De ene slentert graag in stilte langs klassieke schilderijen, de andere vergaapt zich liever aan een tuinhuis gevuld met 20.000 varkensbeeldjes. Karen François en Kamiel De Bruyne vallen in die tweede categorie. In hun boek ‘Bizarre Belgium’ verzamelen ze 50 absurde plekken en musea in eigen land. Dit zijn hun 5 favoriete musea voor een bijzonder dagje uit.
Nog voor ik Karen François en Kamiel De Bruyne heb gesproken, krijg ik al een foto toegestuurd van een opgezette smaragdgroene papegaai die in zijn glazen kooitje pronkt op een vlooienmarkt in Manchester. Onder de foto staat geschreven: ‘Ja of ja?’. Eén ding is zeker: deze twee hebben een neus voor rariteiten. ‘We hadden allebei al een voorliefde voor gekke dingen en rare plaatsen,’ vertelt Kamiel. ‘En toen we elkaar leerden kennen, is dat eigenlijk alleen maar erger geworden’, voegt Karen lachend toe. Hij is voorzitter van de Nationale Vereniging voor Nutteloze borden en het brein achter de programma’s Sorry voor alles en Wie zoekt die wint. Zij was artist in residence bij het MAS en wist een groot publiek te bereiken met haar totebags, petten en mokken met oneliners als ‘Ik wil naar huis’ en ‘Zeddis kalm’.
Samen realiseerden ze een gek, maar razend interessant project: Bizarre Belgium – 50 places for a weird day out. ‘Er is niets mis met de toeristische highlights als Manneke Pis, maar zijn vrouwelijke tegenhangers Jeanneke Pis en Mietje Stroel of de plassende hond Zinneke Pis vind ik eigenlijk veel fascinerender’, stelt Karen. Het vergde het koppel dus geen moeite om een boek te maken over het vreemdste wat België te bieden heeft. ‘Heel wat plekken waren ons bekend omdat we er al waren geweest of omdat ze op onze bucketlist stonden. We deden ook een rondvraag in de omgeving en op sociale media’, vertelt Kamiel. ‘Wat ons meteen opviel, was de bescheidenheid van onze landgenoten, zegt Karen. ‘Mensen opperde nogal schoorvoetend hun ideeën. “Ik weet niet of het gek genoeg is, maar wij hebben een ufo-monument in ons dorp” of “Er staat een standbeeld van een sexy Satan in Luik, maar is het bizar genoeg?”. Het is bijna charmant dat mensen die dingen volstrekt normaal lijken te vinden.’ (lacht)
Met de alternatieve reisgids willen de twee creatievelingen hun thuisland als toeristische trekpleister uitlichten. Om die reden schreven ze het naslagwerk in het Engels en kreeg elke bezienswaardigheid aan de hand van een Michelinachtige barometer een score op vlak van bizarheid. ‘We denken dat iedereen het boek wel kan appreciëren, van rare tot superserieuze mensen. Zo hoorden we verhalen van vrienden die op een dag met hun niet zo gekke vaders langs een plek uit het boek reden en dachten: Ik wil dat wel eens bekijken. En dat is voor ons het grootste compliment’, stelt Kamiel. ‘Kortom: we willen een soort (her)ontdekkingsreis aanmoedigen waarbij je de droge museumervaring even achterwege laat’, vult Karen aan.
1. Natuurhistorisch Museum Boekenberg
Kamiel: ‘Onze boekvoorstelling voor vrienden en familie was in het Natuurhistorisch Museum in het Boekenbergpark. Dat is het best verstopte museum van Antwerpen, want het ligt achter een groen deurtje in het midden van het Boekenbergpark. Een van onze aanwezige vrienden vertelde dat hij op 16-jarige leeftijd alle hoeken van dat park had gezien met zijn liefje. Blijkbaar niet àlle hoeken, want hij was stomverbaasd toen hij het bestaan van deze unieke plek ontdekte.’
Karen: ‘Het museum is een idee van een rijke bankier uit de 18e eeuw. Hij kocht het kasteel aan het park en liet wat vandaag het grootste kunstmatige grottencomplex in Europa is, bouwen om zijn vrouw te imponeren. Je kan er niet alleen geconstrueerde stalagmieten en stalactieten bewonderen, er ligt ook een levensechte draak in het water. Je daalt echt af naar de meest feeërieke plek van het park. Met een score van 4 op 5 volgens de bizarre barometer voor mij bovendien hét adres voor een originele date.’
Kamiel: ‘Inderdaad. Vandaag is het een charmant museumpje dat gerund wordt door supervriendelijke vrijwilligers die fossielen en andere vondsten verzamelen en daar tentoonstellen. Zo is er een barnsteen met daarin een mug, waarvan ze het DNA in Jurassic Park gebruiken om dinosaurussen te ontwikkelen. Die steen zou mooi op onze kast thuis kunnen pronken.’
Karen: ‘Aha, goed idee. Dan kunnen we een Vlaamse versie van Jurassic Park beginnen.’ (lacht)

2. Museum to Scale 1/7
Kamiel: ‘Dit is de perfecte manier om meer dan honderd musea op een dag te bezoeken. Museum to Scale 1/7 is een bijzonder project van galeriehouder Ronny Van de Velde, die grote namen uit de Belgische naoorlogse kunst, zoals Panamarenko en Luc Tuymans, vroeg om een eigen expositie te maken, maar dan op schaal 1/7. Het museum bevindt zich in een gang van het R-gebouw op de stadscampus van de Universiteit Antwerpen, waar je gratis zo’n honderd mini-museumpjes van ongeveer 40 centimeter breed kunt bekijken. Mijn favoriet was de installatie van Paul Van Hoeydonck, de eerste persoon ter wereld die een kunstwerk op de maan plaatste. Zijn kleine aluminium sculptuur Fallen Astronaut werd daar in 1971 achtergelaten door Amerikaanse astronauten. Een kopie daarvan is te zien in Museum to Scale. In Antwerpen kan je dus een kunstwerk bekijken dat ook op de maan ligt. Cool hé?’
Karen: ‘Het is ook een variatie op de klassieke museumervaring. Ik heb bijvoorbeeld een zeer korte aandachtsspanne. Mijn brein heeft graag afwisseling, dus honderd verschillende musea in één ruimte bieden mij de perfecte oplossing.’

3. Straatlantaarnmuseum
Kamiel: ‘Het Straatlantaarnmuseum is zonder twijfel een van de meest atypische musea van België. Ik ontdekte het toevallig toen ik doelloos aan het rondfietsen was in Brussel en plots verschillende richtingaanwijzers opmerkte die me naar een museum moesten leiden. Hoewel ik de pijlen bleef volgen, kwam ik geen museum tegen. Wat bleek: ik stond er middenin. Het museum is gewoon een Lakense straat zelf. Vijftien straatlantaarns uit verschillende periodes, van oude gaslantaarns tot elektrische exemplaren, staan daar chronologisch gerangschikt en branden nog elke avond. Het museum ontstond als kunstproject, in samenwerking met een organisatie voor sociale woningen in de buurt.’
Karen: ‘Het is echt een verborgen parel, want toen Kamiel naar de Brusselse toeristische dienst belde voor wat meer informatie, kreeg hij alleen maar verbazing te horen aan de andere kant van de lijn. Niemand daar had ooit al van het museum gehoord.’
Kamiel: ‘Het is een absurde plek, omdat dit waarschijnlijk het enige museum in het land is dat je kan bezoeken zonder het zelf door te hebben.’

4. Musée Monopoli
Karen: ‘Allereerst, het museum heeft voor alle duidelijkheid niets te maken met het bekende bordspel. Wij waren eerst ook in de war, maar de naam van het museum komt van de Italiaanse oprichter Renato Monopoli.’
Kamiel: ‘De voormalige ingenieur en piloot die verzot is op automata, kocht in de jaren 80 een schuur in Barsy en begon alles te verzamelen wat danst, draait en muziek maakt. Het voelt een beetje als Willy Wonka meets Alice in Wonderland.’
Karen: ‘Aangezien Renato ernstig ziek is, houdt zijn buurvrouw Evelyne met veel passie het museum open. Niet alleen haar kinderen beschouwen het museum als hun speeltuin, ook Evelyne zelf danst bij elke rondleiding vrolijk mee met de muziek die daar speelt. Zo is er een zelfspelende piano die zonder moeite hits van ABBA en The Simpsons laat weerklinken in de schuur. Ik zou ook wel zo’n exemplaar in de woonkamer willen, maar dan moeten er nog veel boeken worden verkocht. Ik weet alvast waar onze winst naartoe gaat.’ (lacht)

5. Varkensmuseum
Kamiel: ‘In Herdersem bij Aalst is een drankenhandel met de toepasselijke naam “Surprise”. Maar wat je achteraan in de zaak vindt, is een nog grotere verrassing: het grootste kleine museum gewijd aan varkens. Het is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. Wat begon met één gietijzeren varkentje van de rommelmarkt, groeide uit tot een gigantische verzameling van zo’n 20.000 beeldjes van over de hele wereld, uitgestald in een tuinhuis.’
Karen: ‘De sympathieke drankenhandelaar speurt echt overal naar nieuwe vondsten. Zo vond hij op de erotiekbeurs ooit een condoom dat knor-geluiden maakt. Maar die absurditeit is juist zo leuk. Dit museum is het levende bewijs dat je een zot idee gewoon moet uitvoeren. Zet die gekke brievenbus in je voortuin of verzamel absurde figuurtjes. Doe het omdat het kan. Wij komen met plezier langs.’

‘Bizarre Belgium: 50 places for a weird day out’ is uit bij Borgerhoff & Lamberigts, p. 240, 27,50 euro.
