Architecte Hilde Daem kijkt terug op een lange carrière: ‘Mijn advies aan jonge architectes: neem geen voorbeeld aan mannen’
Bijna 50 jaar is Hilde Daem (72) vandaag actief als architecte: in 1975 richtte ze samen met Paul Robbrecht Robbrecht en Daem Architecten op. Het bureau realiseerde onder meer het Brugse Concertgebouw, de Cinematek in Brussel, de uitbreiding van de galerie Xavier Hufkens in Elsene en de Gentse Stadshal. Hun jongste project, de renovatie van het Brusselse Beursgebouw, opende vorige maand voor het publiek.
Verantwoordelijkheidszin
Je kunt niks bouwen op los zand. Wat je dromen ook zijn, als je je niet goed organiseert, komt er niets van in huis. Dat besef heb ik thuis opgedaan. Ik was het op een na oudste kind van dertien en het oudste meisje. Ik heb veel voor mijn broers en zussen gezorgd, zelfs in mijn studententijd en mijn eerste jaren als architecte. Ik kookte voor hen en hielp bij huiswerk. Een belastende taak, maar ook een bron van verantwoordelijkheidszin.”
Geen huisvrouw
“Ik wilde onder geen beding een huisvrouw worden. Ik was in mijn familie en op school omringd door mooie architectuur, ik hield van tekenen, mijn vader had me naar kunst leren kijken – ik heb dus niet zomaar voor de architectuur gekozen. Maar ik wilde ook iets opbouwen voor mezelf, wat toen niet evident was als meisje. Naar de universiteit ging je vooral om zo snel mogelijk een goede partij te vinden.”
Naar de universiteit ging je vooral om zo snel mogelijk een goede partij te vinden, maar ik wilde onder geen beding een huisvrouw worden.
Hilde Daem
Kunstfotografie
“Een mensenleven is zelden een rechte lijn. Zo raakte ik op de middelbare school al geïnteresseerd in fotografie. Voor een groot stuk door mijn vader, die me een klein fototoestel gaf en me stimuleerde om de wereld rondom me vast te leggen. Alleen was een fotograaf in die tijd sowieso een man en had mijn vader me als studente Grieks-Latijn gesteund om het ingangsexamen architectuur af te leggen. Ik wilde dus niet zomaar van richting veranderen. Toch ben ik in 2016 alsnog fotografie gaan studeren, waardoor ik nu een parallel leven heb als kunstfotografe. De weg naar die droom was lang en kronkelig, maar dat is oké – zolang je op je bestemming raakt.”
Menselijke stempel
“Een architect moet kunnen luisteren. Mensen die hun opdrachtgevers en medewerkers wel horen, maar daar niet mee aan de slag gaan, creëren nooit een goede dialoog. Zelf heb ik vanuit mijn persoonlijkheid en interesse altijd een menselijke stempel gedrukt op onze projecten en bedrijfscultuur. Toch zul je me nooit horen zeggen dat vrouwen beter luisteren dan mannen. Architecten die louter vanuit hun eigen visie redeneren, vind je overal.”
Mannenclub
“De positie van vrouwen in de architectuur verbetert er niet op. In de opleidingen zijn we talrijker en mondiger dan vroeger. Ik was zelf een van de slechts drie vrouwelijke studenten op honderdtwintig, en de heftige verhalen van leeftijdsgenoten over docenten en stagebegeleiders klinken me bekend in de oren. Toch zijn er nog steeds maar weinig vrouwen die onder hun eigen naam een groot bureau uitbouwen. Deels omdat architecten steeds meer afhankelijk zijn van ontwikkelaars, een mannenclub die vrouwen weinig kansen geeft. Daarnaast nemen vrouwen nog altijd het merendeel van de zorg voor de kinderen op zich en kiezen velen mettertijd voor een vaste baan bij de dienst stedenbouw. Voor die dienst is dat een goede zaak. Maar voor architectenbureaus is het jammer.”
Open geest
“Haantjesgedrag en dominant leiderschap maken je niet creatiever. Mijn advies aan jonge vrouwelijke architecten is om geen voorbeeld te nemen aan mannen, maar om zichzelf te blijven. Als je je voortdurend afzet tegen concurrenten en collega’s en altijd wilt winnen, heb je geen open geest, terwijl je die wel nodig hebt om ideeën op te zuigen, te vermengen en tot iets nieuws om te vormen.”
Samen werken en leven
“Opgroeien in een groot gezin leert je om samen te leven. Hoe groot de verschillen qua karakters en meningen ook zijn, je hebt een band met elkaar. Daarnaast hebben Paul en ik veel respect voor wat we samen opgebouwd hebben en voor de kwaliteit van de architectuur die we maken. Samen werken en leven is ook voor ons complex, maar er zijn altijd mogelijkheden om er iets van te maken.”
Levenswijsheid
“Voor elke generatie is er een tijd van komen en een tijd van gaan. Op zeker moment laat je bepaalde taken aan anderen over. Zo vind ik het logisch dat onze oudste zoon Johannes nu mee het bureau leidt. Paul en ik hebben heel wat kennis, levenswijsheid en ervaring die we kunnen overdragen, maar laat ons realistisch zijn: het is niet onze generatie die de digitale omwenteling aanstuurt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier