Blunderen voor beginners: waarom lachen om je stommiteiten belangrijk is

Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Van gênante anekdotes tot immense fouten, de Britse comedian en actrice Dawn French verzamelde haar faux pas in The Twat Files. Voor ons entertainment en vooral om te illustreren dat we ­allemaal domme dingen doen en daar best gewoon over praten.

Twat. Het is een van die bijna onvertaalbare woorden. De Oxford Dictionary omschrijft het als een belediging voor iemand die je dom, onaangenaam of onnozel vindt. Dwaas, idioot of onnozelaar zijn mogelijke vertalingen, maar die insinueren vooral domheid, en zelfs wie een IQ van 145 heeft is soms een twat. Trut of lul hebben de gepaste gemeenheid in zich, maar zijn dan weer te vrouwelijk/mannelijk. En twats, dat zijn zowel mannen als vrouwen. Bovendien insinueert twat een soort onwetendheid. Ja, twats zijn soms gemeen, maar eerder per ongeluk dan met voor­bedachten rade.

Toenmalig premier David Cameron moest zich verontschuldigen toen hij het woord op de radio zei, maar ten huize French werd twat regelmatig gebruikt, en dus adopteert Dawn het concept. ‘IJdelheid, ongeduld, idiotie, het verzamelt mijn hele spectrum aan dwaasheden’, vertelt ze in een tv-interview met 60 Minutes Australia.

Allemaal knoeiers

Toen French in 2008 een autobiografie schreef, bleek ze zich vooral de gênante momenten, vergissingen en misrekeningen te herinneren. ‘Dat was vervelend, want ik wilde mezelf presenteren als een interessant, gesofisticeerd, semiheroïsch en veellagig persoon, geen kwekkende twat. Maar die twat blijkt wel wie ik echt ben. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik begreep dat de dingen die ik verkeerd begrepen had en die ik verknoeid had cruciaal waren. Twatheid is waar het leren gebeurt. En waar ik ontzettend om kan lachen ook.’

Ze schrijft een theatershow: Dawn French is a Huge Twat. ‘De twat in mij voelt een band met de twat in anderen’, schrijft ze in het boek dat daarop volgde. ‘Ik had nooit zo’n fijne band met het publiek als tijdens die shows, want fouten maken is uni­verseel.’

Open zijn over je blunders leert je dat je meer bent dan de optelsom van wat je verkeerd deed.

Bijna vierhonderd pagina’s lang beschrijft French haar fouten, groot en klein. Van de leugentjes die ze als kind vertelt om interessant te lijken (“ik ben Elvis’ onechte dochter” of “ik heb een zwaan als huisdier”) tot een glamoureus verkleedfeest van Elton John waar ze al na amper vijf minuten weg moet omdat het gorillapak dat ze uitkoos ondraaglijk warm is. Van grappend aan haar assistent antwoorden dat ze nog liever haar ogen laat uitpikken door zieke duiven dan naar een Bond-­première te gaan, en die mail dan per ongeluk naar de pr-dame sturen, tot een dure designerjas kopen, gewoon om de neerbuigende verkoopster te tonen dat ook kleine, dikke vrouwen geld hebben voor mooie spullen. Detail: ze deed er drie jaar over om haar kredietkaart af te betalen.

Van in een diepe put vol water springen op de set en er haar knie mee kapotmaken, omdat de slapstickgrap zo goed is, tot niet goed luisteren naar de behandelend arts en jarenlang met pijn rondlopen, omdat ze denkt dat ze in haar hele leven maar drie pijnstillende inspuitingen mag hebben, in plaats van drie per jaar. Van moeilijk doen omdat een stand-in op een filmset dikkere enkels heeft dan zij tot in haar nieuwe huis tegen lawaai makende geesten uitleggen dat ze het niet slecht met hen voorheeft. Het geluid blijkt van de verwarmingsbuizen te komen.

Struikelen op straat

Dat French zich vooral haar fouten herinnert, is volgens gedragstherapeut Valérie Everaerts niet zo raar. ‘We herinneren ons de dingen waar we ons voor schamen, schuldig over voelen of die gewoon misliepen, omdat het handig is voor de overleving van de soort dat we dat de volgende keer vermijden. We zijn ook fundamenteel groepsdieren en willen ergens bij horen. Als we iets doen wat gênant is of schade berokkent, gaan mensen anders naar je kijken. Denken we. Vandaar dat struikelen op straat of struikelen in je eigen woonkamer een ander effect heeft. Bij het eerste denk je dat mensen het gezien hebben en je zullen beoordelen, bij het tweede passeert het meteen, ook al voel je je misschien een beetje een sukkel.’

Hoeveel van je fouten zich in je geheugen parkeren hangt van persoon tot persoon af, stelt Everaerts. ‘Flierefluiters zullen er minder van wakker liggen dan pietjes-precies of mensen met hoge morele normen.’ ‘Het helpt niet dat we soms denken dat we het middelpunt van de wereld zijn’, lacht ze. ‘In mijn eerste jaar aan de universiteit zat ik op een dag helemaal vooraan, in het midden. Ik werd misselijk en ging naar buiten. Zevenhonderd mensen hebben dat gezien, dacht ik, ik zal nu altijd ‘diegene die is opgestaan’ zijn. Terwijl niemand dat opgemerkt had of het zich later nog herinnerde.’


Nu is het relativeren van je blunders, hoe onnozel ook, niet altijd eenvoudig, legt Niels den Daas uit, neuropsycholoog en auteur van Zo ongelukkig mogelijk in 8 stappen. ‘Onzekerheid is daar een factor in. Je weet namelijk niet altijd of wat je gedaan hebt raar is of niet. We hebben vaak een hoge intolerantie voor onzekerheid en de wat-als-vraag. Wat als ze denken dat ik dom ben/de regels niet ken/…? Dat zaait twijfel. Bij blunders moet je niet alleen rekening houden met de realiteit (‘ik ben gevallen’) maar ook met de angstige fantasie in je hoofd (‘ze denken dat ik onhandig ben en ik moet dat oplossen’). Terwijl er vaak geen oplossing is, of iets helemaal geen oplossing vraagt.’

‘Er is niets irritanter dan iemand die denkt dat hij of zij iets fout gedaan heeft, en daar de hele tijd op terugkomt. We zijn vaak heel streng voor onszelf, en als we een blunder begaan, zijn we ongerust dat mensen ons gaan zien zoals we onszelf zien. Dan is erom lachen veel beter.’

Nogal wat van onze blunders hebben te maken met ongeschreven, onduidelijke of ons onbekende regels. Zo had French op haar allereerste filmset niet door dat alles met één camera werd opgenomen, en dat de scène eerst werd gefilmd met de ene persoon en pas daarna met de andere. Dus liep ze elke keer naar de andere kant als het haar beurt was, tot hilariteit en ergernis van de crew.

‘In zo’n situatie komt onze ­so­­ciale angst boven’, vertelt Everaerts. ‘Als je de regels niet kent, hoor je ergens niet thuis. Terwijl we dat net graag willen.’

Ego aan boord

In jeans en sneakers mee het podium opwandelen om het applaus te ontvangen voor een toneelstuk waar je niet in meespeelt en waarin alle ‘échte’ acteurs kostuums uit de 19de eeuw dragen, dat is ondeugend. Een kleedster uitkafferen omdat ze de strik in je haar juist wil leggen terwijl jij je aan het voorbereiden bent op een complexe filmscène, dat is arrogant divagedrag. ‘Nogal wat van mijn twat-gedrag doet me blozen van schaamte. Omdat het kinderachtig is, of onverdraagzaam, of omdat het me confronteert met mijn mindere kantjes’, zegt French.

Blunders kunnen je inderdaad een spiegel voorhouden, stelt Everaerts. ‘Heel wat van onze hinderlijke emoties overkomen ons gewoon. Jaloezie, hebberigheid, ijdelheid, zelfs iets als ambitie – het duikt soms onverwacht op en geeft ons dan het gevoel dat we onszelf niet helemaal kennen. Op dat moment zijn we niet bezig met het oordeel van anderen, maar met dat van onszelf. Stel dat je ietwat perfectionistisch bent en je reageert kattig omdat je jaloers bent op iemand die het goed doet. Dat is confronterend. Dan denk je misschien: doe eens normaal. Of: zo wil ik helemaal niet zijn.’

Een open blik op je fouten kan je zelfkennis wel degelijk een duwtje in de rug geven, denkt ook Den Daas. ‘Jaloezie, op zich een prima emotie, bestaat op een spectrum, van miniem tot ongezond. Als je jezelf erop betrapt, kan dat tot nadenken leiden. We leren niet echt om met onze emoties om te gaan. Stilstaan bij de fouten die je maakt, echt ‘voelen’ wat er aan de hand is, zorgt voor emotionele activatie. Zo leer je ook dat het niet de ander is die je jaloers, kwaad of triest maakt, maar dat je dat helemaal zelf doet. Stilstaan bij onze blunders kan helpen om de complexiteit van onze emoties te begrijpen en tot zelfacceptatie leiden. Het is namelijk prima om te balen, chagrijnig te zijn of donkere gevoelens te hebben.’


Dat French op recepties en feestjes zo vaak gênante of zelfs arrogante dingen doet, leerde haar dat ze eigenlijk een functionerende introvert is die niet van groepen houdt. Dat ze van plan was om het aanbod om rector van Falmouth University te worden af te wijzen, tot bleek dat ze een op maat gemaakte mantel en een kroon kreeg, leerde haar dat haar realiteitszin over haar agenda ondergeschikt is aan haar ijdelheid. Dat ze verwacht dat Johnny Depp haar misschien wel sexy zal vinden, leert haar dat ze excelleert in zelfbegoocheling. Dat ze een voorgestelde sketch voor een theatershow wegzet als totaal niet grappig, terwijl die er elke avond het dak afblaast, leerde haar dat ze zelfs in haar eigen vakgebied de bal kan misslaan. En dat haar oorspronkelijk Amerikaanse personage in de film Death on the Nile prompt werd veranderd in een Britse vrouw, leerde haar dat ze echt heel slecht is in accenten, ook al denkt ze er zelf in uit te blinken.

‘De reden waarom we twatten is volgens mij dat het ons iets leert, en dat we ontdekken hoe we ons best niet gedragen in de toekomst. Mijn fouten hebben me bovendien getoond waar de grenzen van mijn talent liggen.’

Wat je van fouten leren kan

Leren uit je fouten, het is een van de grootste clichés ooit. Maar French heeft gelijk, stelt Everaerts. ‘Al kijkt niet iedereen op dezelfde manier naar zijn blunders. De psychologe Carol Dweck definieerde het idee van een mindset, een manier van denken. Wie een fixed mindset heeft, denkt dat intelligentie en persoonlijkheid vastliggen, wie een growth mindset heeft denkt dat een mens kan bijleren en evolueren.’

‘Wie blundert met een fixed mindset, zal zichzelf veroordelen, en dat zien als een bewijs van domheid. Wie blundert met een growth mindset, ziet die fout als iets om mee aan de slag te gaan en iets uit te leren. Fouten maken kan daarom boeiend zijn. Wie denkt in termen van groei is niet bang voor fouten en mislukking, en zal daardoor misschien meer risico’s nemen. Het is een iets minder veilig, maar wel een rijker leven, denk ik.’

Maar er is wel een mogelijke valkuil, vindt Den Daas. ‘You win or you learn, met dat idee ben ik het niet eens. Dat neigt naar toxische positiviteit. Soms maken we fouten die echt afschuwelijk zijn, die mensen kwetsen en ons leven gruwelijk verpesten. Het helpt ons niet als we zoiets minimaliseren, gewoon omdat we er iets van geleerd zouden hebben. Te veel meegaan in die maakbaarheid is geen goed idee en ook niet realistisch.’

‘Ik heb vroeger FuckUp Nights georganiseerd, waarop ondernemers kwamen vertellen over die keer dat ze gefaald hebben. Maar dat bleven leuke avonden, en die fouten waren ‘goede’ fouten, want het had hun iets geleerd. Tot je echt met hen ging praten. Dan bleek dat wat ze hadden meegemaakt toch best heftig was. Open zijn over blunders is goed, we hebben er baat bij, maar het is prima om te balen, om ongelukkig te zijn over iets wat gebeurd is, en om het moeilijk te hebben met iets wat je fout hebt gedaan.’

Daad van liefde

Er mag al eens gelachen worden om onze onnozelheid, maar een theatertour én een boek, dat is echte toewijding aan het erkennen van je fouten. ‘Omdat je fouten toegeven en je ze toe-eigenen bevrijdend is, vind ik’, vertelt French. ‘Er zit ontzettend veel blijheid in. Je kunt je de frisheid van de lucht die ik vandaag inadem niet inbeelden nu ik ben gestopt met perfect te willen zijn. Perfectie bestaat niet, het is onmogelijk. Ik voel geen band met mensen die beweren perfect te zijn, want ik geloof ze niet. En ook, wat willen we aan onze kinderen, en dan vooral onze dochters doorgeven? Dat ze naar perfectie moeten streven, of dat ze feilbaar mogen zijn?’


Belangrijk punt, vindt Everaerts. ‘Perfectionisme regeert de maatschappij, zo lijkt het soms. Er wordt best veel geëist van iedereen, en wie een fout maakt, wordt meteen afgeschoten. Onlangs gebeurde er een ongeluk tijdens een wielerwedstrijd waarbij een vrouw in het publiek werd aangereden. De reacties waren meteen vernietigend. Wat deed ze daar? Ze loopt in de weg! Achteraf bleek dat haar helemaal geen schuld trof.’

‘Tegenwoordig wordt alles ook nog eens online breed uitgesmeerd. Feilbaar mogen zijn, wat milder met elkaars fouten omgaan, het lijkt me dan ook een goed idee. Laat ons eerlijk zijn, we doen allemaal maar wat. En met humor en zelfrelativering omgaan met je blunders is goed. We verlangen allemaal naar een vorm van controle in ons leven, en door dingen te delen, zelfs je fouten, neem je die weer in handen. Vergeet niet dat dictators nooit blunderen en dat daar zeker nooit om gelachen mag worden. (lacht) We kunnen er beter van uitgaan dat we idioten onder elkaar zijn en daar op een milde manier mee omgaan.’

Ze beleefde ontzettend veel plezier aan het schrijven van dit boek, geeft French toe. ‘Over je fouten praten, dat doe je met de mensen die dicht bij je staan, omdat ze niet alleen begrijpen wat er misging, maar het je ook vergeven als je domme dingen doet. Zij houden je vast terwijl je je gêne, vernedering en blunders op hen loslaat.’

‘Door het ook met het publiek te delen, kreeg ik een openbaring. Misschien is over je fouten praten wel cruciaal, omdat het voor een intens gevoel van verbondenheid zorgt. Open zijn over je zachte onderbuik, je onnozelheid, je mindere kantjes, en daar niet om veroordeeld worden, is een daad van liefde. Het leert je ook dat je meer bent dan de optelsom van wat je verkeerd deed. Schaamte is een soort duisternis, open zijn over je fouten is een zaklamp die die duisternis verdrijft. Het zal je iets leren over jezelf, je lichter maken en vooral ook je connectie met anderen makkelijker maken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content