Brein onder stroom: kun je veerkrachtiger worden dankzij een beetje elektriciteit?
Is het mogelijk om je piekergedachten te doen verdwijnen, veerkrachtiger te worden en zelfs je depressie thuis te genezen? Wel volgens de zogenaamde tDCS-headset. Dit toestelletje, waarmee je milde elektrische stroom door je hersenen stuurt, is de nieuwste (en veruit de meest futuristische) wellnesstrend. Hoewel wetenschappers zich vragen stellen bij de trend, geloven ze in tDCS-therapie en voeren ze in Gent zelfs experimenteel onderzoek uit. Wij mochten proefkonijn spelen.
Transcraniële Direct Current Stimulation – ook wel tDCS – is een therapie die milde elektrische stroom door je hersenen stuurt. Het klinkt grillig en grafisch, maar het is een bekende behandeling voor patiënten met depressie, traumatisch hersenletsel, of neuromusculaire ziekte. Die stroom vertraagt de membraanpotentiaal en zorgt dat de actiepotentiaal sneller kan afvuren. In mensentaal kun je dankzij de therapie sneller een actie uitvoeren, waardoor je vatbaarder wordt om iets nieuw te leren en om specifieke hersenregio’s te gebruiken.
Doorbraak met tDCS
Hoe deze therapie tot stand is gekomen? Wel, er werd al mee geëxperimenteerd in de jaren zestig van de 20ste eeuw. Het raakte echter in onbruik, als gevolg van een gebrek aan objectieve maten en de opkomst van de antipsychiatrie in de jaren zeventig.Dat veranderde met het onderzoek van Nitsche en Paulus in 2000. Zij constateerden dat je met een beetje stroom je hersengebieden actiever of inactiever kon maken, iets wat eerder alleen bij dieren was aangetoond. De onderzoekers beoordeelden hun ontdekking zelf als een ‘veelbelovend instrument om de hersenactiviteit te moduleren op een non-invasieve, pijnloze, omkeerbare, selectieve en gerichte manier.’
Dat deze therapie werkt, weten we dus al. Maar het gaat veel verder: ‘Er zijn al testen geweest waarbij bleek dat tDCS een invloed heeft op mensen met een depressie’, zegt Marie-Anne Vanderhasselt, hoofddocente aan de Ugent. Zelf deed ze al heel wat onderzoek naar de therapie. ‘De prefrontale cortex (het voorste gedeelte van je hersenen, nvdr.) werkt minder goed bij een depressie, en dat is zowat de regio die alles controleert en reguleert. Als je tDCS erop toepast, krijgt dat gebied in je hersenen de nodige boost om wel efficiënter te werken.’
Maar wat als je tDCS combineert met een taak, zoals rekensommen, sport of ademhalingsessies? Dat is exact wat Vanderhasselt en haar collega’s aan de UGent op dit moment onderzoeken. Die combinatie zou er namelijk voor kunnen zorgen dat we veerkrachtiger worden. ‘Eigenlijk willen we gaan inwerken op de nervus vagus’, zegt Vanderhasselt. De nervus vagus is een lange zenuw die het brein en het lichaam als het ware connecteert. Hoe meer die zenuw geactiveerd wordt, hoe beter en veerkrachtiger we ons voelen. ‘De communicatie van de nervus vagus verloopt amper voor 20 procent van het brein naar de organen. Voor 80 procent verloopt de communicatie dus van het lichaam naar het brein. Met tDCS gaan we de prefrontale regio in je hersenen stimuleren en dat combineren met ademhalingsoefeningen, zodat we ervoor kunnen zorgen dat je een echte boost krijgt’, klinkt het.
Aan de uGent vinden er op dit moment volop experimentele proeven plaats, waar mensen aan tDCS-sessies mogen deelnemen. Eerst wordt je schedel gemeten, daarna krijg je elektrodes op je voorhoofd geplakt. Dan krijg je via een toestelletje 25 minuten lang stroom in je hersenen. Tegelijkertijd doe je allerhande activiteiten: van rekensommen tot ademhalingsessies. De gevolgen zijn eerst subtiel en van korte duur. ‘Op het moment van de sessie zelf voel je lichte stroom, wat hooguit een beetje prikt en een beetje onaangenaam voelt’, zegt Joni Houfflyn, die mee het onderzoek aan de UGent in goede banen leidt en haar masterproef rond tDCS maakt. ‘Eventueel kun je ook fosfenen zien, dat zijn korte lichtflitsen, dat komt als je elektrodes je oogzenuwen raken.’ Hoe vaker je de therapie doet, hoe langer je er de gevolgen van voelt. ‘Op termijn kan het bepaalde regio’s beter en op een meer efficiënte manier doen werken. Door bepaalde zones in je hersenen extra te stimuleren, heeft het invloed op de plasticiteit ervan’, klinkt het.
‘Het probleem is dat heel wat headsets geen CE-certificaat hebben, en die certificaat staat garant voor alle EU-eisen qua veiligheid, gezondheid en milieubescherming’
Toekomstig zelfhulpmiddel
Het zou zomaar kunnen dat we deze therapie binnen enkele jaren al preventief zullen gebruiken. Marie-Anne Vanderhasselt en haar team pleiten er momenteel volop voor. ‘Ik denk bijvoorbeeld dat jongvolwassenen hier baat bij kunnen hebben’, zegt de hoofddocente. ‘Ze hebben verschillende stressoren die op hen afkomen: de pandemie, de digitalisatie, de klimaatopwarming. Met tDCS kunnen we hen die extra boost geven zodat ze meer controle en kracht krijgen om met negatieve en stressvolle gedachten te moeten omgaan.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het is in feite nu al mogelijk om de therapie bij jezelf thuis toe te passen. Online zijn er al heel wat tDCS-headsets beschikbaar. Het is ook geen verrassende trend: je kunt met deze sets je hersenactiviteit op een eenvoudige manier beïnvloeden. Het is ongevaarlijk, in tegenstelling tot bijvoorbeeld electroshocktherapie of magnetische stimulatie en dat maakt het aantrekkelijk als potentiële (zelf)behandelmethode. Hoewel er geen directe gevaren verbonden zijn aan de headsets, waarschuwen experts dat dit toch een gevaarlijke trend kan zijn.
‘Het probleem is dat heel wat headsets geen CE-certificaat hebben, en dit certificaat staat garant voor alle EU-eisen qua veiligheid, gezondheid en milieubescherming’, zegt Vanderhasselt. ‘Je hebt gelukkig een paar uitzonderingen, zoals het Zweedse Flow Neuroscience. Deze headset wordt beschouwd als veilig en effectief medisch hulpmiddel voor thuisgebruik.’
Anderzijds is het volgens haar geen goed idee om een headset zelf te gebruiken zonder professioneel toezicht. ‘We raden mensen aan om het verantwoordelijk te gebruiken en best ook in een wetenschappelijke context. Behandel het niet als een trend en overdrijf er niet mee.’
Ook wij mochten deelnemen aan de aan de tDCS sessies die momenteel volop plaatsvinden aan de uGent. Dit waren onze bevindingen.
Mijn vertrouwen in de wetenschap was altijd al heel groot, toch huiverde ik een beetje bij het gedachte dat er stroom door mijn hersenen wordt gejaagd. Toegegeven: het is op z’n minst fascinerend dat je met een hele kleine hoeveelheid stroom aan heel wat mentale problemen kunt remediëren. Zelf kamp ik regelmatig met piekergedachten. Stevige wandelingen en trainingssessies helpen daarbij goed. Maar omdat er zo goed als geen neveneffecten aan tDCS zijn verbonden, en ik deze kans wellicht nooit meer krijg, onderga ik een sessie aan de uGent.
Voor de sessie begint, worden er eerst afmetingen genomen van mijn schedel. Op basis van die metingen worden de elektrodes – die eerst gedipt worden in fysiologisch water – op specifieke plekken op mijn voorhoofd geplaatst. Ik krijg ook een soort riem rondom mijn middel die bedoeld is om mijn ademhaling te monitoren. Daarna kijk ik naar een computerscherm waarop een animatie wordt afgespeeld over hoe vanuit je buik moet ademhalen.
Ik wil bijna aangeven dat de pijn ondraaglijk is, maar dan neemt de intensiteit van de stroom af. Vanderhasselt zegt dat je aan de schokjes went, en dat je er na een tijd niets meer van voelt.
Die animatie geeft aan wanneer ik in en uit moet ademen. Ik leg mijn hand op mijn buik, probeer de ritme van het steeds groter wordende bolletje te volgen, en dat vraagt veel meer concentratie dan ik had verwacht. ‘Moeilijk hé? Heel wat deelnemers vinden dat ook’, zegt Vanderhasselt. ‘Eigenlijk ademen heel wat mensen intuïtief vanuit hun borst, maar daardoor adem je niet diep genoeg in en krijg je niet genoeg lucht binnen. Dat kan zorgen voor extra stress. Het is dus belangrijk om vanuit je buik te ademhalen.’
Lees ook: Getest: wat heb ik geleerd van moonbird, de persoonlijke ademcoach die in je handpalm past?
Wanneer de introductie afgerond is, begint de echte sessie. Deze keer moet ik 25 minuten diep in- en uitademen. Het toestelletje waarmee stroom wordt uitgestuurd naar de hersenen, wordt nu ook aangezet. Bij het eerste schokje, voel ik de elektrodes op mijn voorhoofd ontzettend hard prikken en zie ik voortdurend korte lichtflitsen voor mijn ogen. Zonder de onderzoekers te laten merken dat ik in paniek ben, informeer ik hen over de flitsen en het prikkende gevoel. De elektrodes op mijn hoofd worden dan verplaatst, maar de flitsen blijven terugkomen. ‘Die lichtvlekjes noemen we fosfenen’, zegt Vanderhasselt. ‘Die zie je nu omdat de elektrodes ergens een oogzenuw raken. Het komt niet zo vaak voor, maar het is zeker niet schadelijk.’
Mijn schedel wordt opnieuw gemeten en de elektrodes worden iets hoger op mijn voorhoofd geplaatst. Deze keer trekken de lichtvlekken weg, het prikkende gevoel van de schokjes houdt daarentegen wel aan. Ik wil bijna aangeven dat de pijn ondraaglijk is, maar dan neemt de intensiteit van de stroom af. Vanderhasselt zegt dat je aan de schokjes went, en dat je er na een tijd niets meer van voelt.
Ik focus nu op mijn ademhaling en de groeiende en dan weer krimpende bol op het scherm. Het prikkende gevoel is er nog wel, maar het is aanzienlijk verminderd, zo lijkt het althans. Ik voel mezelf rustiger worden en wen aan de trage ademhalingsritme. Een tiental minuten later maak ik de fout om opnieuw te focussen op de elektroden, wat mij weer een beetje doet panikeren. Ik vraag aan de onderzoekers of we de sessie vroegtijdig kunnen stopzetten. Dat kan volgens hen geen kwaad, maar dan is de kans groot dat ik er niet alle voordelen uithaal.
Als de elektrodes van mijn voorhoofd worden afgehaald, ben ik opgelucht. Daarna voel ik me goed gezind, alsof ik op dat moment goed nieuws kreeg en mijn dag niet meer stuk kan. Het is nu de beurt van mijn collega. Ook zij combineert 25 minuten tDCS met diepe buikademhaling, en ook zij noteert een gelijkaardig relaxatiegevoel na de sessie. Of dit aan de ademhalingsoefeningen, aan de gelijkstroom of aan de combinatie ligt durft ze niet te zeggen. Pijn voelde ze niet tijdens de sessie, enkel een prikkend gevoel aan het begin.
Met twee rode plekken op mijn voorhoofd en een tevreden glimlach rijd ik terug naar huis. De effecten van mijn sessie zou ik ongeveer een uur lang voelen, maar ik ben tot laat in de avond bovengemiddeld gelukkig. De volgende dag ben ik frisser en gemotiveerder dan gewoonlijk. Zou het écht aan de tDCS liggen? Of aan de diepe ademhaling tijdens mijn tDCS-sessie? Wie zal het zeggen? Volgens Vanderhasselt kan het beide zijn, of het kan ook gewoon een placebo-effect zijn. Het is niet eens zeker voor welke doelgroepen deze therapie efficiënt is. Maar voor mij doet het er niet eens toe: het feit dat ik me goed voelde, is het enige dat echt telt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier