Fagotspeler Mavroudes Troullos: ‘Je bagage moet smakelijke én stinkende herinneringen bevatten, pijnlijke en euforische’
Mavroudes Troullos (31) is een Grieks-Cypriotische fagotspeler die aan de KU Leuven doctoreert. Hij leerde veel van de legendarische fagotspeler Mordechai Rechtman, die op 97-jarige leeftijd overleed – nog geen 24 uur nadat Mavroudes met ons over hem sprak.
“Het Griekse woord voor ‘mooi’ stamt af van een ouder woord dat ‘de juiste tijd’ betekent. Echte schoonheid komt dus nooit te vroeg of te laat, en dat ondervond ik onlangs weer. Ik was voor opnames in het Tel Aviv van Mordechai Rechtman, die legendarisch werd door zijn bezielde manier van fagot spelen. Ik hoopte al lang om eens voor hem te mogen spelen en wat advies te krijgen. En nu had ik geluk: via via mocht ik bij hem langsgaan, want op zijn 96ste ontmoette hij nog altijd dolgraag jongere collega’s.
Het valt me op dat zijn generatie zo veel meer spirit heeft dan de mijne, die trager, luier en banger lijkt. Na twee uur was de maestro moe en toch gaf hij me nog vol vuur raad: ‘Make sure you live, don’t just be alive.’ Ik begreep dat eerst in muzikale zin – speel elke noot alsof je enkel in dat moment bestaat – maar al snel besefte ik dat het ook breder geldt. Sinds covid laten velen de angst regeren, en de smartphone verleidt ons tot oppervlakkigheid. Ook ik heb vaak onbewust of angstig geleefd, besefte ik, waardoor mijn geest niet altijd vrij en creatief genoeg was.
Je moet weten: na mijn warme jeugd op het Cypriotische platteland was ik een moederskindje of toch zeker geen city boy. Toen ik in Leipzig ging studeren, huilde ik de eerste zes maanden van eenzaamheid. Nu besef ik dat ik nog niet goed in staat was om me met anderen te verbinden. Je moet je daarvoor in de eerste plaats door jezelf omringd en vervuld voelen, en dat vraagt psychologische arbeid.
Na mijn warme jeugd was ik een moederskindje. Toen ik in Leipzig ging studeren, huilde ik de eerste zes maanden van eenzaamheid.
Ik volg al sinds 2014 gestalttherapie, maar het is pas sinds mijn gesprek met de maestro dat ik zijn ‘Be alive!’ in de praktijk breng, bijvoorbeeld door veel meer te lezen over filosofie en mindfulness. Wellicht drong hij tot me door omdat ik er rijp voor was en omdat hij raakte aan mijn passie voor communiceren via muziek. Als ik die brug naar het publiek wil slaan, moet ik emoties zo helder en menselijk overbrengen dat zelfs een leek ze begrijpt en erdoor geraakt wordt.
De maestro had het expliciet over positieve én negatieve ervaringen: mijn bagage moet smakelijke én stinkende herinneringen bevatten, pijnlijke en euforische, want enkel door die volheid kan ik ook vol klinken. Ik probeer dat nu bij elk concert en merk: als ik meer deel met het publiek heeft dat ook iets helends. Daarom ben ik zo dankbaar dat deze wijze man me zijn inzicht gaf én toonde. Aan het einde wilde hij op mijn fagot spelen en zongen we samen nog wat.
Sindsdien ben ik kalmer. Ik zal, zoals elke mens, angsten blijven hebben – tegenwoordig ben ik vooral bang om de dingen te overdenken en in mijn gedachten te verdwalen. Maar ik heb nu een tool om ermee om te gaan. Die werkt ook bij verdriet. In januari stierf mijn favoriete oma, met wie ik vaak tot drie uur ’s nachts belde. Het verlies is enorm en tegelijk blijf ik geworteld omdat ik nu meer met anderen én mezelf verbonden ben.
Van nature neig ik naar Schopenhauers pessimisme, maar dankzij de maestro vind ik meer sprankel, door bijvoorbeeld bewust te genieten van een inspirerende babbel of wandeling. Maria Callas zei het al: ‘Tijdens het optreden moet de geest werken, maar niet te veel.’ En dat geldt dus ook naast het podium: denk na, maar vergeet vooral niet écht te leven!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier