Tex Van berlaer
‘Tussen de Studio 100’s en Disney’s van deze wereld staat de sprookjescultus van de Efteling op eenzame hoogte’
Een bezoek aan de Efteling, naar aanleiding van de 70ste verjaardag van het park, doet journalist Tex Van berlaer filosoferen over het vaderschap en tegelijk terugblikken op zijn eigen jeugd. ‘Zelfs op de hotelgang speelt een feeëriek deuntje.’
‘Heeft een vogel op je hoofd gekakt?’ Een tienerzoon kijkt zijn moeder lacherig aan terwijl hij de vraag stelt. Ik bekijk het tafereel vanop een afstandje wanneer mijn dochter een laag schmink en glitters op haar gezicht laat aanbrengen. Terwijl ik op een mexicano-uit-de-muur kauw, denk ik terug aan die keer dat mijn eigen moeder de volle laag kreeg. Dat was in een ander park, in een ander tijdperk, toen ik zelf nog aan de hand liep.
Het is die puberale opmerking op het Anton Pieckplein die me plots uit de feeërieke sfeer rukt en me eraan herinnert dat dit nog steeds de aarde is. Die plek waar geen muziek komt uit paddenstoelen, strafrecht het kussen van onbekende, slapende vrouwen beteugelt en vliegende dieren hun gevoeg doen waar ze willen. Zo’n 24 uur eerder had ik nabij datzelfde Anton Pieckplein een openbaring, waarover dadelijk meer.
De Efteling viert zijn 70ste verjaardag en ik wil mee feesten. De Nederlandse trekpleister in Kaatsheuvel, zo’n 25 kilometer van de Belgische grens, is het enige attractiepark dat ik als kind, tiener en volwassene vrij constant bezocht. Een keer liep ik er verloren. Mijn ouders hadden een flauw excuus dat niet zou misstaan voor de vader en stiefmoeder van Hans en Grietje.
Zelfs op de hotelgang speelt een feeëriek deuntje (voor de slechte slapers: ’s nachts wordt het bandje tijdelijk uitgeschakeld).
Repelsteeltje in het Frans
Nu ben ik er met mijn eigen gezin een weekendje op stap. Het klinkt klef, maar er gaat niets boven het gevoel om je eigen kinderen te zien meeleven bij attracties en – vooral – de scènes in het Sprookjesbos waarvan je je eigen kinderlijke verwondering herinnert. Als volwassene kan je je bovendien vermaken met nieuwe dingen. Het zicht van de attractie van Raponsje die tijdelijk stilligt wegens onderhoudswerken, krijgt plots iets filosofisch: het meisje werpt haar haar uit het raam, maar geen hond die de uitnodigende geste beantwoordt. Het kan ook minder verheven, zoals letten op de vertalingen op de informatiepanelen (Grigrigredinmenufretin is Repelsteeltje in het Frans!).
Het moet gezegd: 70 jaar na de opening van het Sprookjesbos blijft het dé Unique Selling Proposition van de Efteling. Vrij recente toevoegingen als Pinokkio (2016) en publiekslieveling De Sprookjesboom (2010) houden de aantrekkingskracht groot. Tussen de Studio 100’s en Disney’s van deze wereld staat de sprookjescultus van de Efteling op eenzame hoogte. Zéker in tijden van groeiende waardering voor groen – je kan Sprookjesbos niet schrijven zonder ‘bos’. Dankzij die mechanische poppen kan je achtbanen en waterattracties links laten liggen en toch het gevoel hebben dat je attractieparkbezoek geslaagd was.
Dat brengt me bij de openbaring.
Tijdens een korte en achteraf onbegrijpelijke periode in mijn tienerjaren had ik geen schrik voor rollercoasters en ander ongein. Plots was dat helemaal voorbij. Voordeel van opgroeien is het verdwijnen van groepsdruk. Voortaan zou ik ‘nee’ zeggen bij ieder verzoek om in zo’n horrorcoaster te stappen. Dat lukte me aardig. Maar er is een schaduwzijde. Eentje die drastisch verergert wanneer je kinderen hebt.
Ik beken: ik heb gepanikeerd in een monorail. Die ene die op enkele meters hoogte voorbij het Volk van Laaf tuft, naar verluidt een ‘lollig en guitig volkje’. Ik zag er de lol amper van in. Terwijl de kinderen hun ogen de kijk gaven, probeerde ik de paniek te verbergen voor wanneer de moeder, die in het karretje voor me zat, achterom zou kijken. Elk kraakje, kleine schommeling of zuchtje wind volstond om m’n dochters hand wat meer tot moes te knijpen. Vader worden betekent: hyperventileren bij het Volk van Laaf.
Rondhuppelend Roodkapje
Het moet dus niet gezegd dat ik het bezoek aan de Baron 1898 overliet aan de moeder. Die fraaie rollercoaster, die begint met een vrije val en dan kort onder de grond verdwijnt, is een magneet voor bezoekers van alle leeftijden. Voordeel voor hotelgasten: zij mogen een halfuurtje eerder het park in en worden dus met minder lange wachtrijen geconfronteerd. Een privilege dat echt rendeert bij attracties als de Python, Joris en de Draak en Baron, toch voor wie ’s ochtends al een stevige maag heeft. En dat ligt niet voor de hand. Het Eftelinghotel biedt namelijk een uitgebreid ontbijtbuffet aan. Het geheel zag er zo aantrekkelijk uit, dat de dochters zelfs niet doorhadden dat Roodkapje in de hotellobby rondhuppelde om met de gasten op de foto te gaan.
Misschien hoeft dat ook niet te verbazen. Wie langer dan 24 uur in de Efteling is wordt opgezogen in de sfeer waardoor de magie steeds minder opvalt. Ook de comfortabele hotelkamers doen eraan mee – laat je kroost zeker alle kasten eens checken. Zelfs op de hotelgang speelt een feeëriek deuntje (voor de slechte slapers: ’s nachts wordt het bandje tijdelijk uitgeschakeld). Voor wie niet op een euro meer of minder kijkt, zijn er naast de gewone hotelkamers ook themasuites om helemaal ondergedompeld te worden in het decor van Sneeuwwitje of De Wolf en de Zeven Geitjes.
Van die keer dat ik verloren liep in het park herinner ik me eigenlijk enkel de enorme vriendelijkheid van het personeel dat me opving. Ook anno 2022 valt op hoe goedgeluimd de medewerkers erbij lopen. Of hun arbeidsvoorwaarden even adembenemend zijn als het park zelf weet ik niet, maar hun overgave richting de gasten lijkt in ieder geval oprecht.
Erg fraai is de Efteling-theatershow CARO. Het zou zonde zijn om te veel te verklappen over de plot, maar visueel scoort het spektakel veel punten. Bij de ouders zal de verhaallijn zelfs hier en daar een traantje uitlokken. De theatermaker past daarvoor een beproefd Eftelingrecept toe: balanceren op de grens tussen kitsch en schoonheid. Maar telkens wanneer je denkt dat het te zeemzoet wordt, kijk je naar die kindergezichtjes, en dan is alles goed. Daar heeft een vader veel voor over. Zelfs een tweede keer aanschuiven aan Carnaval Festival.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier