Kookboek ‘Camperfood’ getest: smaken de recepten thuis even lekker als onderweg?

Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Deze zomer test de redactie van Knack Weekend recent verschenen kookboeken uit. Deze week: ‘Camperfood en fijne plekken: Italië.’, het tweede kookboek van Bram Debaenst en Els Sirejacob. Maar wat ben je er mee als je gewoon thuis bent? Veel,zo blijkt.

In het kort

In de eerste editie van ‘Camperfood en fijne plekken’ namen foodfotograaf Bram Debaenst en foodstyliste Els Sirejacob ons mee op hun camperreizen naar Cornwall, Denemarken, de Balkan en onze achtertuin. Naast mooie plekken en fijne tips, deelden ze ook de lekkere recepten die ze onderweg leerden kennen/of klaarmaakten. Dat doen ze in de opvolger Camperfood en fijne plekken: Italië opnieuw maar nu dus, u raadt het al, in Italië.

Ze verontschuldigen zich in de inleiding dat ze die traditionele keuken als niet Italianen naar hun hand zetten, maar we vergeven het hen met een gul hart, want het boek is een soort culinaire reis tussen twee covers. Uitnodigende foto’s van de mooie plekken waar de twee auteurs met hun respectievelijke gezinnen neergestreken zijn, geven het boek iets koffie-tafel-erig. De recepten zijn soms klassiek – osso buco, risotto alla Milanese, ragu, cacio e pepe -, vaak eenvoudig – affogato, bresaola of pasta al limone – maar toch ook verrassend genoeg om mensen die al een plank vol Italiaanse kookboeken hebben te inspireren. Gegratineerde mosselen, linguini met venkelworstjes en champignons, bonen die overal lekker bij zijn… Ik heb dan wel geen camper, maar deze recepten passen prima in mijn thuis-kook-repertoire. Ik kookte een lang maar druk weekend voor één persoon uit het boek en koos voor de minder voor de hand liggende recepten die me intrigeerden. Gerechten ook die bij het toen nog warme weer pasten.

Aan de slag

1- Auberginedip

Een soort saus van aubergine, ui, look en tomaat, dat kan niet anders dan lekker zijn. Ik kook regelmatig een gelijkaardig gerecht, maar de extra ansjovissen hier trekken me over de streep. Ik grill normaal mijn aubergine in de oven voor een gerecht als dit, maar hier moet ze in blokjes gebakken worden tot ze goudbruin zijn. Ik ruik meteen de extra smaaklaag die dat gaat meebrengen. Als de ui, look en ansjovis mee in de pan gaan, is de geur fantastisch. Wegens fan van ansjovis, verdubbel ik de hoeveelheid, en daar heb ik geen spijt van, want die zoute hartigheid is de troef van dit gerecht. Ik eet de helft op met een stukje kip dat nog over is van gisteren, en de andere helft gaat de volgende dag, als de smaken nog iets intenser geworden zijn, op een stuk geroosterde ciabatta. Een halve bol burrata maakt het tot een feestmaal. Of deze dip ook een prima pastasaus is, zoals ik in de inleiding van het recept lees? Dat probeer ik 100% zeker volgende week uit.

2- Carne cruda all’Albese

Als fervent fan van préparé en steaktartaar, kon ik niet anders dan deze eenvoudige carne cruda uitproberen. Een mooi stuk filet, fijngehakt met een scherp mes, gekruid met olijfolie, look en citroen: het is absurd simpel maar ook zeer lekker. Het recept stelde truffels voor, maar omdat die niet binnen het budget pasten, koos ik voor een overvloed aan parmezaanse kaas en een torentje van knapperige gemengde sla. Dit gerecht gaat nu meteen op mijn zomerse lunch-lijst.

3– Ceviche All’Amalfitana

Alweer een zeer eenvoudig gerecht, alweer een soort crudo, maar omdat het idee van rauwe inktvis me intrigeerde, moest ik het proberen. Gelukkig is inktvis vandaag op veel plekken te krijgen en scoor ik een mooi stukje op de markt. Venkel is nergens te vinden, niet op de markt en ook niet in de drie andere winkels die ik binnenloop. Ik besluit dan maar een slaatje van ietwat dikker gesneden komkommer te maken, voor een knapperig element met wat beet. Na twintig minuten ‘koken’ in een marinade van olijfolie en citroen is de inktvis klaar, en verrassend fijn van textuur. Met een knapperig stuk stokbrood bij is dit een uitstekende lunch, maar het lijkt me ook ideaal als voorgerecht op een etentje. Weinig werk, het ziet er goed uit, verrassend en vooral veel smaakimpact. Een succes dus.

Conclusie

In een camper maakt een mens geen haute gastronomie, dus veel recepten in dit boek zijn aan de eenvoudige kant. Dat is een voordeel, want laat ons eerlijk zijn, gerechten met een eindeloze ingrediëntenlijst en veel ingewikkelde preparatie maak je niet elke dag. Maar eenvoudig wil niet zeggen saai, dus wie wil kan uit dit boek prima heerlijk koken voor gasten. Staan voor de herfst op mijn uitprobeerlijst als ik gasten heb: een vis- en zeevruchtenstoofpot, ragu van wild zwijn en konijn op Ligurische wijze.

Dit boek komt op een makkelijk bereikbare plek in mijn kookboekenkast, zodat ik het regelmatig kan vastnemen. Niet alleen voor de recepten, maar ook om heel even in de Dolomieten, aan de Amalfikust of in Bologna te vertoeven. Slechts één puntje van kritiek: de ingrediënten zijn absurd klein gedrukt, waardoor ik er grootmoedergewijs naar moet turen om uit te vissen hoe veel citroen of ik nodig heb. Hou dus een leesbril bij de hand.

Camperfood en fijne plekken: Italië, door Bram Debaenst en Els Sirejacob, € 29.95, Luster

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content