Douchen, dansen, lachen en huilen: in de kleedkamer van het sportteam

V.l.n.r.: Dennis Donkor, Jean-Marc MWema en Matthew Tiby. © Damon De Backer
Jorik Leemans
Jorik Leemans Journalist

Het is naast het speelveld de plaats waar sportteams de meeste tijd samen doorbrengen, waar niemand behalve de vaste staf een voet binnenzet. Wat speelt er zich af achter de gesloten deuren van de kleedkamer? Drie sporters over de feestjes na de winst, de tranen na een verlies en samen shotjes doen.

Als kapitein van de Antwerp Giants ziet Jean-Marc Mwema het als zijn plicht om de sfeer in de kleedkamer van de basketploeg erin te houden.

‘De kleedkamer is eigenlijk een beetje de graadmeter van een ploeg. Naast het veld is het de belangrijkste plek om van een ploeg echt een team te maken. Ik voel wat er leeft, soms stuur ik de groep bij of sta ik spelers apart te woord. We hebben een aantal vaste rituelen die we voor een wedstrijd doen om de sfeer erin te brengen. Zo nemen we, voor we oplopen, met een aantal spelers steevast een cafeïneshotje alsof we samen in een bar zitten. Ik zal daarnaast altijd zorgen dat ik als laatste uit de kleedkamer ben. Terwijl de andere spelers al klaarstaan voor de huddle, doe ik dan iets belachelijks terwijl ik naar hen toe loop. Zo kijken ze steeds uit naar wat ik nu weer ga verzinnen. En de rest van onze vaste rituelen? Ik ga natuurlijk niet alles prijsgeven. (knipoogt)

Ik denk dat onze gesprekken in de kleedkamer dieper of intiemer zijn dan het gemiddelde gesprek aan de koffiemachine op kantoor.

Jean-Marc Mwema

Zelf heb ik al in veel verschillende ploegen gezeten. Daaruit leerde ik dat elke kleedkamer anders is. Alles hangt af van het team en de aanpak, en natuurlijk is er ook veel doorloop. Ik kan niet bijhouden hoeveel ploegmaten ik al heb gehad. Onder Belgen is het doorgaans gemakkelijker om vriendschappen op te bouwen die blijven duren, wat niet wil zeggen dat ik geen goede buitenlandse vrienden heb gemaakt door de jaren heen. Voor jonge spelers is de kleedkamer ook een plek waar ze gegidst worden door meer ervaren teamgenoten. Naast het veld kunnen ze lessen rond mentaliteit of levensstijl opsteken, noem het gerust een soort mentorschap. Het is goed dat jongere spelers iemand hebben om zich aan te meten of naar op te kijken.

De kleedkamer is bij uitstek de plek om bij te praten. Natuurlijk gaat het vaak over sport, maar allerlei onderwerpen worden aangesneden, soms luchtig, soms heel serieus. Over persoonlijke ervaringen of dingen die gaande zijn in de wereld. Ik heb weinig ervaring met werken op kantoor, maar ik denk dat onze gesprekken in de kleedkamer dieper of intiemer zijn dan het gemiddelde gesprek aan de koffiemachine.’

Vorige zomer behaalden de Red Lions nog goud op de Olympische Spelen in Tokio. Door omstandigheden pikte hockeyer Alexander Hendrickx maar de helft van het feest in de kleedkamer mee.

‘Tot enige tijd terug hadden we als ploeg geen kleedkamer die helemaal van onszelf was. We oefenden in een club waar ook allerlei andere teams en jeugdploegen spelen, waardoor we de ruimte moesten delen. Sinds kort hebben we onze eigen kleedkamer op het Wilrijkse Plein in Antwerpen en je merkt dat dat voor een ander gevoel binnen de ploeg zorgt. Nu is het ónze plek, een ruimte van rust waar je als speler de training kunt nabespreken, je omkleedt en doucht. Het is een moment waarop je even de tijd kunt nemen om met teamgenoten te praten over hoe het met hen gaat. In de eerste plaats wordt er natuurlijk vooral heel veel gezeverd. Dat hoort erbij als je een groep mannen bij elkaar zet.

Max Van Oost, Alexander Hendrickx, Victor Wegnez en Nicolas De Kerpel
Max Van Oost, Alexander Hendrickx, Victor Wegnez en Nicolas De Kerpel© Damon De Backer

De sfeer in de kleedkamer na een gewonnen match hangt af van waar je juist zit in een toernooi. We gaan geen zotte feestjes bouwen omdat we bijvoorbeeld een oefenwedstrijd hebben gewonnen. Het is pas wanneer je een titel binnenhaalt dat er echt gedanst en gezongen wordt. In Tokio heb ik de helft van het feest gemist omdat ik dopingcontrole had, waardoor ik zelfs nog moest wachten op mijn eerste pintje omdat dat je waarden kan versterken. Weer typisch dat ik er op zo’n moment word uitgepikt. (lacht) Gelukkig heb ik dat nadien voldoende ingehaald.

Het is pas wanneer we een titel binnenhalen dat er echt gedanst en gezongen wordt.

Alexander Hendrickx

Na een verloren match zie je pas echt hoe verschillend we er binnen het team mee omgaan. Zelf ben ik iemand die niet tegen zijn verlies kan, dan kom je beter even niet tegen mij praten. Als ik ploegmaten al na enkele minuten zie lachen, zal ik daar altijd iets van zeggen. Het is belangrijk dat je als team ook even je verlies opneemt, vind ik, om eruit te leren. Het zijn natuurlijk vooral de mooie momenten, de feestjes en de euforie, die je onthoudt en waarop je je het meest een team voelt. Als Nadal zijn zoveelste grand slam wint, staat hij daar maar alleen, terwijl bij ons iedereen elkaar geëmotioneerd in de armen valt.’

Haar teamgenoten van de nationale rugbyploeg BelSevens zijn voor speelster Shari Claes als zussen. Zoals het familie betaamt, delen de dames dan ook alles in de kleedkamer.

‘Eigenlijk had ik er nog niet bij stilgestaan, maar ik geloof dat de kleedkamer een heel belangrijke factor binnen een team is. Je geeft jezelf er letterlijk en figuurlijk bloot. Als iemand een slechtere dag heeft of iets op haar lever heeft liggen, kan er hier open over gesproken worden. De meest luchtige onderwerpen worden aangehaald, maar ook de diepste geheimen worden met elkaar gedeeld. Sport is emotie, zelf beleef ik dat heel intens. Na een slechte wedstrijd durf ik weleens te beginnen huilen. En dat voor een rugbyspeelster. (lacht) Ik heb maar een klein hartje. Gelukkig is er altijd wel iemand in de buurt voor een knuffel. Na een wedstrijd heb je nu eenmaal even tijd nodig om het spel van je af te zetten, en elke speelster doet dat op haar eigen manier.

Laura Bosman, Shari Claes, Loes Hubrecht en Nele Pien.
Laura Bosman, Shari Claes, Loes Hubrecht en Nele Pien.© Damon De Backer

We spelen met de nationale ploeg niet professioneel en doen alles dus puur uit passie voor de sport. Dat maakt ook dat we een heel hechte groep zijn, we doen alles door en voor elkaar. Ik zie de BelSevens niet als collega’s, ze zijn mijn zussen, mijn familie. Rugby beschouw ik dan weer niet als een job, maar als een voorrecht. Ik denk dat we er allemaal geen deel van zouden uitmaken als we ons niet zouden amuseren. Zelf ben ik wel een van de pleziermakers achter de schermen. Ik ben van nature heel goedlachs en probeer dat ook in de groep te steken. Een goede sfeer naast het veld betekent ook een goede sfeer op het veld.

Een goede sfeer naast het veld betekent ook een goede sfeer op het veld.

Shari Claes

Een tijdje geleden werden we uitgenodigd om een toernooi te spelen tegen de top twaalf van de wereld. We wisten het maar twee weken op voorhand, dus we hadden heel weinig tijd om ons voor te bereiden. De verwachtingen waren met andere woorden niet heel hoog. Toen we onze eerste wedstrijd tegen Brazilië wonnen na een allerlaatste actie in de verlengingen, was de sfeer in de kleedkamer achteraf dan ook ontzettend uitgelaten. Al is het op zo’n moment ook belangrijk om je focus te behouden: anders heb je de volgende wedstrijd misschien minder geluk.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content