Feminisme vandaag: ‘Ik wil niet terug naar de jaren vijftig’
In tijden dat conservatisme steeds aantrekkelijker lijkt voor een groeiende groep mensen, blijven de vrouwenbewegingen een erg progressief vrouwbeeld verdedigen. Hoe relevant is dat nog? Welke uitdagingen brengen het huidig klimaat met zich mee? We vroegen het aan twee vrouwelijke boegbeelden van beide strekkingen.
Op Internationale Vrouwendag wordt steevast een erg vooruitstrevend vrouwbeeld belicht. Op hetzelfde niveau werken als mannen? Uiteraard. Volledig beschikken over je eigen lichaam? Zeker. Traditionele rollenpatronen wegwerken? Moet lukken. Als de vrouwenbewegingen die vandaag op straat komen het stellen, klinkt het erg logisch, maar is dat het wel? Herkent de vrouw van vandaag zichzelf in het progressieve beeld dat de organisaties hen voorhouden en in de eisen die ze stellen?
Het is meer dan ooit gerechtvaardigd om die vraag te stellen. Wereldwijd neemt het conservatisme toe en ook in België toont de uitslag van de laatste lokale verkiezingen aan dat steeds meer Belgen niet afkerig zijn van een behoudsgezinder verhaal. Moet een progressieve vrouw vrezen dat ze een stap achteruit zal moeten doen door de opkomst van deze groepen?
Gendergelijkheid, een luxeproduct
Iemand die alleszins een uitdaging ziet in die groei, is Sofie De Graeve van de feministische denktank Furia. ‘Als extreemrechtse groepen nog groter zouden worden, is dat absoluut bedreigend. Hoe meer vrouwonvriendelijke uitlatingen ze doen, hoe meer de drempel verlaagt voor anderen om dat ook te doen.’
Wat De Graeve bedoelt is simpel: als een alt right-beweging bijvoorbeeld verkondigt dat vrouwen met ‘nee’ altijd ‘ja’ bedoelen, overleeft een stukje van dat idee elders ook wel. Wat dan weer kan resulteren in een president van een wereldmacht die wegkomt met uitspattingen als ‘Grab them by the pussy’.
De gelijkheid tussen man en vrouw wordt toch vooral gezien als soort luxeproduct: als het goed gaat en er marge is, zal er eens iemand politiek mee scoren, maar als het er echt op aan komt, wordt het thema ook snel weer opzij geschoven.
Sofie De Graeve, Furia
Dat blijft vervolgens niet enkel bij woorden, stelt De Graeve. ‘Het vertaalt zich soms in het beleid. De eerste maatregel van de nieuwe president Trump was dat er geen Amerikaans geld meer kon gaan naar buitenlandse ngo’s die abortus aanbieden. In Hongarije zijn onlangs de genderstudies geschrapt aan de universiteit, en in Polen is de wetgeving rond abortus strenger geworden.’
Minder drastisch, maar wel even problematisch voor De Graeve, is berusting in hoe het nu eenmaal is: de situatie in het België van vandaag zoals zij het ziet. ‘De gelijkheid tussen man en vrouw staat in onze grondwet en is een thema dat maatschappelijk gedragen wordt, maar het wordt toch vooral gezien als soort luxeproduct: als het goed gaat en er marge is, zal er eens iemand politiek mee scoren, maar als het er echt op aan komt, wordt het thema ook snel weer opzij geschoven.’
‘Elke vrouw een beetje linksig’ (of niet?)
De Graeve is duidelijk: er is al veel ten goede veranderd voor de vrouw, maar we zijn er nog lang niet. Nog steeds lijden vrouwen volgens haar onder het klassieke rollenpatroon. Dan klinkt het niet gek om te geloven dat de meeste vrouwen dat willen veranderen. Zelfs al noemt een vrouw zichzelf niet progressief, dan nog kan je je wel inbeelden dat ze weinig voeling heeft met een beweging die regelmatig haar verworven rechten bevraagt.
Als we de Nederlandse politicus Thierry Baudet mogen geloven, is het ‘normaal voor een vrouw om een beetje linksig te zijn’, of toch tenminste tot een man haar komt vertellen hoe het echt in elkaar zit. Hoe waar dat is, laten we in het midden, maar zeker is dat vrouwen de minderheid vormen op ledenlijsten van rechtse en conservatieve bewegingen. Het conservatief pamflet dat Philip Roose afgelopen zomer lanceerde, werd bijvoorbeeld door slechts vijf exemplaren ondertekend, tegenover veertig mannen.
Ik wil vooruit, ik wil niet terug naar de jaren ’50. Maar ik geloof wel in een spontane groei van de samenleving en in tradities. Dat is een visie die even aantrekkelijk is voor mannen als voor vrouwen.
Els van Doesburg, N-VA
Een van die vrouwen was parlementair medewerker voor de N-VA-fractie Els van Doesburg. Vrouw zijn én jezelf conservatief noemen: volgens haar hoeven de twee elkaar absoluut niet uit te sluiten.
‘Ik vind het erg jammer dat conservatisme vaak een negatieve bijklank heeft, terwijl progressief zijn afgeschilderd wordt als de enige goede richting’, aldus van Doesburg.
‘Het grote verschil tussen die twee zit in de andere kijk op de rol van de overheid in de samenleving. Op vlak van vrouwen uit zich dat bijvoorbeeld in de wens van progressieven om quota in te voeren, omdat zij vrouwen zien als zwakkeren in de samenleving die moeilijk voor zichzelf kunnen opkomen. Ik als conservatief zie dat anders: voor mij is vrouw zijn geen problematisch strijdpunt.’
Hoe dan ook worden vrouwen minder aangesproken door de ideologische strekking. Dat berust volgens van Doesburg vooral op een foute definitie van het conservatisme. ‘Ik denk dat veel mensen denken dat de vrouw er een beperkte rol in te spelen heeft. Dat klopt niet.’
‘Ik wil vooruit, ik wil niet terug naar de jaren ’50. Maar ik geloof wel in een spontane groei van de samenleving en in tradities. Dat is een visie die even aantrekkelijk is voor mannen als voor vrouwen.’
Je krijgt als vrouw vaak aangepraat dat, wanneer je niet progressief bent, je het niet goed voorhebt met vrouwen.
Els van Doesburg, N-VA
De vrouwenbeweging zet de conservatieve vrouw dan weer weg als betutteling. ‘Je krijgt als vrouw vaak aangepraat dat, wanneer je niet progressief bent, je het niet goed voorhebt met vrouwen. Ik ben tegen quota en al die onzinnige toestanden en ik krijg dan het verwijt dat ik het niet goed begrepen heb. Dat snap ik niet: als je jezelf niet aanvaardt als zwakke vrouw die bij het handje genomen moet worden, ben je niet goed bezig als vrouw?’
Keuzevrijheid
Conservatief en progressief lijken water en vuur, maar als er één ding is waar beide vrouwen het ironisch genoeg wel eens over zijn, is dat hun definitie van wat een moderne vrouw zou moeten zijn.
Een progressieve vrouw heeft volgens De Graeve de vrijheid om haar leven in te vullen zoals ze zelf wil. ‘Niemand zou beperkt mogen worden door zaken als geslacht, leeftijd, kleur of seksuele voorkeur om zijn plaats in de samenleving in te nemen. Daarbij mag iedereen ook beslissen over zijn eigen lichaam en die keuzes moeten gerespecteerd worden.’
Een conservatieve vrouw heeft volgens van Doesburg net diezelfde vrijheid. ‘Dat gaat dan van wat ik wil studeren tot welke job ik wil doen, maar ook of ik wil thuisblijven bij mijn kinderen. Ik hou niet van dat ‘jij weet niet wat goed is voor jou, dus wij gaan jou helpen’ van de overheid en vind dat die niets te zeggen zou moeten hebben over mijn keuzes.’
Ik hou niet van dat ‘jij weet niet wat goed is voor jou, dus wij gaan jou helpen’ van de overheid en vind dat die niets te zeggen zou moeten hebben over mijn keuzes.
Els van Doesburg, N-VA
Toch vullen beide strekkingen die keuzevrijheid niet altijd op dezelfde manier in. Waar de vrouwenbeweging een klimaat wil creëren waarin alle vrouwen ten allen tijde elke keuze kunnen maken, lijkt de keuzevrijheid voor het conservatisme toch minder onvoorwaardelijk.
Komt er bijvoorbeeld de keuze om een hoofddoek te dragen, is van Doesburg meteen terughoudender: ‘Als zij die keuze wil maken voor zichzelf, mag dat van mij. Maar in welke mate is dat een vrije keuze? Misschien denkt ze wel dat haar vader of broer haar niet meer wil zien als ze geen hoofddoek draagt, dus dan kan je je daar wel vragen bij stellen.’
Sofie De Graeve hekelt die contradictie. ‘Conservatieve groepen kapen het verhaal van gelijkheid tussen man en vrouw om te gebruiken in hun antimigratie-agenda. Theo Francken lanceerde ooit bijvoorbeeld de hashtag #nieuwvlaamsfeminisme, waarbij hij vrouwen met een andere roots tagde, zoals Zuhal Demir en Nadia Sminate, maar dat zijn een bepaald type van vrouwen.’
Conservatieven hebben geen problemen met vrouwen, zolang ze maar lijken op de gemiddelde vrouw uit de witte middenklasse. Alles wat afwijkt van die norm, is lastiger.
Sofie De Graeve, Furia
‘Conservatieven hebben geen problemen met vrouwen, zolang ze maar lijken op de gemiddelde vrouw uit de witte middenklasse. Alles wat afwijkt van die norm, is lastiger. Het is nochtans niet moeilijk aan te tonen dat we er nog niet zijn: denk maar aan #metoo afgelopen jaar, of aan de benoemingspolitiek bij de nationale bank.’
‘Het enige wat hiermee bereikt wordt, is dat ‘die anderen’ in een slecht daglicht komen te staan en gestigmatiseerd worden én dat er tegelijk niets gedaan wordt aan de bestaande problemen. Zo blijf je blind voor wat er moet gebeuren.’
Actie (of net niet)
Maar wat is dat dan, wat er moet gebeuren? De vrouwenbeweging heeft een lange lijst met eisen, die eigenlijk allemaal neerkomen op het creëren van de ruimte om inderdaad vrije keuzes te nemen. Dat houdt onder meer in dat ze de genderstereotyperingen al vanaf jonge leeftijd wil aanpakken, want hoe jongens en meisjes denken over mannen en vrouwen ligt volgens de beweging aan de basis van heel wat grotere zaken later.
Gaan we wetten invoeren om mannen te verplichten evenveel huishoudelijke taken op te nemen of dat ze evenveel tijd thuis moeten spenderen? Mensen kunnen dit soort zaken echt wel zelf oplossen.
Els van Doesburg, N-VA
Dat zien conservatieven dan weer anders: ‘Mij interesseert het niet of een meisje met een Barbie speelt of met een autootje’, aldus van Doesburg. ‘Dat vind ik irrelevant.’
Ook op hoger niveau is er geen overheidsinmenging nodig volgens conservatieven. Meer zelfs: van Doesburg vindt actie om meer gelijkheid te verkrijgen een tikje belachelijk. ‘Gaan we dan wetten invoeren om mannen te verplichten evenveel huishoudelijke taken op te nemen of dat ze evenveel tijd thuis moeten spenderen? Mensen kunnen dit soort zaken echt wel zelf oplossen. Daarbij hebben ze helemaal geen sturende, betuttelende regelgeving nodig.’
Dat laatste is dan weer een stelling waar De Graeve akkoord mee kan gaan, want regels die van bovenaf worden opgelegd ziet ze niet als echte emancipatie. ‘Veel witte mannen hebben hun idee over hoe een vrouw zichzelf moet emanciperen, maar zo werkt het niet. Wij willen niet opleggen hoe het moet, maar vertrekken vanuit wat vrouwen aangeven en dat respecteren.’
Wij willen niet opleggen hoe het moet, maar vertrekken vanuit wat vrouwen aangeven en dat respecteren.
Sofie De Graeve, Furia
‘Alleen zo kan je keuzevrijheid krijgen voor alle vrouwen: niet alleen voor diegenen die het glazen plafond doorbreken, maar ook voor zij die aan de kleverige vloer blijven plakken. Als er een ding zeker is, is het wel dat de algemene teneur ‘het komt wel vanzelf in orde’ niet blijkt te kloppen.’
Beide partijen zetten de hakken stevig in het zand. Wie regelmatig op sociale media vertoeft, weet hoe venijnig het debat over gendergelijkheid kan worden. Zo getuigde schrijfster Dalilla Hermans onlangs nog over het georganiseerde trollenleger dat haar zelfs dreigmails stuurde. Vrijheid van meningsuiting volgens de een, ronduit seksisme volgens de ander. Hoe dan ook is het laatste woord nog niet gezegd. Op naar een volgende vrouwendag.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier