese moeder en een Vlaamse stiefvader. Jaarlijks staat hij stil bij zijn roots wanneer hij in Antwerpen het Chinees Nieuwjaar organiseert. Toch vraagt hij zich af welke rol zijn culturele achtergrond nog heeft in zijn dagelijkse leven.
“Als geboren Antwerpenaar kreeg ik altijd al de westerse cultuur mee. Op mijn achtste hertrouwde mijn Chinese moeder met een Vlaamse man, dus Kerstmis en Nieuwjaar vier ik al sinds mijn kindertijd. Die feesten gingen door in het Chinese restaurant van mijn moeder in Sint-Niklaas, samen met mijn stiefvader, de klanten en tussen de borden en pannen. Nu mijn moeder geen restaurant meer heeft, komen we gewoon thuis bij elkaar.
Je geluk voor het komende jaar hangt af van welk gerecht je eet op Chinees Nieuwjaar, en hoeveel je ervan eet.
Joe (43)
Een maand na kerst en nieuw vieren we Chinees Nieuwjaar. Dat valt dit jaar op 22 januari. In de Chinese cultuur is het een belangrijk familiegebeuren. We starten samen het nieuwe jaar, wensen elkaar een goede gezondheid en veel geluk, maar wat we vooral doen, is eten. Veel eten. (lacht) De tafel staat vol met traditionele nieuwjaarsgerechten. Elk gerecht staat symbool voor een vorm van geluk. Gestoomde vis brengt genoegzaamheid, of altijd voldoende hebben. Miniloempia’s brengen rijkdom omdat ze lijken op goudklompjes en Yi Mein-noedels staan symbool voor een lang leven. Daarom worden ze ook wel long life noodles genoemd. Je geluk voor het komende jaar hangt af van welk gerecht je eet, en vooral van hoeveel je ervan eet. Daarom is Chinees Nieuwjaar bij de meeste gezinnen, en ook bij ons, één groot eetfestijn.
Elk jaar organiseer ik het Chinees Nieuwjaarsfeest in Chinatown in Antwerpen. Voor die dag keer ik volledig terug naar mijn roots. Toch vraag ik me af in welke mate ik mijn culturele achtergrond in het dagelijkse leven nog omhels. Als migrant van de derde generatie ben ik een mix van culturen: een Antwerpenaar met Chinese achtergrond en een Vlaamse stiefvader. De jongere generatie migranten kiest bovendien steeds vaker voor een partner met een andere culturele achtergrond. En zo verdwijnt bij elke volgende generatie een beetje traditie.
Aan een aantal Chinese tradities hou ik wel nog vast, zoals de Leeuwendans op het Chinees Nieuwjaarsfeest. Kungfubeoefenaars dragen dan een groot masker in de vorm van een rode leeuw, gemaakt uit papier-maché en bamboe, en dansen voor de winkels en restaurants om geluk en voorspoed te brengen aan de eigenaars. Met die ceremonie probeer ik de Chinese cultuur, die sowieso altijd een deel van mij zal blijven, levend te houden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier