Afscheid nemen van je ouderlijk huis: ‘Ik stimuleerde mijn ouders zelf om te verhuizen, maar bij het inpakken zat ik te huilen’

Elke Lahousse Journalist voor Knack Weekend
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Over het hele land ruimen babyboomers hun grote huizen op. Ze verkopen het ouderlijke huis en verhuizen naar iets kleiners, dichter bij de stad of de (klein)kinderen. Maar hoe neem je afscheid van spullen waarmee je jaren hebt geleefd? En wat doet het met de kinderen, die de plek verliezen waar alles begon?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Vier stappen rechtdoor in het donker. Twee naar links tot mijn kamerdeur. Drie tot in mijn bed. Ik ken het nog, het parcours na een nachtelijk toiletbezoek in mijn ouderlijke huis. Het zit in mijn geheugen, net als het geluid van de regen op het Veluxraam waaronder ik als kind sliep. Meer dan vijfendertig jaar was dat ene huis in die ene straat de plek die thuis betekende. Waar mijn ouders drie kinderen grootbrachten, waar elke zomer rode geraniums op de vensterbank verschenen en alleen het bezoek via de voordeur binnenkwam, maar wij gewoon de garage gebruikten.

Tot mijn ouders besloten te verhuizen naar een nieuwbouwappartement. Het heeft een prachtig uitzicht over vijvers en ze wonen nu dichter bij ons. Maar vijf jaar later vergis ik me nog altijd van keukenkast als ik er een koffiekop wil nemen.

Ik weet het wel, mijn ouders deden mijn broer, zus en mij een groot cadeau: ze ruimden alles zelf op. Ze gingen (hopelijk ver) voor hun dood door kasten en dozen die jarenlang in de kamers van ons huis stonden. Eén voor één werden tapijten en kaasschotels bekeken en verkocht, weggegooid, weggeschonken of aan de kant gezet om mee te nemen naar hun nieuwe plek. De inboedel werd uitgepuurd.

Dat is een daad van liefde voor je nabestaanden, schrijft de Zweedse schrijfster Margareta Magnusson in Opruimen voor je doodgaat. In Zweden hebben ze er een woord voor: döstädning. Toch kan ik nostalgisch worden bij het idee dat ‘mijn’ piano nu in het huis van een onbekende staat, of dat mijn zoon nooit de plek zal leren kennen waar zijn moeder opgroeide.

Vorm van rouw

Waarom kan de verkoop van het ouderlijke huis zo’n emotionele gebeurtenis zijn? ‘Het is afscheid van een plek waar zoveel is gebeurd’, zegt Dick Wittenberg, auteur van het boek Wat doen we met de spullen? ‘Dat huis is voor alle gezinsleden heel vertrouwd geweest, een bron van stabiliteit en continuïteit in een wereld waar alles zo snel verandert. Wordt dat huis verkocht, dan verlies je een “veilige plek”. Zeker wanneer ouders en kinderen in aanloop naar de verkoop samen door de spullen gaan, komen allerlei herinneringen naar boven en kan dat afscheid hard aankomen. Zelfs als je al lang niet meer thuis woont.’

Dat huis is voor alle gezinsleden heel vertrouwd geweest, een bron van stabiliteit en continuïteit. Wordt dat huis verkocht, dan verlies je een veilige plek.

‘Nostalgie, of een traan die vloeit op een verhuisdag, dat is niet meer dan normaal’, bevestigt psycholoog Herman Dierickx. ‘Die emoties gaan niet zozeer over bakstenen of voorwerpen, maar over de gevoelens die ermee verbonden zijn. Dat verdriet om wat voorbij is mag er zijn. Dat wil niet zeggen dat je de verandering niet aanvaardt, wel dat het je een beetje triest maakt. Erken het als een vorm van rouw.’

‘Al opruimend kwamen inderdaad zoveel herinneringen aan mijn jeugd terug’, zegt Kathleen (59). ‘Mijn zussen en ik stimuleerden onze ouders om te verhuizen. Zo’n groot huis in een verkaveling is niet meer fijn als je wat ouder wordt. Maar toen ik de taak kreeg om de zolder aan te pakken, zat ik daar te huilen. Ik vond er vier grote dozen met kinderspullen. Pennenhouders van wc-rolletjes die ik ooit voor Moederdag had gemaakt, breiwerkjes die ik allang vergeten was. Dat iemand je zo graag ziet dat ze die dingen vijftig jaar bijhoudt, dat raakte mij plots hard.’

Wat als je het huis van je ouders moet leegmaken na hun overlijden? Dick Wittenberg geeft advies.

Weggeefdag

‘Dat besef, dat liefde tastbaar is in spullen, maakt het afscheid zo emotioneel’, zegt psycholoog Dierickx. ‘Het is schipperen tussen koesteren en loslaten. Ook voor ouders is dat niet altijd makkelijk, ook al is het een bewuste keuze. Je ouderlijke huis verkopen is dan ook een relatief modern fenomeen. Vroeger bleven mensen er tot hun dood, of ruilden ze schoorvoetend hun huis in voor een woonzorgcentrum. Maar babyboomers denken na over hoe ze in de toekomst willen wonen en zijn misschien daadkrachtiger dan vorige generaties.’

Volgens Dierickx gaat het afscheid makkelijker als er ruimte is voor de gevoelens van alle betrokkenen. ‘Zorgzaamheid is hier belangrijk. Hebben je kinderen het er moeilijk mee, dan kan het een goed idee zijn om de verbondenheid die ze met het huis voelen op de een of andere manier te vieren.’

spullen ouderlijk huis
© Flore Deman

Zo kwamen Lydia (78) en haar familie op het idee van een weggeefdag. ‘Nadat we zelf de spullen hadden gekozen die we graag wilden bijhouden, waren familie en vrienden nog een laatste keer welkom en konden ze meenemen wat ze wilden. Dat ik nu bij een vriendin in de gang het wandtapijt zie dat ik in de jaren tachtig in Marokko kocht, of dat het tijdschriftenrek van mijn moeder bij onze vroegre buren staat, is fijn. De herinneringen die eraan vasthangen zijn niet weg, ik kom ze gewoon op andere plekken tegen.’

Meer dan een kast

Tijd maken blijkt belangrijk voor een goed verloop van het hele proces. Mijn eigen ouders begonnen met opruimen drie jaar voor de effectieve verhuis. Daardoor kwam het afscheid niet abrupt. Aan ons, de kinderen, werd gevraagd om nu eens onze oude kinderkamer leeg te maken, dan weer te helpen met de kelder. En wou iemand de keukentafel, of die aquarel? Drie maanden voor de verhuis werden de berichtjes dwingender: ‘Alles wat maandag niet weg is, belandt op het containerpark.’

Eens alles gesorteerd, kwamen we samen voor een laatste barbecue. Een laatste keer samen de kersenboom leegplukken. En als echte kers op de taart: een fotoshoot. Een statig familieportret werd gemaakt in de tuin en iedereen heeft een foto zwaaiend vanuit zijn oude slaapkamer. Adieu, thuis! Bedankt voor alles.

Op zolder vond ik vier grote dozen met kinderspullen. Dat iemand je zo graag ziet dat ze geknutselde pennenhouders van wc-rolletjes vijftig jaar bijhoudt, dat raakte mij plots hard.

‘Het lijkt me prachtig om met z’n allen door de inboedel te gaan en dan nog een laatste keer samen te vieren’, zegt Dick Wittenberg, die voor zijn boek een Nederlands gezin volgde dat het ouderlijke huis leegmaakt na het overlijden van de moeder.

‘Waarom heeft die lamp of dat vaasje een speciale betekenis voor jou? Het is een buitenkans als ouders en kinderen die verhalen met elkaar kunnen delen. Alle gezinsleden zijn immers een relatie aangegaan met bepaalde spullen: sommige zijn hartsvrienden geworden, zoals een bijzondere jas of dat naaikoffertje, andere waren eerder voorbijgangers, zoals een dweil. Het is een goed idee om foto’s te maken van waardevolle spullen die niemand na de verhuis kan bijhouden.’

De emotionele waarde van spullen is herkenbaar voor Miek (52). ‘Mijn partner is in zijn kindertijd een paar keer verhuisd en hechtte daarom nooit belang aan de plek waar hij woonde’, zegt ze. ‘Maar zijn ouders namen bij elke verhuis wel dezelfde meubelen mee. Het zijn de spullen die voor hem nu het gevoel van thuis oproepen. Een van die kasten staat nu in onze gang, vol schoenen. Toen mijn eigen ouders vorig jaar ons huis verkochten, had ik het daar moeilijk mee. Ik heb er tot mijn vierentwintigste gewoond en zag het nog altijd als mijn thuis, ook al woonde ik intussen elders. Er zijn heel wat tranen gevloeid op de verhuisdag, maar sindsdien hangt er boven de kast van mijn lief ook een spiegel van mijn moeder.’

Lees ook: Waar willen Vincent Van Duysen en zijn collega-architecten oud worden? ‘Nood hebben aan zorg zou nooit als een straf mogen aanvoelen’

Inpakken en wegwezen

Wat als er weinig ruimte is voor dat hele afscheidsproces en het haastig gebeurt? Ouders zijn vaak overrompeld, er zijn zoveel spullen waarover beslist moet worden. Met hun hoofd zitten ze al bij dat nieuwe huis. De kinderen zijn bovendien druk bezig met hun eigen leven. Het opruimen gebeurt vaak tussendoor, na het werk, in het weekend.

‘Het verkopen van een ouderlijk huis kan twee richtingen op’, zegt Veerle Van Schoelant, oprichter van Tilda & Grace, een bureau dat sprekers en ritueelbegeleiders uitstuurt voor afscheidsvieringen. ‘Ofwel willen families nog een laatste keer bewust samen ontbijten. Ofwel gebeurt het allemaal heel zakelijk en sec, bijna vanuit pure ontkenning. Het is inpakken en wegwezen en er wordt niet omgegaan met alle emoties die het losmaakt. Dat snelle afscheid is er vaak als de verkoop vrij onverwacht komt, of in onmin gebeurt.’

Zelf moest Van Schoelant haar eigen ouderlijke huis achterlaten toen ze vijftien was, na de scheiding van haar ouders. ‘Dat is nog altijd een groot jeugdverdriet. Er waren in de jaren negentig nog geen smartphones, dus tekende ik als aandenken een plattegrond uit van ons huis, met alle kamers op, en alle spullen. Toen we met Tilda & Grace eens een afscheidsritueel mochten begeleiden voor een gezin dat het huis moest verkopen na een scheiding, hadden de jonge kinderen daar veel verdriet om. We hebben toen gewerkt rond het idee van iets meenemen en iets achterlaten. Ze namen allemaal een aandenken mee naar hun nieuwe huis, zoals een kiezelsteentje, en lieten briefjes achter de plinten achter voor de nieuwe bewoners. Rituelen zijn goed voor mooie momenten in het leven, maar ook voor angsten en verdriet.’

Toen mijn vader jaren na de dood van mijn moeder verhuisde, dacht hij er niet aan mij te vragen of ik iets wilde uit het appartement waar ik opgroeide. Na vijftien jaar heb ik daar nog hartzeer van.

‘Ook voor mij zat afscheid nemen van het ouderlijke huis er niet in’, zegt Nathalie (56). ‘Een paar jaar nadat mijn moeder stierf, verkochten mijn vader en zijn nieuwe vriendin het appartement waarin ik opgroeide. Hij vertelde het me pas nadat alles al beklonken was en ik moest ook niet helpen inpakken of verhuizen. Dat gingen vrienden doen. Dat betekent ook dat ik niets heb kunnen meenemen. Meubelen, decoratie, de foto’s van mijn overgrootouders die in de woonkamer hingen: allemaal weggegooid. Mijn vader vindt dat soort dingen niet belangrijk, dus hij dacht er niet aan om aan mij te vragen of ik iets wilde. Dat is intussen vijftien jaar geleden en ik kan er nog hartzeer van hebben. Gelukkig had ik eerder al wat van mijn moeders spullen meegenomen. Ik gebruik haar pepermolen elke dag, als ik peper in mijn saus draai.’

Dat spullen meenemen uit het ouderlijke huis naar een nieuwe plek de verandering kunnen verzachten, is ook wat de moeder van Klara (42) besefte. ‘Toen mijn ouders verhuisden, durfde ik de eerste keren niet echt de koelkast of keukenkasten opentrekken. Het was “mijn huis” niet meer.

Maar mijn moeder maakte daar korte metten mee. “Ik ga jullie hier niet bedienen”, zei ze de hele tijd. Ze liet voelen dat het ook ons huis was. De logeerkamer is nu ingericht met spullen uit de drie slaapkamers van haar kinderen. De tinnen beker die mijn broer won bij atletiek, een soort tapijtje dat ik op school ooit geweven heb en een tekening die mijn zus op de academie maakte. Er hangen foto’s van alle gezinnen en er zit speelgoed van elk kleinkind in de kast.’

Nieuw begin

Op de dag dat mijn ouders echt verhuisden en de sleutels aan een nieuwe eigenaar gaven, verscheen in de whatsappgroep van ons gezin een foto van een verhuiswagen die zijn ladder tegen de kamer van mijn zus had gezet. Slik.

Maar in de maanden nadien draaide onze whatsappgroep overuren. Deze keer niet met avonturen van mijn zus vanuit Brazilië, maar van twee zestigers. In plaats van voorbijrijdende auto’s hoorden ze nu kikkers en aalscholvers vanop hun terras! Er rolde een anekdote binnen over hoe mijn West-Vlaamse vader op zijn eerste zondag in zijn nieuwe dorp bij een Antwerpse bakker boterkoeken en pistolets had besteld, maar ze hem totaal niet hadden verstaan. Daar zat hij nu met een ongevraagde rozijnenkoek, maar in een zonovergoten appartement dat minder onderhoud vroeg. De bijbehorende foto, van een grootvader met een kop koffie, straalde de lichtheid uit van een nieuw begin.

Lees ook: Filosoof Emanuele Coccia over wonen: ‘Het huis van de toekomst wordt een plaats voor vriendschappen, niet meer exclusief voor koppels’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise